Wandeldag 10. Van Pontevedra naar Caldas de Reis

Het was tien voor half negen toen we de deur van onze kamer in het pensionnetje achter ons dicht trokken en vertrokken voor wandeldag 10. Op straat in Pontevedra was het nog rustig. Dat veranderde toen we via de oude binnenstad op de route van de Camino kwamen. Een hele stoet van pelgrims liep over een brug de stad uit. Wij wilden nog koffie drinken, maar buiten het centrum van Pontevedra was er nergens een barretje. Doorlopen dus maar.

De eerste helft van de route was redelijk saai hoewel niet lelijk. We liepen weer voornamelijk door bos met grote keien her en der verspreid liggend. Er was wel behoorlijk wat klimwerk te verrichten. Veel meer dan andere pelgrims viel er niet te zien. Of het komt doordat het zondag was, of iets anders, maar het stikte van de fietsers. Allemaal volgden ze de route van de Camino hoewel de meesten geen pelgrims waren. We moesten regelmatig plaats maken voor een grote groep van die mountainbikers. Tot vervelens toe.
Halverwege de ochtend kwamen we toch nog aan bij een koffietent met een groot terras. Daar troffen we vier Amerikanen die we al eerder hadden ontmoet. Samen dronken we een bak koffie en kletsten wat weg. Het was inmiddels warm genoeg geworden om het truitje uit te kunnen doen.

Tegen lunchtijd kwamen we weer uit bij een terras. Dit keer stond er tortilla en meloen op het menu. Vooral de tortilla was erg lekker. De route daarna werd iets interessanter. Af en toe was er wat bebouwing en we liepen vooral langs en onder heel veel duivenranken. De druiven waren rijp voor de pluk en de trossen waren dan ook groot. We weerstonden de neiging om ze te plukken en op te eten.
Om half twee liepen we, na 22 kilometer, Caldas de Reis binnen over de mooie brug. De route voerde door de binnenstad die prachtig versierd was met gekleurde hoedjes boven de straten. Toen we bij onze albergue kwamen, waren we de allereerste gasten voor deze dag. Hier kregen we een prachtige stempel. Wellicht de mooiste op de hele Camino. Het was meer een zegel die versierd werd met gedroogde bloemetjes, een schelpje en goudverf. Omdat we de eersten waren, hadden we alle keus qua bedden. Wij kozen voor een apart kamertje met slechts drie bedden. Zo hadden we toch nog bijna een privé kamer en dat voor de prijs van een albergue. Het derde bed bleef onbezet.

Eenmaal gedoucht, deden we de was in de albergue. Terwijl die draaide, zaten wij bij de buren op het terras aan een lekker koel drankje. Nadat de was gedaan was en gedroogd, bekeken we het stadje op ons gemak. Omdat het zondag was, waren alle winkels gesloten, maar er waren verschillende terrassen en daar was het druk. Op één zo’n terras aten we wat zodat we ‘s avonds geen diner meer hoefden te eten. De restaurants zijn hier ‘s avonds pas rond zeven à acht uur open en dat vinden we te laat. Wij zaten deze avond nog wel op het terras bij de buren met een wijntje en een mojito.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23