Mahout spelen

Na ons ontbijt op de veranda van het hotel, werden we om half negen opgepikt door een grappig mannetje en werden we in een busje, samen met nog wat andere mensen, naar een olifantenkamp, zo'n 15 kilometer buiten Luang Prabang gereden. Vandaag en morgen leren we hoe om te gaan met olifanten. We gaan twee dagen mahout spelen. Het olifantenkamp was allesbehalve sober. Er was een plek waar je de olifanten kon voeren, een heus olifanten ziekenhuis en een verhoogd platorm waar vandaan je gemakkelijk op een olifant haar rug kon klimmen. Ook was er een restaurantje. In dit olifantenkamp zijn vijftien olifanten. Allemaal vrouwtjes. Mannetjes olifanten zijn te onberekenbaar om met onervaren toeristen op hun rug rond te stappen. De meeste olifanten hebben jaren in de bosbouwindustrie gewerkt en hebben nu een makkelijk baantje aan die toeristen.
Onze eerste activiteit met een olifant was zo'n enorm beest rijden terwijl je in haar nek zit. Om de olifant te kunnen bestijgen en om haar te kunnen sturen, moesten we een paar simpele commando's in Lao leren. Op het commando "seung" tilde de olifant haar rechterpoot op zodat je je voet daarop kon zetten en als je dan haar rechteroor vastpakte kon je jezelf op haar rug hijsen. Sommigen hadden toch nog wat hulp nodig want een olifant is een erg groot beest. Eenmaal in de nek gezeten zorgde het commando "pei" ervoor dat de dame zich langzaam in beweging zette. "Kwa" is rechtsaf en "sai" doet een olifant hier linksaf slaan. "How" is de rem. Toch was het maar goed dat er ook een echte mahout op de olifant zat want de beesten hadden af en toe een selectief gehoor.
Na onze rit werden wij en nog drie anderen naar onze lodge aan de Nam Khan rivier gebracht met een lang, smal bootje. We kregen een kamer die weliswaar simpel was, maar toch alles bevatte wat nodig was voor een verblijf. Bovenalles was de kamer gezellig.
Weer terug in het olifantenkamp hebben we een ritje gemaakt op de rug van een olifant. Met z'n tweeën in een mandje is het heel wat relaxter olifantenrijden dan in de nek gezeten. Toch is het niet zo leuk. Met ons op haar rug slenterde de olifant langzaam naar de rivieroever en zo het water in. De mahout vroeg op een gegeven moment of één van ons in de nek wilde rijden en Ron liet zich dat geen twee keer zeggen.
Na dit ritje konden we de olifanten voeren. Deze beesten eten maar liefst 300 kilo per dag en poepen daarvan 250 kilo weer uit. Wij gaven ze suikerriet en bananen die erin gingen als koek. De slurf dient daarbij als mes, lepel en vork tegelijk.
De lunch genoten we in het kamp en daarna was er even tijd voor rust. Niet voor lang want al vrij vroeg in de middag werden de olifanten naar hun rustplek in het woud gebracht en dat moesten wij doen. Echter niet nadat ze beesten een bad in de rivier hadden genomen. Dit keer kregen we ieder een eigen olifant toegewezen; Mae Boakham voor Nicky en Mae Tom voor Ron. Hoog in de nek gezeten sukkelden de beesten het woud in. Het olifantjerijden ging steeds beter.
Eenmaal bij hun nachtverblijf zaten onze mahouttaken voor deze dag erop en voeren we naar een waterval die vanwege het ontbreken van water helemaal geen waterval meer was.'s Avonds dineerden we in het restaurantje in het kamp. Met z'n vijven keuvelden we tijdens het eten over vanalles en nog wat, maar we gingen op tijd slapen want een dag begint voor een mahout erg vroeg. In ons geval 06.30 uur.
Na een doodstille en pikdonkere nacht aan de rivieroever stonden we al om 06.00 uur naast ons bed. Nog voordat wij konden ontbijten moesten de olifanten weer uit het woud worden opgehaald en worden gewassen in de rivier. Aan ons die taak. Met een bootje werden we de rivier over gezet en wandelden we het woud in. Daar ontmoetten we de echte mahouts en klommen we weer met enige moeite in de nek van onze olifant waarna de rit naar de rivier kon beginnen. Het tochtje werd met enige regelmaat onderbroken omdat de olifant het nodig vond een grote tak af te breken en deze op te eten bij wijze van ontbijt.
Eenmaal bij de rivier konden we nog even wat kleding uittrekken voordat we, gezeten op onze olifant, de rivier in gingen. De temperatuur van de lucht was fris, maar het water was heerlijk. Eenmaal in het water kregen we een borstel en konden we beginnen om al het stof van de beesten te schrobben. De olifanten hadden er lol in. Met enige regelmaat dook de olifant van Ron helemaal onder water waardoor leerlingmahout Ron de meest rare bewegingen moest maken om ook niet kopje onder te gaan. De olifant van Nicky had de gewoonte om met haar slurf hard op het water te slaan zodat het water alle kanten op spatte. Het hele gebeuren was heel erg leuk ook al waren we zelf smerig en kletsnat.
Na het olifantenbad konden wijzelf onder de douche of wat daarvoor moest doorgaan en kregen wij ons ontbijt. Het mahoutdeel was hiermee afgelopen, maar ons restte nog een trekking van twee uur met onze gids Pat.
Pat is een grappig manneke van 28 jaar oud. Z'n engels in voor een Lao redelijk goed en hij praatte gedurende de trekking honderduit over z'n leven en vroeg ons het hemd van het lijf over ons leven. Zodoende waren we bij de eindbestemming voordat we er erg in hadden. De wandeling zelf was helemaal niet zo bijzonder. Die voerde ons door wat teakhoutbossen en langs de bedding van een droog gevallen rivier.
Weer terug in het olifantkamp kregen we nog een lunch voordat we terug naar Luang Prabang werden gereden. Daar checkten we weer in bij het hotel waar we al twee nachten hadden geslapen en gingen in het stadje wat drinken.
Aan het einde van de middag rustten we wat want het mahout spelen was erg vermoeiend, maar wel erg leuk. Het vinden van een restaurantje voor het diner vergde deze keer wat moeite want het was druk in het stadje en de leuke restaurntjes zaten veelal vol. Toch vonden we uiteindelijk een plekje voor ons laatste diner in Laos. Morgen weer een "vliegdag". Dit keer naar Hanoi in Vietnam.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23