Oberammergau en de Laber Bergbahn

Ons hotel ligt tegenover de katholieke kerk in Oberammergau. Onze kamer dus ook. Dat hebben we afgelopen nacht geweten. De klokken van de kerk luidden elk kwartier. Eén keer op het kwartier, 2 keer op het half uur, drie keer op kwart voor en vier keer op het hele uur gevolgd door het aantal slagen per uur. Omdat we weer eens een keer in een nieuw bed lagen, sliepen we wat onrustig en daardoor hoorden we zowat elke klokslag. ’s Morgens om zes uur ging het helemaal los. Gedurende enkele minuten bleven de klokken van de kerk luiden. Later bleek dat dat was vanwege het Angelus. Gelukkig sliepen we toch door al dat klokgelui en pas om kwart voor acht deden we een lodderig oog open.
Bij het ontbijt waren we de enigen. Toch bleken we niet alleen in het hotel te verblijven. Drie kamers waren bezet. Het ontbijt was uitgebreid en ondanks dat er maar zo weinig gasten waren, was er toch een compleet buffet ingericht. Het meisje van de receptie had tijd over en kwam bij ons staan buurten. Ondanks dat ons Duits behoorlijk roestig was, hadden we toch een heel gesprek.
Het plan van deze dag was om met een kabelbaan naar de top van de Laber te gaan. De Laber is de plaatselijke berg van Oberammergau en deze dag was het de laatste dag dat de kabelbaan in bedrijf was. Vanuit het hotel liepen we in een kwartiertje naar het dalstation van de Laber Bergbahn. Ondanks dat het half november was, hadden we schitterend weer. Het was absoluut niet koud en de zon scheen lekker boven de bergen uit. Onze jassen hingen daardoor al snel open.
Voor 8,50 euro kochten we een kaartje enkele reis naar boven. De Laber Bergbahn is in 1957 gebouwd en de gondels dateren van die tijd. Met zes personen werden we in ongeveer 10 minuten naar een hoogte van 1650 meter gehesen. Boven was een restaurant maar eerst vergaapten we ons aan de fantastische uitzichten vanaf deze plek. Naar het noorden toe zagen we  München liggen dat toch zo’n 70 kilometer van ons vandaan lag. Het mooiste uitzicht hadden we echter richting het zuiden. Daar zagen we Garmisch Partenkirchen liggen en de Duitse alpen met daarbij Duitslands hoogste berg, de Zugspitze. Die lag net niet helemaal vrij uit de wolken maar het scheelde niks. In het restaurant dronken we een cappuccino voordat we aan de afdaling naar Oberammergau begonnen.
Het eerste stuk ging behoorlijk steil naar beneden maar was goed te doen. Het pad was goed geprepareerd en vanwege het zonnetje was het zalig wandelen zo hoog in de bergen. We kwamen veel mensen tegen die zwoegend naar boven kwamen gelopen. Wij sjokten op ons gemak naar beneden en waren druk met het maken van foto’s. Zo kwamen we bij de Soilasee, een bergmeer dat helemaal droog stond. Vlak hierna was er een splitsing. Ons eigenlijke plan was om via de makkelijke en minder steile, maar langere weg naar beneden te lopen, maar we namen daar per ongeluk de verkeerde afslag waardoor we via een kortere maar veel steilere route naar beneden gingen. De route voerde ons over gruwelijke smalle en steile paadjes. Al snel voelden we onze knieën en andere gewrichten in onze benen. Er leek geen eind aan de afdaling te komen. We waren dan ook blij toen we eindelijk bij wat meer vlakke paden kwamen. Al met al waren we twee en een half uur bezig met dalen voordat we weer bij het grondstation van de Laber Bergbahn stonden.
Nadat we weer naar het centrum van Oberammergau waren gelopen bekeken we daar eerst de vele gebouwen met “luftmalereien”. Luftmalereien zijn de schilderingen op de gevels van veel gebouwen in het centrum van het stadje. Al die schilderingen gaven het hele centrum een kleurrijk aanzicht. Het was druk in het centrum. Ondanks dat we buiten het toeristische seizoen zaten, was het toch nog druk met bezoekers. Zo liep er een hele buslading Chinezen door het centrum van het stadje en was het bij een ijssalon met bijbehorend terras zelfs gruwelijk druk.
Wij waren toe aan wat eten en vonden op het terras bij hotel Alte Post een tafeltje in de zon. Niet normaal, half november en dan op een hoogte van 850 meter buiten op een terras kunnen gaan zitten om daar te eten. We bestelden allebei een goulashsoep die heerlijk smaakten. Tijdens het eten bekeken we de overspannen ober die het maar moeilijk had met de diverse Chinezen op het terras die steeds om zijn aandacht vroegen. Tegen ons was de man vriendelijk maar met Chinezen had hij duidelijk geen goede band.
Na het eten gingen we verder met het bekijken van de vele prachtig beschilderde gebouwen. Het toppunt van de Luftmalereien vonden we bij het Hans en Grietje huis. Het complete sprookje van de gebroeders Grimm was hier op de gevels geschilderd. Prachtig om te bekijken. We bezochten ook de kerk tegenover ons hotel. De Peter en Paul kerk bleek van binnen een waar juweeltje van barok te zijn. Schitterend was het interieur. Je zou er bijna gelovig van worden. Tegen de tijd dat we klaar waren met het bezichtigen van het stadje was het al vier uur geweest en besloten we terug naar onze kamer in het hotel te gaan. Hier ploften we op ons bed en zetten de vele foto’s op de laptop.
Na een frisse douche gingen we zo rond half zeven het stadje weer in op zoek naar een leuk restaurantje om daar te gaan dineren. We dachten een leuk restaurant gevonden te hebben maar de serveerster nam er geen aanstalten om ons een tafeltje toe te wijzen waarop we weer vertrokken. Zo kwamen we weer uit bij hetzelfde restaurant waar we gisteren hadden gegeten. Hier werden we hartelijk ontvangen en aten we weer heerlijk. Gelukkig waren de porties deze dag wat kleiner dan die halve vierkante meter schnitzel van gisteren.
Terug op onze kamer ontspanden we nog wat voordat we gingen slapen. Morgen gaan we een flink eind wandelen en gaan we een kasteel bezoeken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23