Over holle wegen en onder kastanjebomen door

Voordat we aan de lange etappe van deze dag begonnen, ontbeten we eerst in de albergue. Hoewel het al acht uur was geweest voordat we met lopen begonnen, was het buiten nog steeds pikkedonker. We kozen er daarom ook voor om niet het Camino pad te volgen maar de asfaltweg die gestaag naar beneden liep. Ondanks dat het nog een hele tijd donker bleef schoten we goed op. Wel maakte de weg grotere bochten dan het pad zodat we op de weg lopend meer meters maakten. Dat was de reden dat we op een gegeven moment er toch maar voor kozen om over het Caminopad te lopen. Dat gaf ook veel mooiere uitzichten. We liepen over diep uitgesleten holle wegen met veel en grote kastanjebomen. De zon was al vroeg achter de wolken vandaan en het was heerlijk wandelweer.

We passeerden diverse gehuchtjes voordat we in Triocastela aan kwamen. Aan het begin van het dorp stond een 800 jaar oude kastanjeboom. Wij dronken in een barretje een café con leche, maar de vrouw achter de bar had niet bepaald veel plezier in haar baan. Gauw verder dus.
Na Triocastela ging het pad steil omhoog. Het landschap werd steeds mooier en de gehuchtjes authentieker. Het was wel flink werken want we moesten 240 meter stijgen. Boven op de berg hadden we een prachtig uitzicht op twee rivierdalen.
Het landschap bleef prachtig maar we kwamen geen dorpjes tegen met voorzieningen. Dat werd lastig want we kregen honger. Wel kwamen we een bar tegen die open was, maar waar geen personeel bij was. We hadden de hele bar leeg kunnen drinken zonder dat iemand ons betrapt had, maar zo zijn we niet. Na een vijftal minuten wachten zijn we maar gegaan.
Gelukkig was er in een dorpje verder wel een barretje open met personeel. Daar lunchten we buiten op het terras in de zon. Machtig mooi dat we eind oktober nog buiten kunnen eten.
Weer aangesterkt begonnen we aan het laatste deel van deze etappe. Nu liepen we vaker door gehuchtjes en dorpjes met een barretje. Vanaf de berg zagen we Sarria, onze eindbestemming voor deze dag, al liggen. Toch duurde het nog zeker anderhalf uur voordat we in Sarria aan kwamen.
Sarria is vooral beroemd omdat heel veel "pretpelgrims" hier hun tocht naar Santiago beginnen. Om in aanmerking te komen voor de Compostela moet je minstens 100 kilometer hebben gelopen. Sarria ligt op zo'n 115 kilometer van Santiago. Veel luie Spanjaarden beginnen daarom in Sarria met hun pelgrimage. Om die reden zijn er erg veel albergues in de stad. We hadden zoveel keus in overnachtingsplekken dat het moeilijk kiezen was. Uiteindelijk vonden we een prima albergue waar we ieder een bed kregen op een kamer met vier bedden.
Na de douche gingen we eerst het verloren vocht aanvullen in het stadje. Daarna bekeken we het centrum eventjes. Heel veel bijzonders bleek er niet te zien.
Tegen zevenen gingen we dineren. We kwamen uit bij een pizzeria waar we een overheerlijke verse pizza aten. Daar kwamen we Gabriëlle weer tegen en kletsen wat met haar en naar gezellin.
Toen we terug kwamen in de albergue bleken er nog twee Japanners op onze kamer te liggen. Jammer dat we de kamer niet voor onszelf hadden, maar zo gaat dat met dormitories.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23