De eerste dag met Schots weer

Afgelopen nacht hoorden we het langdurig regenen op het dakvenster boven onze bedden in de camper. Het was dan ook flink nat toen we wakker werden. Daarmee begon de eerste dag met slecht weer tijdens ons verblijf in Schotland. Toch viel de regen mee toen we naar buiten moesten om te douchen. Toen we tegen tienen van de camping vertrokken, was het droog.
We waren Melvich net uit toen we de camper al weer aan de kant zetten. Op de weg liepen een aantal oorspronkelijke bewoners van Schotland nietsvermoedend op de weg. De Schotse hooglanders trokken veel bekijks want iedereen die voorbij kwam stopte voor die beesten.

Vanaf de weg zagen we een groot en prachtig zandstrand en een azuurblauwe zee, de Farr Bay. We parkeerden de camper aan de kant van de weg en liepen naar het strand toe. In het water lagen wat surfers een goede golf af te wachten. We bleven er even naar hun verrichtingen staan kijken voordat we verder reden. In het plaatsje met de leuke naam Bettyhill tankten we de camper nog een keer vol. Daarvoor moest de camper gekeerd worden waarna het wachten was op een klungelige Duitser die Ron net voor was, een Schots boertje die voor drong en een postbode die z’n auto zo neerzette dat de camper niet bij de pomp kon parkeren. Uiteindelijk lukte het dan toch en kunnen we er weer een heel eind tegen aan. Het rijden vroeg wel wat meer aandacht. Slechts af en toe was er sprake van een weg met twee rijstroken, maar meestal was het enkelbaans met passeerplaatsen zodat we regelmatig stil moesten houden om tegenliggers de ruimte te geven.
In een leuk cafeetje nabij het dorpje Tongue, Weavers Café, dronken we een cappuccino en toen we ontdekten dat ze ook lekkere broodjes serveerden, besloten we maar meteen daar te lunchen.
Het water van de zee bij Tongue was ook prachtig azuurblauw en dat trok ons. We parkeerden daarom onze camper nog maar weer een keer langs de weg en liepen een dikke kilometer een pad af naar het water. Daar zagen we niet alleen het azuurblauwe water, maar ook een mosselkwekerij of iets dergelijks. In het water stonden dikke rijen van stellages waaraan iets groeide. Voordat we Tongue uitreden stopten we nog één keer bij een uitzichtpunt. Hoewel het nog droog was en de zon zelfs scheen, was het al wel begonnen met hard te waaien. Zo hard zelfs dat we tegen de wind in konden gaan leunen zonder om te vallen. Dat was het begin van een onstuimige middag en avond, qua weer dan. De weg slingerde zich om diverse baaien en de wind ging steeds harder te keer. Ron moest alle aandacht besteden om de camper op de weg te houden. Daarbij was het ook beginnen te regenen. Bij Loch Eriboll was de wind zo hard dat een Duitse motorrijder zijn machine niet meer kon houden en hij werd omver geblazen. Toen wij er aan voorbij reden lag de motor nog op z’n zij, maar kennelijk had de man geen hulp nodig want diverse andere weggebruikers hadden die aangeboden, maar die had hij geweigerd.

Onze bestemming voor vandaag was de meest noordwestelijke plaats van het Britse vasteland; Durness. Vlak voor dat plaatsje parkeerden we de camper nog één keer voor een blik op de prachtige zee en de goudgele zandstranden. We hadden echt niet verwacht zulke stranden in Schotland te vinden, want ze zouden ook passen aan de Middellandse zee. Alleen was het weer hier wat slechter. In Durness vonden we een camping en we kregen een plaatsje met uitzicht over de zee. Alleen waaide het nog steeds zo hard dat de camper constant heen en weer stond te schudden in de wind. We zouden bijna zeeziek worden in de camper.
Omdat het pas vier uur was, besloten we nog te gaan wandelen. Hoewel het nog erg hard waaide, was het droog en vlakbij de camping had je een grote kalksteengrot, de Smoo Cave. Het riviertje de Smoo heeft die grot in miljoenen jaren uitgesleten en na een flinke regenbui kan je in de grot een waterval bekijken. Het feit dat we die waterval zagen, betekende dus dat het hard had geregend. Sterker nog, toen we uit de grot kwamen en weer naar de camper terug liepen, regende het zo hard dat we kletsnet bij de camper aan kwamen. Gelukkig konden we droge kleren aantrekken, maar de rest van de avond bleven we binnen. We hadden zelfs voor het eerst de verwarming in de camper aan.
Na een uitsmijter als diner maakten we plannen voor de komende dagen. We gaan proberen om morgen in Ullapool te komen, maar als dat niet lukt, is het ook goed. Dat is het fijne van reizen met een camper. Je zit nergens aan vast.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Pieterpad, etappes 22 en 23

Zondag in München

Zondag in Oslo