Fietsen rondom Sun Moon Lake .... en bijna dood gaan.
Vandaag zijn we gruwelijk sportief bezig geweest. We hebben rondom het complete Sun Moon Lake gefietst.
We begonnen de dag met een ontbijt in het hotel. Dit keer geen buffet maar alle etenswaren keurig op een bordje, geserveerd aan tafel. Heel veel eten was het niet. Omstreeks negen uur gingen we op pad. Gisteren hadden we een zaakje gevonden waar ze zo op het oog goede fietsen verhuurden. Na wat proefrijden en de nodige administratie gingen we op pad. De ronde rond het meer was zo’n 30 kilometer lang en we dachten die wel in maximaal vijf uur te kunnen volbrengen. Eerst reden we nog een keer door Ita Thao, het plaatsje waar we verbleven. Daarna ging de weg omhoog. Al na twee kilometer stopten we bij de kleinste vuurtoren van Taiwan. We moesten er wel 285 trappen voor omlaag en, uiteraard, weer omhoog. Wel vreemd, een vuurtoren in een meertje.
Na een aantal kilometers flink bergopwaarts, kwamen we aan bij de Xianzang tempel waarvan vooral het gigantische Boeddhabeeld op het dak opviel. Terwijl we daar wat stonden te kletsen met een ander Nederlands stel, kwamen maar liefst 4 grote bussen aanrijden waardoor het in één keer retedruk was in de tempel. Gelukkig bevatte drie van die bussen Aziaatjes en die waren zo weg. Bleef alleen een bus met een Oostenrijks reisgezelschap over. De tempel was verder niet heel speciaal.
Een klein eindje verder stond de Ci-en pagode boven op een bergtop. We besloten die te gaan bekijken. Daarvoor moesten we weer even flink klimmen, maar de pagode was de moeite waard. Hij staat op de foto bij dit stukje.
Na de pagode liep onze weg omlaag en daarom schoten we lekker op en kwamen uit bij weer een tempel, de Xuanguang tempel. Ook die bekeken we natuurlijk eventjes evenals heel veel Aziaatjes. Daarna kwam de weg wat vlakker te liggen totdat we op een fietspad kwamen te fietsen. Opvallend aan dit fietspad was dat die niet te fietsen was. Het pad was of te steil omhoog of te steil omlaag. Gevolg was in ieder geval dat we moesten lopen.
Via de Tousche dam kwamen we uit bij een groot bezoekerscentrum. Hier stopten we even voordat we verder fietsten. Vanaf dit punt was het veel drukker op het fietspad. Het pad was vol met Aziaten die geen van allen konden fietsen en daardoor het hele pad nodig hadden. Op bellen werd niet gereageerd waardoor er door ons af en toe flink gemopperd werd. Één keer werd een vrouw zelfs door Nicky aan de kant geduwd omdat ze levensgevaarlijk bezig was.
In het plaatsje Shueishe was het erg druk. Hier bezochten we eerst de prachtige Longfeng tempel. Het was er niet druk en het bouwsel was zo rijk gedecoreerd zoals we dat nog maar weinig keren hebben gezien. Bij een Seven-Eleven lunchten we.
Daarna raakten we de weg eventjes kwijt waardoor we om reden. Dat was op zicht nog niet zo erg, maar de weg ging wel steil omhoog zodat het zweten was met dit prachtige weer. Even later begingen we de grootste vergissing van deze dag. We namen een verkeerde weg die hard omlaag ging. Gedurende twee kilometer suisden we met een snelheid van 54 kilometer per uur omlaag voordat we er erg in kregen dat we verkeerd zaten. Gevolg was dat we terug moesten. Terug omhoog. Dat was dodelijk vermoeiend en helemaal bezweet en helemaal afgepeigerd kwamen we na een tijdje weer bij het meer aan. Daar namen we het fietspad pal aan het water maar om niet weer zo’n fout te maken. Dit keer echter waren het de Taiwanezen die ons gruwelijk fopten. Bij de grote Wenwu tempel hield het fietspad op. De enige manier om met onze fietsen weer op de doorgaande weg te komen was, of een paar kilometer terugrijden, of de fietsen op te pakken en er een dikke honderd traptreden mee omhoog te zeulen. We kozen voor de laatste optie. Daardoor kwamen we helemaal uitgeput bij de tempel aan. We konden allebei geen boe of bah meer zeggen. Daarom kreeg de Wenwu tempel ook niet de aandacht die het eigenlijk verdiende. Het was een pracht van een tempel, maar we waren gewoon te moe.
Na de tempel restte ons nog een rit van zes kilometer naar de fietsverhuurder. Die weg ging ook op en neer maar gelukkig iets meer neer dan op. Na meer dan zes uur en 40 kilometer verder leverden we de fietsen in. De verhuurder bleek een erg vriendelijke man. We hoefden niks extra’s te betalen voor de extra huurtijd en kregen ieder nog fles water mee omdat we er zo moe uit zagen.
Terug in het hotel ploften we op bed in een poging om onze hartslag weer naar een aanvaardbare waarde te krijgen. Na een douche waren we echter allebei weer boven Jan.
‘s Avonds aten we in een onooglijk restaurantje in de winkelstraat van Ita Thao. Het was zo’n tentje met felle tl-verlichting, maar er zaten veel lokale mensen te eten, een teken dat het eten kennelijk toch goed was. Dat bleek ook wel. Al wat wij geserveerd kregen was heerlijk en we genoten van de maaltijd. De rest van de avond bleven we op de kamer, nog steeds aan het bijkomen van het fietstochtje.
We begonnen de dag met een ontbijt in het hotel. Dit keer geen buffet maar alle etenswaren keurig op een bordje, geserveerd aan tafel. Heel veel eten was het niet. Omstreeks negen uur gingen we op pad. Gisteren hadden we een zaakje gevonden waar ze zo op het oog goede fietsen verhuurden. Na wat proefrijden en de nodige administratie gingen we op pad. De ronde rond het meer was zo’n 30 kilometer lang en we dachten die wel in maximaal vijf uur te kunnen volbrengen. Eerst reden we nog een keer door Ita Thao, het plaatsje waar we verbleven. Daarna ging de weg omhoog. Al na twee kilometer stopten we bij de kleinste vuurtoren van Taiwan. We moesten er wel 285 trappen voor omlaag en, uiteraard, weer omhoog. Wel vreemd, een vuurtoren in een meertje.
Na een aantal kilometers flink bergopwaarts, kwamen we aan bij de Xianzang tempel waarvan vooral het gigantische Boeddhabeeld op het dak opviel. Terwijl we daar wat stonden te kletsen met een ander Nederlands stel, kwamen maar liefst 4 grote bussen aanrijden waardoor het in één keer retedruk was in de tempel. Gelukkig bevatte drie van die bussen Aziaatjes en die waren zo weg. Bleef alleen een bus met een Oostenrijks reisgezelschap over. De tempel was verder niet heel speciaal.
Een klein eindje verder stond de Ci-en pagode boven op een bergtop. We besloten die te gaan bekijken. Daarvoor moesten we weer even flink klimmen, maar de pagode was de moeite waard. Hij staat op de foto bij dit stukje.
Na de pagode liep onze weg omlaag en daarom schoten we lekker op en kwamen uit bij weer een tempel, de Xuanguang tempel. Ook die bekeken we natuurlijk eventjes evenals heel veel Aziaatjes. Daarna kwam de weg wat vlakker te liggen totdat we op een fietspad kwamen te fietsen. Opvallend aan dit fietspad was dat die niet te fietsen was. Het pad was of te steil omhoog of te steil omlaag. Gevolg was in ieder geval dat we moesten lopen.
Via de Tousche dam kwamen we uit bij een groot bezoekerscentrum. Hier stopten we even voordat we verder fietsten. Vanaf dit punt was het veel drukker op het fietspad. Het pad was vol met Aziaten die geen van allen konden fietsen en daardoor het hele pad nodig hadden. Op bellen werd niet gereageerd waardoor er door ons af en toe flink gemopperd werd. Één keer werd een vrouw zelfs door Nicky aan de kant geduwd omdat ze levensgevaarlijk bezig was.
In het plaatsje Shueishe was het erg druk. Hier bezochten we eerst de prachtige Longfeng tempel. Het was er niet druk en het bouwsel was zo rijk gedecoreerd zoals we dat nog maar weinig keren hebben gezien. Bij een Seven-Eleven lunchten we.
Daarna raakten we de weg eventjes kwijt waardoor we om reden. Dat was op zicht nog niet zo erg, maar de weg ging wel steil omhoog zodat het zweten was met dit prachtige weer. Even later begingen we de grootste vergissing van deze dag. We namen een verkeerde weg die hard omlaag ging. Gedurende twee kilometer suisden we met een snelheid van 54 kilometer per uur omlaag voordat we er erg in kregen dat we verkeerd zaten. Gevolg was dat we terug moesten. Terug omhoog. Dat was dodelijk vermoeiend en helemaal bezweet en helemaal afgepeigerd kwamen we na een tijdje weer bij het meer aan. Daar namen we het fietspad pal aan het water maar om niet weer zo’n fout te maken. Dit keer echter waren het de Taiwanezen die ons gruwelijk fopten. Bij de grote Wenwu tempel hield het fietspad op. De enige manier om met onze fietsen weer op de doorgaande weg te komen was, of een paar kilometer terugrijden, of de fietsen op te pakken en er een dikke honderd traptreden mee omhoog te zeulen. We kozen voor de laatste optie. Daardoor kwamen we helemaal uitgeput bij de tempel aan. We konden allebei geen boe of bah meer zeggen. Daarom kreeg de Wenwu tempel ook niet de aandacht die het eigenlijk verdiende. Het was een pracht van een tempel, maar we waren gewoon te moe.
Na de tempel restte ons nog een rit van zes kilometer naar de fietsverhuurder. Die weg ging ook op en neer maar gelukkig iets meer neer dan op. Na meer dan zes uur en 40 kilometer verder leverden we de fietsen in. De verhuurder bleek een erg vriendelijke man. We hoefden niks extra’s te betalen voor de extra huurtijd en kregen ieder nog fles water mee omdat we er zo moe uit zagen.
Terug in het hotel ploften we op bed in een poging om onze hartslag weer naar een aanvaardbare waarde te krijgen. Na een douche waren we echter allebei weer boven Jan.
‘s Avonds aten we in een onooglijk restaurantje in de winkelstraat van Ita Thao. Het was zo’n tentje met felle tl-verlichting, maar er zaten veel lokale mensen te eten, een teken dat het eten kennelijk toch goed was. Dat bleek ook wel. Al wat wij geserveerd kregen was heerlijk en we genoten van de maaltijd. De rest van de avond bleven we op de kamer, nog steeds aan het bijkomen van het fietstochtje.
Reacties