Van Banff naar Calgary


Na drie dagen meenden we wel genoeg van Banff te hebben gezien en vertrokken we voor onze volgende bestemming; Calgary, de grootste stad tot nu toe op onze reis door dit prachtige land. De weg er naar toe kon niet gemakkelijker. Net buiten Banff reden we Highway 1 op en die verlieten we op 200 meter voor de camping in Calgary. Ron had, zodra hij op de snelweg zat, de cruise control ingesteld op 90 kilometer per uur en die instelling kon hij de hele weg, meer dan 100 kilometer, handhaven. Da’s pas ontspannen rijden.
Om half twaalf reden we het terrein van de West Calgary Campground op. Dat bleek een grote camping met veel faciliteiten, maar peperduur! We moesten maar liefst 34 dollar betalen voor een standplaats met elektriciteit en water. Full Hookup kostte zelfs 39 dollar. Dat was 10 dollar meer dan de duurste camping tot nu toe.
Al voordat de camper op z’n plek stond, zat de eerste lading wasgoed al in de wasmachine. Het was bijna twee weken geleden dat we de was hadden gedaan en veel schoon goed hadden we niet meer op voorraad. Ook het beddengoed kon wel een wasbeurt gebruiken. Terwijl we lunchten en lekker in het zonnetje zaten, deden we twee machines was die meteen daarna gedroogd werd in een wasdroger. Wel lekker, weer schoon wasgoed.
Tegen half drie liepen we naar het Canada Olympic Park dat een paar kilometer van de camping af lag. De enige weg er naar toe liep langs Highway 1 en die is niet echt geschikt voor voetgangers. Het gemotoriseerde verkeer raasde langs ons hen toen we daar liepen. Niet echt prettig. Voor CAD10 kochten we kaartjes voor het park. We bezochten er onder andere de “Hall of Fame” waar Yvonne van Gennip nog werd vernoemd. De attractie van het park was voor ons toch wel de 90 meter hoge springschans waar Eddy the Eagle nog van afsuisde tijdens de Olympische winterspelen van 1988. Gelukkig hoefden we het hele eind naar boven niet zelf te klimmen, maar was er een stoeltjeslift. De schansspringers moeten ware durfallen zijn geweest. Toen we van bovenop de schans naar beneden keken, konden we alleen maar bewondering hebben voor deze lui.
Na een drankje bezochten we nog het wat gebouwen op het terrein voordat we weer terug liepen naar de camping. Daar was het nog heerlijk om buiten te zitten. Zelfs de laptop verhuisde naar buiten en natuurlijk dineerden we “alfresco” zoals de Amerikanen buiten eten noemen. Tot over tienen zaten we achter de laptop voor de foto’s, het dagboek en een paar spelletjes hartenjagen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23