Cape North - Baddeck


Toen we wakker werden scheen de zon maar voordat we uit bed waren, regende het pijpenstelen. Vandaag maakten we eerst een omweg voordat we verder zou gaan met het rijden van de Cabot Trail. We wilden namelijk het meest noordelijke puntje van Nova Scotia bezoeken. Dat betekende eerst bijna 20 kilometer naar Bay St. Lawrence in de regen. Daarna nog bijna acht kilometer over een modderweg naar Meat Cove. De weg was door de regen zo glad geworden dat de auto op de steilere hellingen gewoon naar beneden gleed. Geen pretje. Meat Cove bleek een gehuchtje met vijf huizen en een camping. Er was helemaal niks te doen, maar daar ging het ons niet om. We waren op het meest noordelijke puntje geweest. De weg terug was al even glibberig als de heenweg. We waren blij toen we weer asfalt onder de wielen van de Pontiac hadden. Om de Cabot Trail af te maken moesten we eerst weer naar Cape North. Het was ondertussen opgehouden met regenen en daarom besloten we toch een korte trail te gaan lopen. Het werd de Jigging Cove Lake trail waar wellicht wat dieren tegen zouden kunnen komen. Niet dus. We liepen de hele route zonder ook maar een beest tegen te komen, zelfs geen eekhoorn of mug. We waren bijna terug bij de auto toen het weer begon te regenen. We reden daarom maar door naar het zuiden.
Bij de luxe Celtic Lodge reden we naar een zandstrandje waar we een muffin aten bij wijze van lunch. Ron was zo moe dat ie even in slaap viel. Ondertussen bleef het maar regenen. Daarom reden we de middag voornamelijk door naar het zuiden. Af en toe stopten we als het uitzicht over de kust te mooi was om aan voorbij te rijden, regen of niet. Op onze route passeerden we diverse gehuchtjes maar geen echte dorpen. Waar doen al die mensen die hier wonen in vredesnaam hun boodschappen? Her en der stonden er woningen, maar winkels waren nergens te bekennen. Alleen souvenirwinkeltjes reden we af en toe voorbij. Cape Breton Island is een prachtig eiland maar het is allemaal wel erg ver van de bewoonde wereld, zeker nu het weer niet zo best was.
Om half vier reden we Baddeck binnen. Voor het eerst zagen we weer wat winkeltjes in een plaatsje. Toen we door het dorp reden zagen we een erg leuk motel. Niet de doorsnee motelunits, maar een Victoriaans huis. We besloten hier te blijven voor de nacht. Er was nog plaats in het motel, alleen was de kamer nog niet gepoetst. Een half uurtje later wel. Ondertussen liepen we door het dorp en deden we nog wat boodschappen.
Toen we onze kamer in konden was het kappertijd voor Ron. Alle haartjes werden weer keurig door Nicky verwijderd. Daarna liepen we nog wat door het dorp voordat we gingen eten in het restaurant bij het motel. Bij wijze van uitzondering was het eens een restaurant dat er een beetje gezellig uitzag in tegenstelling tot veruit de meeste tentjes die we zagen. Het was er ook best druk. Op de menukaart stond ook kreeft vermeldt. Dat was de gelegenheid voor Ron om die eens een keer te bestellen. De prijs van CAD 24,95 was goedkoop in vergelijking met thuis. Het is altijd wel een gedoe om het vlees uit een kreeft te krijgen, maar het was de moeite waard. Ron genoot van deze delicatesse. Ondertussen waren ook een pianist en een violiste begonnen met spelen. Zo werd het nog gezellig ook. Voor het eerst sinds ons verblijf in Canada zaten we langer dan een uur in een restaurant. 
De rest van de avond zaten we op onze kamer waar we weer bezig waren met de foto’s en het dagboek.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23