Geen walvissen, wel watervallen

Vandaag was het een uur later dat we klaar waren met wakker worden, douchen en ontbijten. Dat gaf echter niks want we hadden onszelf beloofd dat we het deze dag iets rustiger aan zouden doen. Daarom liepen we ook niet naar Húsavík, maar namen we lekker lui de auto. We parkeerden het ding, na weer een tankbeurt, in het haventje. Ron had graag een walvistocht gemaakt, maar Nicky zag dat niet zo zitten. Reden was dat we gehoord hadden dat er geen walvissen in de buurt zouden zitten, enkel orka’s. Die zaten echter zo ver op zee dat je die alleen kon zien als je een tocht met een snelle motorboot boekte. Die was ons met €120 per persoon iets aan de gortige kant. Dat was even balen, maar waarom zou je veel geld uitgeven als je niet kreeg waarvoor je kwam? In plaats van een boottocht, bekeken we het plaatsje voordat de overstapten op plan B.
Plan B was een rit van anderhalf uur naar twee grote en indrukwekkende watervallen, de Dettifoss en de Selfoss. We waren net Húsavik uit toen we een grote regenboog boven zee zagen. Die moest natuurlijk op de foto. Daarna kronkelde de weg zich langs de kust. Af en toe kwamen we nog een auto tegen, maar druk was het alles behalve. Bij enkele uitzichtpunten parkeerden we het jeepje nog aan de kant waardoor we iets langer dan anderhalf uur deden over de tocht naar de watervallen.
Een iets uitgebreidere stop maakten we bij de Hljoðaklettar canyon. We konden de auto op een splinternieuwe parkeerplaats kwijt en over een al even nieuw pad liepen we naar een uitzichtpunt over de canyon. Beneden ons zagen we gigantische rotsen van basalt in de meest vreemde vormen. Heel apart om te zien. We konden afdalen in de canyon, maar dat duurde ons te lang. Daarom hielden we het bij lekker lui kijken vanaf de rand van de canyon.

Na nog weer 19 kilometers rijden kwamen we aan bij de grote parkeerplaats bij de Dettifoss en Selfoss. Het landschap leek hier sprekend op dat van de maan. Er was nagenoeg geen groen te bekennen, laat staan bomen en voor de rest waren het alleen grote rotsblokken waar tussen een pad was gemaakt. We kozen eerst voor de Dettifoss. Hij is 44 meter hoog en ruim 100 meter breed, en is wat waterverplaatsing betreft de krachtigste waterval van Europa. Om er te komen moesten we een paar honderd meter door dat maanlandschap. Het was echter de moeite waard. Wat een prachtige waterval. Met een gruwelijk geweld gaan elke seconde 550 kuub gletsjerwater over de rand. Door het sediment in het water is dat grijs van kleur. Daar waar het water neer kwam, zagen we grote waterdampwolken en daaruit ontsproot dan weer een regenboog. We waren alle twee onder de indruk van het schouwspel. Vanaf diverse uitkijkplatformen konden we het watergeweld van verschillende standpunten bekijken.
Na de Dettifoss bezochten we ook de Selfoss die een paar honderd meter verderop ligt. Selfoss is “slechts" 10 meter hoog maar wel 100 meter breed. Er gaat dus ook heel wat water naar beneden. Mede door het fraai schijnend zonnetje was ook deze waterval een plaatje. Toch hadden we dit natuurfenomeen voor onszelf.

Terug bij de auto lunchten we met het door ons zelf meegebrachte eten. Er was hier niks te krijgen, dus dat hadden we goed ingeschat.
Toen we na weer een rit van anderhalf uur terug waren in Húsavik deden we nog wat aanvullende boodschapjes in de plaatselijke supermarkt voordat we naar onze cabin reden. Het was toen kwart voor vijf.
Deze dag kookte Ron weer een simpel maar lekker maaltje voordat de avondroutine van foto’s back-uppen en een blogstukje typen begon. Morgen gaan we naar Myvatn. Dat beloofd een leuke dag te worden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23