Via een wijnboer naar een perenboomgaard


Hadden we toch weer een camping weten te vinden die langs een spoorlijn liep. Gelukkig reden er niet al te veel treinen, maar die er voorbij reden, waren goed te horen in ons campertje. Toch hadden we alle twee goed geslapen.
Om tien uur precies hadden we ontbeten en was alles opgeruimd zodat we konden vertrekken. Ook deze dag zouden we goed moeten zoeken naar een overnachtingsplek. We hadden inmiddels uitgevogeld dat het BC-day weekend was en dat daarom heel British Columbia met een RV of tent op pad was. Het weer was echter prachtig en we namen ons voor om in de eerste plaats vakantie te vieren en dingen te gaan zien en doen en dan pas ons zorgen maken om de overnachtingsplek. 
In Vernon deden we allereerst boodschappen. Dat kon maar gebeurd zijn. Op weg naar het zuiden reden we langs het Kalamalkameer dat er erg aanlokkelijk uitzag. We besloten te gaan zwemmen, maar hadden wat problemen om een goede zwemplek te vinden. Die waren er wel, maar die waren allemaal aan de linkerkant van de weg en we mochten nergens linksaf. We besloten ons geluk te proberen in de buurt van Kelowna. Voordat we daar naar een strandje konden gaan zoeken, moesten we de stad door. Dat bleek nog een heel probleem. Het leek wel of alle Canadezen door Kelowna wilden rijden. Het was één en al file. Toen we eindelijk de stad weer uit waren, waren we vlug in Bear Creek. Dat strandje hadden we op onze kaart zien staan. Nadat we de camper hadden geparkeerd, konden we gaan zwemmen in het Okanagan Lake. We stonden bij een pracht van een ligweide met picknicktafels en toiletten. Al snel lagen we in het water, dat toch een beetje kouder was dan we dachten. We koelden er gelukkig wel van af. Lang lagen we niet in het water. Het was inmiddels al één uur geweest en we hadden honger. We gebruikten onze simpele lunch van muffins en jus d’orange aan één van de vele picknicktafels.
Omdat we door een groot wijnbouw gebied reden, wilden we toch minstens één wijnboer bezoeken. Dat werd de Mission Hill Family Estate Winery. We hadden wat moeite er te komen, maar dat lukte uiteindelijk. Mission Hill bleek een hele grote wijnboer die volledig op het toerisme was toegerust. Er was een restaurant, een proeflokaal annex winkel en er werden rondleidingen gegeven. We zagen af van een rondleiding omdat we daar drie kwartier op moesten wachten. In plaats daarvan keken we zelf wat rond en verbaasden ons over de hoge prijs van de wijnen hier.
Op onze weg naar het zuiden gingen we elk bezoekerscentrum dat we tegen kwamen binnen om te vragen voor accommodatie. Overal kregen we te horen dat alles vol zat. In het plaatsje Summerland hadden we geluk. Een fruitteler die zijn bedrijf open had gesteld voor gasten, had nog wel een plaatsje voor ons. Eentje zelfs met stroom en water. Het duurde dan ook niet lang voordat ons campertje tussen de perenbomen stond geparkeerd en we genoten van de rust in de boomgaard.
Om het pas vier uur was, besloten we een eind te gaan wandelen en het dorpje te gaan verkennen. De fruitteler lag een eindje buiten het dorp en Ron wilde naar het meer toe lopen. Dat was een brug te ver voor Nicky. Na een uur lopen draaiden we om en zochten een plek op voor een drankje. Dat werd een McDonalds waarvan we wisten dat ze grote cola’s verkopen.
Om tien over zeven waren we weer terug in de boomgaard. Daar hebben we wat gezeten, gegeten en gecomputerd. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23