Wandeldag 5. Van Ponte de Lima naar Rubiães

We sliepen afgelopen nacht allebei niet zo best. De slaapzaal was gewoonweg iets te groot en nergens stond een raam open. Daarom waren we al voor zeven uur wakker en uit bed. De rest van de slaapzaal was echter nog sneller en we waren nagenoeg de laatsten die de albergue verlieten. Het was toen kwart voor acht. In het stadje was nergens aan een ontbijt te komen, want alles was nog dicht. Dat was op onze eerdere Camino toch iets beter geregeld. Toch kwamen we even later toch nog aan een ontbijt. Op de route stond een bord van een bakker die 200 meter van de route zou zitten. Het waren iets meer meters (zo’n 500), maar de bakker was wel open. We aten weer een heerlijk broodje met banketbakkersroom en een cappuccino. Zodoende konden we er weer tegen.
Het landschap was prachtig bij het gouden ochtendlicht. We liepen over een onregelmatig pad en langs. Dan was het stijgen, dan weer dalen, maar niks aparts.

Onderweg kwamen we nog voorbij een tentje waar we ieder nog een muffin en wat fris kochten. Zo hadden we in ieder geval genoeg eten en drinken bij ons, dachten we.
Na een kilometer of tien gelopen te hebben begon het pad van de Camino te stijgen. Eerst nog geleidelijk en over een redelijk fatsoenlijke ondergrond, maar dat veranderde na een tijdje. De ondergrond bestond uit losse rotsen en het stijgingspercentage werd hoger en hoger. En dat enkele kilometers lang. We waren kei kapot en onze meegebrachte drank bleek amper toereikend. We klommen van 58 meter boven zeeniveau tot 405 meter. We hadden er geen lol meer in en wisten amper overeind te blijven op de steile helling. Wat waren we blij toen we de top bereikten en daar ook nog eens een waterkraan was.
De afdaling was net zo steil, maar nu was de ondergrond wat gelijkmatiger. Bovendien wordt je niet zo moe van dalen als van stijgen. En zo kwamen we rond een uur of half één aan bij een openlucht barretje waar al meerdere pelgrims zaten. Wat smaakten onze drankjes daar heerlijk. Lekker in de schaduw gezeten, konden we bijkomen van die ellendige berg. Het was er gezellig en daarom zaten we er geruime tijd.

Zo tegen kwart voor twee kwamen we aan in Rubiães, onze bestemming voor vandaag. We kozen er voor om een keer niet in een albergue te overnachten, maar in een casa. Dat is een particulier soort van hotel. We werden hartelijk verwelkomd door eigenaresse Sonya en voor €35 hadden we een eigen kamer met eigen badkamer. Bovendien wilde Sonya voor €3 al onze vieze was wel wassen. Daar maakten we maar al te graag gebruik van. We hadden namelijk geen schone kleding meer over. Terwijl de was werd gedaan, lunchten wij en deed Ron wat ijs op z’n behoorlijk opgezwollen enkel.
Later op de middag liepen we naar een terrasje in de buurt voor een drankje en een ijsje. Dat hadden we wel verdiend na de zwaarste etappe tot nu toe, vonden we. Voor het diner liepen we een paar honderd meter naar het dorpje. Daar zat een restaurant. Voor belachelijk lage prijzen aten we daar prima. Niks geen haute cuisine, maar lekker en gezond eten. In de totaalprijs van het menu zat soep, een groot hoofdgerecht, een halve fles wijn of een ander drankje en koffie of thee na. Het zal je niet verbazen dat er erg veel pelgrims in het restaurant zaten. In Nederland heb je voor het totaalbedrag een voorgerechtje.
Lekker voldaan sjokten we terug naar de casa waar we langer opbleven dan de keren dat we in een albergue overnachtten. Daar liggen sommigen al voor negen uur te slapen en moet de rest stil zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23