En we zijn weer in Thailand

We zijn weer terug in Bangkok. Dat ging niet op de meest effeciënte of comfortabele manier. Het begin was wel prima. Vanuit ons hotel in Siem Reap werden we door een chauffeur opgepikt en in een comfortabele auto in de richting van de Cambodjaanse/Thaise grens gereden. Tot voor maart 2009 was dat over een zeer slechte weg die er voor zorgde dat de rit van 140 kilometer zo'n 5 tot 6 uur duurde. Sinds die tijd ligt er een gloedje nieuwe, prima weg en duurt de trip nog maar zo'n twee uur. Onze chauffeur was een vriendelijke man die graag een praatje maakte. Hij vertelde uitgebreid over z'n vijf zoons en hoe die hem erg veel geld kosten. Wil een jongen in Cambodja met een meisje trouwen, dan moeten de ouders van de jongen het feest betalen en dat kan, met 400 à 500 gasten, aardig in de papieren lopen. Z'n oudste zoon wilde graag trouwen, maar moet een paar jaar wachten omdat pa het geld voor het feest nog niet heeft. Je zou denken dat ze in zo'n arm land hun geld wel anders zouden spenderen, maar niet dus. Om z'n spaarpotje wat te spekken gaven we de man een fooi toen hij ons dropte in Poipet, de Cambodjaanse grensplaats. We moesten te voet de grens over. De formaliteiten verliepen soepel. Het was ff kijken waar we steeds moesten zijn, maar binnen een kwartier stonden we in Thailand.
We hadden verwacht dat we besprongen zouden worden door tuktukchauffeurs, maar dat was helemaal niet het geval. We moesten er echt eentje zoeken. Voor 80 Baht (€2) bracht een mannetje ons in z'n tuktuk naar de Thaise plaats Aranya Prathet. Daar hadden we een geplande overnachting in een hotel. Al om kwart voor elf stonden we in het hotel. Gelukkig was er al een kamer beschikbaar. Die kamer voldeed prima en we hadden er gratis breedband internet.
Zodra we onze tassen in de kamer hadden neergezet, liepen we het plaatsje in. Dat viel ons erg tegen. Er was helemaal gene ene reet te doen. Gôh, in wat een ongezellig oord waren we terecht gekomen. En hier dienden we nog de hele dag te verblijven. We waren jaloers op de reizigers die in Aranya Prathet aankwamen en meteen een buskaartje naar Bangkok kochten en weg waren. Al snel waren we weer terug in onze hotelkamer en deden er een dutje en maakten vooral veel gebruik van de snelle internetverbinding. Dat bracht ons door de middag.
's Avonds aten we in het enige restaurantje. Dat viel niet eens tegen, maar een klein uurtje later zaten we weer in ons hotel omdat er op straat helemaal niks te beleven viel. We keken vooral op Youtube naar filmpjes over de verschrikkelijke aardbeving in Christchurch, Nieuw Zeeland. Ruim een maand geleden liepen we daar nog door de straten en nu zagen we ons bekende gebouwen in puin liggen zoals bijvoorbeeld de beroemde kathedraal.
Na een kort nachtje, werden we al om 06.20 uur bij het hotel opgepikt voor onze treinreis naar Bangkok. Een ontbijt zat er niet in. Gelukkig hadden we dat voorzien en zelf wat broodjes gekocht. Riksja, onze reisorganisatie had ons voorzien van derde klas kaartjes en dat betekende plastic bankjes in een vieze dieselboemeltrein. Het boemeltje sukkelde met een gangetje van 30 à 40 kilometer per uur door het saaie Thaise platteland en gedurende maar liefst zes uur zaten we op die plastic bankjes. Gôh wat baalden we van dit deel van de reis. Voor bijna hetzelfde geld hadden we veel sneller en veel comfortabeler kunnen reizen. Echt een puntje voor de evaluatie.
Gebroken kwamen we om 12.15 uur aan op het grote treinstation van Bangkok. Hier begon het spel met de tuktukchauffeurs weer. Deze oplichters vragen structureel veel te veel voor een ritje en het duurde dan ook even voordat we een iets mindere crimineel hadden gevonden die ons voor een redelijk bedrag naar ons hotel wilde brengen.
Ons hotel, het Navalai River Resort hadden we een maand geleden ook en is een prima hotel. We konden ondanks het vroege tijdstip meteen onze kamer op en aten eerst wat op het grote terras aan de rivier voordat we te voet de stad in gingen.
We hadden amper een paar honderd meter gelopen toen we een Sri Lankaan tegen kwamen met wie we op de boot in Halong Bay in Vietnam hadden gezeten. Wat is de wereld toch klein. Raj, nodigde ons meteen uit voor een drankje en op een terrasje in de wijk Banglamphu en bespraken we wat we allemaal in de tussentijd hadden gedaan. Daarna liepen we naar wat tempels in de buurt van Khao San Road. Kennelijk een wijkje waar de grote leveranciers van Boeddhabeelden huizen. Een paar straten lang, winkel na winkel, zagen we duizenden en duizenden van deze beelden. Van 10 centimeter tot vier meter groot. Wat doen ze toch met al die beelden?
's Avonds aten we in een restaurantje dicht bij het hotel omdat we moe waren. We lagen dan ook op tijd in bed.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23