En we zijn weer terug in Hanoi

Jeempie, wat was het warm geweest deze nacht in trein. Kletsnat van het zweet werden we om kwart voor vijf wakker gemaakt door de conducteur omdat we Hanoi binnenreden. Om bij ons hotel te komen dienden we een taxi te pakken. We besloten met z'n zessen om twee taxi's te nemen. We wisten dat een ritje van het station naar het hotel ongeveer 60.000 Dong zou gaan kosten. De chauffeurs wezen echter op de meter in hun taxi. Er op vertrouwend dat het dan wel goed zou gaan, stapten we in. Bij aankomst bij het hotel stond de meter echter op 140.000 Dong. Er was kennelijk grof met de meter geknoeid. Gevolg was een hoop stennis en dat nog voor half zes 's morgens. Uiteindelijk betaalden we 100.000 Dong waarmee we gruwelijk waren afgezet. Een goeie les om in Vietnam altijd, maar dan ook altijd vooraf een prijs af te spreken, zeker bij een taxi, ook al heeft deze een meter.
Om meteen over een kamer in het hotel te kunnen beschikken dienden we $25 te betalen. We hadden echter nog de behoefte om bij te slapen en dus dokten we maar weer. Nog voor zessen lagen we weer in bed en sliepen tot een uur of negen.
De rest van de dag verliep erg relaxt. Omdat zowat al onze kleren vies waren, brachten we die naar een Laundry-service. Voor $6 zijn morgen al onze kleren weer schoon. Daarvoor kunnen we het zelf niet doen. Daarna slenterden we door de oude wijk. Nu Tet zo goed als afgelopen is, waren bijna alle winkeltjes weer open en was het in de wijk aanmerkelijk levendiger en daardoor gezelliger dan voordat we naar Sapa vertrokken. Levendiger betekent vooral rumoeriger. Na een dagje Hanoi piepen je oren van het getoeter dat je de hele dag onophoudelijk hoort. Zodra in Vietnam een persoon een auto of een scooter start, gaat er een hand op de claxon en die gaat er niet meer van af. Het meest genegeerde verkeersbord is hier dan ook het verbodsbord om te toeteren. Niet dat de Vietnamezen zich ook maar aan één verkeersregel houden. Waarom zou je stoppen voor een rood stoplicht als er in de stroom kruisend verkeer een gaatje van een centimeter is? Daar kan je toch gewoon door? En zo gebeurd het ook.
Een grote attractie in Hanoi is het waterpoppentheater. Ron heeft zo'n show al eens gezien en omdat die erg leuk was, kochten we alvast kaartjes voor een voorstelling van morgen. We hadden geluk want de meeste voorstellingen waren al uitverkocht. Daarna wilden we wel eens zien hoe rijk Vietnam winkelt en gingen op zoek naar de Hanoise PC-Hooftstraat. Die vonden we pas na lang zoeken. Dat lange zoeken kwam door het personeel in ons hotel die ons de verkeerde wijk had aangewezen. Die kwamen vast nooit daar. De sjieke buurt was tamelijk klein uitgevallen, maar dat is niet zo vreemd in een land dat officieel nog steeds het communisme aanhangt. Verbazingwekkend is dat de prijzen voor electronica hier net zo hoog zijn als in Nederland. Met het gemiddelde salaris van een paar honderd dollar per maand, is veel van dat spul voor de doorsnee Vietnamees absoluut buiten bereik.
 Aan het Hoan Kiemmeer troffen we diverse bruidspaartjes die daar hun foto's lieten maken. Aan sommige gezichten van de bruidjes te zien waren zij niet met Mister Right getrouwd, want ze keken af en toe maar somber. Ook aan de oever van het meer zagen we op een gegeven moment behoorlijk wat mensen staan. Wij er dus op af. Bleek dat er in het water een behoorlijk grote schildpad zwom. Daarmee hadden we geluk want van deze schildpadden zwemmen er maar een paar in het meer.
Verder kwamen we de dag door met windowshoppen en drankjes drinken. Lekker op het gemak onder een heerlijk zonnetje.
's Avonds aten we in een erg goed restaurantje. Voor $10 hadden we eten en drinken op tafel staan. Dat zijn nog eens prijzen. Morgen nog een hele dag Hanoi. Dan gaan we de Vietnamese vader des vaderlands, Ho Chi Minh met een bezoek vereren.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23