Inverness – Cape North


Toen we wakker werden was het heel ander weer dan de voorgaande dagen. De zon zat verstopt achter een dikke laag bewolking. Het was wel droog. Een verrassing was dat niet want alle weersvoorspellingen hadden op deze bewolking gewezen. Ons ontbijt hadden we bij ons dus dat werd een broodje op de kamer. Vandaag zouden we de Cabot Trail gaan rijden. Veel mensen vinden het landschap van deze trail het mooiste van de maritieme provincies. Dat beloofde dus wat. We reden eerst de rest van de Ceilidh trail af waar we gisteren aan begonnen waren. Zo stopten we nog in Margaree Harbour, een slaperig plaatsje met een al even slaperig haventje maar met een fantastische ligging aan de ruige kust. Altijd goed voor wat foto’s.
Cheticamp is de grootste plaats aan de westkust van Cape Breton Island. Daar deden we wat boodschappen in een fatsoenlijke supermarkt. We vonden er ook een Tim Hortons. Koffie drinken dus. Cheticamp is wat ze noemen een Acadian village wat betekent dat het merendeel van de mensen van Franse afkomst is. Er werd dan ook voornamelijk Frans gesproken. Gelukkig niet uitsluitend zoals in Quebec. Alles staat hier in twee talen aangegeven en de mensen die we spraken, spraken ook Engels. Wel is men kennelijk trots op hun Franse afstamming getuige de vele Franse vlaggen met een gele ster in het blauwe vlak, de Acadische vlag. Bij bijna elke woning hing wel zo’n vlag. Een boer had zelfs z’n schuur in die kleuren geverfd.
Even boven Cheticamp begint het Cape Breton Highlands National Park. We bezochten het bezoekerscentrum voordat we het park inreden. Entree hoefden we niet te betalen omdat we nog steeds in het bezit waren van een jaarkaart voor alle nationale parken in Canada. Zodra we in het park waren, stikte het er van de look-off punten zoals men hier een uitkijkpunt noemt. De meeste boden een prachtig zicht op de ruige kust en de golven die lustig op die kust beukten. Jammer dat het zo bewolkt was. Toch waren we allang blij dat het niet regende. We stopten bij de meeste punten en namen heel wat foto’s. Ook waren er diverse korte wandeltrails uitgezet. De eerste die we liepen was er eentje van maar liefst 600 meter lang. De Bog “E” trail was een boardwalk door een stuk moeras. Beesten zagen we er niet maar wel heel interessante plantjes zoals de Pitcher plant, een vleesetende plant die insecten lokt die daarna niet meer los kunnen komen van de plant dankzij honderden weerhaakjes en uiteindelijk verdrinken in het water dat onderin de plant zit. We vonden er veel en waren druk met het fotograferen van deze kleurrijke planten.
De volgende wandeltrail was die naar Benjies Lake. We waren de enigen op de route, want onze Pontiac was de enige auto op de parkeerplaats. De trail was slechts 3,2 kilometer lang maar bood kans op moose. Nu hadden we al heel wat trails gelopen die een ontmoeting met een moose beloofden, maar tot nu toe hadden we nog niet één moose gezien. Toch begon de trail veelbelovend. Overal zagen we sporen van deze grappige beesten. We waren zo’n kwartiertje onderweg toen Ron een bull moose ontwaarde die rustig stond te grazen in het bos. Het was het geweldige gewei van het beest dat hem was opgevallen. In het begin waren we nog heel stil en fotografeerden de moose van een afstand, maar omdat hij maar bleef grazen en we zijn kop niet goed zagen, begonnen we wat geluid te maken om hem op te laten kijken. Dat deed hij een paar keer maar het was duidelijk dat hij zich niet liet storen door ons. Dat moedigde ons weer aan om wat dichter naar het beest toe te lopen. We bleven bijna een half uur bij de moose die al die tijd rustig door graasde. De trail eindigde bij een prachtig stil meertje waar ook duidelijk veel moose kwamen, gezien de sporen. Nu waren ze kennelijk ergens anders bezig want we zagen er geen meer. Toen we terug naar de auto liepen was de moose er nog steeds maar nu lieten we hem maar met rust.
In de auto hebben we een muffin bij wijze van lunch gegeten. Iets voor Pleasant Bay hadden we de mooiste uitzichten op de kust van deze dag.
We daalden via een weg met veel haarspeldbochten naar zeeniveau. In een restaurantje dronken we wat en hoorden dat er wellicht om vier uur een boot vertrok om walvissen te gaan spotten. Daar hadden we wel oren naar en dronken vlug ons drankje op om naar het haventje van Pleasant Bay te rijden. Helaas hoorden we daar dat de tocht niet doorging vanwege de harde wind. Wij vonden het helemaal niet hard waaien, maar hier zijn ze blijkbaar niet zo veel gewend. Ook de komende dagen zou men niet uitvaren. Geen walvissen deze keer dus.
Dan maar weer een trail. Deze keer de Lone Shieling trail met een heuse schuilhut en erg veel maple bomen. Dit bos zou het oudste bos in dit deel van Canada zijn. Wij geloofden dat onmiddellijk. De trail was kort en weinig interessant, dus waren we vlug klaar. Restte ons nog een slaapplek te zoeken voor vannacht. We kwamen uit bij North Bay. Daar was een viersterren bed and breakfast maar die was helaas volgeboekt. Jammer want die zag er erg leuk uit. Daarom maar weer een motelkamer genomen. Dat was echter ook geen verkeerde. De kamer was erg groot en alles was erg netjes. Enig minpuntje was de erg oude televisie met welgeteld 2 zenders.
Het diner deze dag bestond uit een pizza die we haalden in een piepklein restaurantje in het gehucht. Die aten we op onze kamer. Daarna was het foto’s kijken, typen en lezen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23