Nog een dag op het Snaefellsness schiereiland

Vermoedelijk vanwege de vermoeidheid, maar we sliepen als ossen afgelopen nacht. Het was dat de wekker om zeven uur af ging, anders was het veel later geworden dat we op stonden. Na het ontbijt gingen we op pad. Het was toen nog geen half negen. Dat deden we omdat we voor vandaag veel op het programma hadden staan. Het weer was bar en boos. Niet alleen hing de bewolking zowat op enkelhoogte maar het regende ook. En niet eens zo zachtjes. We waren bang dat ons hele programma in de soep zou gaan lopen. Toch gingen we er voor.
Onze eerste stop was bij een monumentje voor de eerste westerse vrouw die een kind baarde op Amerikaanse grond. Vanuit IJsland was zij naar Amerika gekomen. Dat was rond het jaar 1000, dus zo’n 400 jaar voordat Columbus Amerika ontdekte. Vanwege het weer was het snel uit de auto, wat foto’s en rap weer in de auto.

De volgende stop was slechts enkele kilometers verder, bij Lóndrangar. Voorzien van regenkleding liepen we een route naar de rotskust met enkele heel opvallende spitse uitsteeksels. Op de foto zie je die uitsteeksels. Hoewel het rotweer was, bleven we daar toch een hele tijd omdat het toch wel heel mooi was allemaal. Dan maar nat worden.
Gelukkig werd het even later droog toen we bij de vuurtoren van Malariff waren. Hier waren de rotsen wat lager zodat we bij het strand konden komen. Dat bestond uit zwarte lava en basaltkiezels. Bij een schuurtje vonden we de prachtige verroeste overblijfselen van wat eens een tractor moet zijn geweest.
Highlight van de morgen was Djúpalónssandur. Aan het einde van een lavaveld ligt daar een prachtig zwart strand van lava. De punten van de lavarotsen zijn onaards. Nergens hadden we zulke lavaformaties nog gezien. Ook in de zee en op het strand stonden vreemde rotsen met scherpe uitsteeksels. Op het zwarte strand lagen de verroeste restanten van een vissersboot die hier in 1948 op de klippen liep. Het was lastig lopen op de losliggende kiezels, maar toch liepen we een heel eind over dat strand. Gelukkig bleef het droog.
Tegen de tijd dat we bij de Saxhóll krater aankwamen, scheen de zon. We konden heel makkelijk op de rand van de krater komen via een trap. Van boven hadden we een schitterend uitzicht op de Snaefellsjökull die prachtig in het zonlicht baadde. Kijk maar eens naar de bovenste panoramafoto bij dit blogstukje.
Een paar kilometers verderop ging we van de weg af naar een strandje, Skarðsvik genaamd. Hier was het zand geel en met het blauwe zeewater erbij leek het wel op een strandje in een land waar het een stuk warmer is dan in IJsland. Omdat er nog steeds een zonnetje scheen konden we hier op het strand lunchen. We hebben op lelijkere plekken gegeten. Het werd nog mooier toen er een complete regenboog boven zee verscheen die maar bleef staan.

In het dorpje Hellissandur wilden we koffie gaan drinken maar in plaats daarvan kwamen we uit bij een aantal oude loodsen die helemaal bedekt waren met kleurrijke muurschilderingen. Daar namen we veel foto’s. Omdat het enige koffietentje bomvol zat, besloten we verderop ergens te proberen aan koffie te komen.
Na bezoekjes aan een klein rood-wit kerkje in de middle of nowhere en de Svöðufoss waterval, kwamen we uit in het dorpje Ólafsvik. Hier vonden we een gezellig barretje waar we eindelijk onze welverdiende bak koffie konden drinken. Na een tankbeurt voor de auto reden we door naar IJslands meest gefotografeerde berg, de Kirkjufell. Onderweg reden we voorbij aan een prachtig lichtspel van de zon die door het wolkendek op de bergen scheen. Kijk maar eens op één van de collages.
Bij Kirkjufell was het druk, vooral bij de watervallen die voor de berg liggen. Vanaf een bepaald standpunt heb je zowel de watervallen als de berg op de foto. Ons lukte dat ook. Zie de tweede panoramefoto.

We hadden nog wel meer willen zien op het Snaefellsness schiereiland maar ons overnachtingsadres voor deze dag lag in Reykholt, op een kleine 150 kilometer van de Kirkjufell. Om daar niet al te laat aan te komen, besloten we om een uur of half vier te gaan rijden. In Reykholt was het even zoeken maar tegen half zes konden we de sleutel van ons vakantiehuisje omdraaien. Bij dat huisje was ook een hot-tub. Het water was nog niet helemaal op temperatuur maar daar kon Ron iets aan doen door de warmwaterkraan open te zetten. Even later konden we lekker buiten poedelen.
Voor het diner hoefden we alleen de restjes van gisteren op te warmen. Maar goed dat het zo gemakkelijk was, want de energie voor vandaag was wel op. Toch lukte het nog om de foto’s te back-uppen en dit blogstukje te maken. Morgen hebben we een ietsje minder druk schema in gedachten. Ron is blij als hij kan gaan werken, dan kan hij tenminste wat uitrusten. Vakantie is hard werken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23