Openluchtmuseum Bokrijk


Waar Facebook al niet goed voor is. Zus José had er wat foto' van haar bezoek aan openluchtmuseum Bokrijk op gezet en die plaatjes zagen we wel leuk uit. Toen het weer deze zondag er 's morgens goed uitzag, besloten we om er ook eens een kijkje te nemen.
Je bent vanuit Helmond nog zomaar niet in Genk in België, zeker niet met het navigatiesysteem in onze auto. Ten eerste is het een vrouw en die hebben geen richtingsgevoel en ze kan niet anders dan hoogblond zijn en als je dan ook nog uit Frankrijk komt, zal het iedereen duidelijk zijn; wij reden niet de snelste of meest logische weg. Maar alle gekheid op een stokje, tegen twaalven reden we de parkeerplaats bij het domein Bokrijk op. Daar kregen we direct te maken met de Belgische efficiëntie. Een rij wachtenden van meer dan 50 meter lang voor slechts 2 kassa's. De Belgen waren kennelijk verrast dat er veel bezoekers kwamen op deze mooie zomerse zondag. Na een kleine 20 minuten wachten stonden we dan eindelijk in het openluchtmuseum.
Het museum telt 140 authentieke historische gebouwen. De kleinere constructies zoals bakovens of rennen voor pluimvee worden hier niet meegerekend. Hoewel het oudste gebouw van 1507 dateert, bestaat de collectie hoofdzakelijk uit bouwwerken van de late 17e tot einde 19e eeuw. De nadruk ligt in het bijzonder op landbouwhoven en -schuren. Daarnaast zijn ook dagelijks belangrijke gebouwen voor het dorpsleven (smid, school, kerk, herberg en handwerkersgebouwen) in de collectie opgenomen. 
Het terrein is verdeeld in 4 “streken” zoals Haspengouw, de Kempen, Oost- en Westvlaanderen en de Oude stad. Wij begonnen in de Kempen met voornamelijk langgevelboerderijen, maar ook een standerdmolen en een stenen herenboerderij. In de gebouwen zijn de interieurs authentiek ingericht wat betekent dat er weinig van waarde te zien is, het interieur van de herenboerderij natuurlijk uitgezonderd. De bewoners van de boerderijen in die tijd (19e eeuw) hadden maar weinig luxe. Het park is ruim opgezet met veel groen en het was er prima wandelen. Onze uitdaging lag erin dat we de gebouwen zonder andere bezoekers op de foto wilden hebben. Dat viel nog niet mee met al die Belgen die hun hele familie mee hadden gebracht en soms in groepen van meer dan tien personen voor het gebouw, dat je op de foto wilde zetten, bleven staan.
Om het authentieke gevoel te vergroten liepen er in het museum acteurs en andere verklede mensen rond. Op verzoek vertelden ze meer over hetgeen je zag. De dorpspastoor bij het Haspengouwse kerkje trok veel belangstelling met z'n donderpreek. Vreemd was wel dat niet elke acteur op de foto wilde. Volgens mij worden ze daarvoor betaald maar de verkoper in het leuke ouderwetse snoepwinkeltje was toch niet zo blij dat hij vereeuwigd werd. Voor straf staat ie nu voor lange tijd op dit blog.
Achtereenvolgens werkten we ons door de Kempen, Oost- en Westvlaanderen en de Haspengouw. De oude stad konden we niet bezoeken omdat die gereserveerd was voor een tentoonstelling over de jaren zestig. De toegang hiertoe zat niet bij de entreeprijs inbegrepen. Al met al waren we er zo'n vier uurtjes zoet en hadden we een leuke zondagsbesteding.
Nadat we uit het openluchtmuseum waren vertrokken stelden we ons hoogblonde Franse navigatiedame in op de kortste route naar de abdij van Postel. De rit voerde ons door de onaantrekkelijke Belgische dorpen met hun lintbebouwing waar je op deze zonnige middag een kanon kon afschieten. In Postel aten we een grote puntzak friet leeg voordat we naar huis reden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Pieterpad, etappes 22 en 23

Zondag in Oslo

Zondag in München