Taman Negara, tweede dag

's Nachts had het op z'n best geregend, maar gelukkig was het 's morgens weer droog. We hadden om 10 uur een excursie naar een Orang Asli dorpje gepland. Orang Asli zijn een inheemse stam die nog nagenoeg geheel in het wild leven. Daarom namen we een bootje naar de overkant van de rivier om ons daar te melden voor een dergelijke excursie. We hadden echter pech, want voor de excursie gold een minimum van 4 personen en die waren er niet. Kennelijk wilde niemand het dorpje van deze mensen bezoeken. 's Middags was er een andere mogelijkheid voor dit uitstapje en die zou vermoedelijk wel door gaan. Omdat we nu toch aan de overkant van de rivier waren, besloten we Kuala Tahan met een bezoek te vereren. Daar viel echter helemaal niets te beleven. Wat een saai gat. Maar snel terug naar het resort. Daar was een jungletrack uitgezet die we nog niet hadden gelopen. Dus wij op pad in het oerwoud. Hoewel het niet zo warm was als de dag er voor, waren we in no time weer helemaal bezweet. De bodem van het oerwoud was behoorlijk nat door de regenval van afgelopen nacht. Gevolg waren zeer smerige schoenen en Nicky had haar eerste twee bloedzuigers te pakken. Eentje had zich vastgezogen op haar voet. Ze had er niks van gevoeld totdat ze ze zag. Toen deed het ineens zeer. Tijdens de wandeling zagen we niet veel bijzonders. Het was vooral veel groen. Wel waren we blij met de gele bordjes die ons de weg wezen, want dertig meter het oerwoud in en je ziet niet meer welke kant welke is.
Weer terug bij ons chaletje, hielden we ons rustig. We lunchten in het restaurant en lazen wat. Tegen half drie namen we voor de tweede keer een bootje naar de overkant voor de excursie naar de Orang Asli. Dit keer waren er wel genoeg deelnemers en werden we in een boot naar hun nederzetting aan de oever van de rivier gevaren. De hutjes waar deze mensen in leefden stelden helemaal niks voor en het was er bovenal smerig. Er was geen water, geen licht en geen sanitair. Van de gids mochten we alles en iedereen fotograferen. Aan de mensen zelf werd niks gevraagd. Het voelde daarom een beetje als aapjes kijken. Gelukkig wisten we dat deze mensen profiteren van dit soort bezoekjes doordat ze een deel van de opbrengst krijgen, anders was het helemaal genant geweest. De mensen waren daarentegen wel fotogeniek en namen kennelijk geen enkele aanstoot aan die fotograferende bleekscheten. Wij deden derhalve vrolijk mee. We kregen er ook een demonstratie hoe deze mensen vuur maken. Je zou zeggen dat ze daarvoor een aansteker gebruiken. Kuala Tahan is tenslotte slechts een kilometer ver weg, maar men deed het nog zoals men dat al eeuwen lang deed. En snel ook. In no time brandde er een vrolijk vuurtje. Met een aansteker had het nauwelijks korter geduurd. Daarna kregen we uitleg over de fabricage van een blaaspijp en pijltjes met giftige punt. De Orang Asli gebruiken deze middelen nog steeds bij de jacht. Zelf mochten we ook proberen een pijltje af te schieten op een soort van roos. Dat viel nog niet mee. Met een boot werden we daarna weer afgezet bij ons resort.
We zaten op onze veranda wat te computeren en te lezen met wat chipjes toen er in één keer uit het niets apen op het tafeltje sprongen en alle chips weggraaiden. Ze waren hondsbrutaal en helemaal niet bang. Triomfantelijk aten ze de chips voor onze neuzen op. Ze lieten zich gewillig fotograferen en gingen pas weer weg toen zelfs het kleinste kruimeltje was opgepeuzeld.
's Avonds aten we voor het laatst in het restaurant van het resort en hielden ons de rest van de avond koest. Morgen vroeg op voor de reis naar de Cameron Highlands.

Reacties

Hans en Kitty zei…
He, waar zijn de foto's van die apen?

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23