Wandeldag 2, Van Villa Chá naar Rates

Dankzij een paar oordoppen sliep Ron tenminste goed vannacht. Nicky, die maar 1 oordop kan verdragen, sliep wat minder goed dankzij het luide gesnurk van een Maleisische vrouw. Het blijft behelpen op een slaapzaal, maar de prijs is er dan ook naar. Vanaf zes uur ‘s morgens waren de eerste kamergenoten wakker, maar wij sliepen allebei door. Daardoor waren we nagenoeg de laatsten die de albergue verlieten. Het was toen kwart voor acht.
Het was nog wat frisjes toen we vertrokken maar het zag er naar uit dat het weer een warme dag zou worden. Vanuit Villa Chã liepen we langs de kust in noordelijk richting. Het ging voornamelijk over een boardwalk, maar er waren stukken waar los zeezand de ondergrond vormden en dat was gewoonweg ploegen.

We hadden nog niet ontbeten, maar onderweg was nog niks open. Een heel verschil met onze Camino Frances waar we ‘s ochtends vroeg al op diverse adresjes terecht konden. Gelukkig vonden we, vlakbij Vila do Conde, een strandtentje dat open was. Daar aten we een warme croissant en dronken we een bak koffie. Vandaar uit was het nog een klein eindje naar Vila do Conde. Dat bleek een wat grotere plaats. Hier bezochten we eerst een kerk waarvan we dachten dat het de kathedraal was. Dat bleek niet zo te zijn, maar hij was even goed mooi om te bekijken. Wat hoger gelegen was een klooster. Dat werd helaas gerenoveerd waardoor het gesloten was. Wel zagen we daar ook een oud aquaduct dat goed bewaard was gebleven. 

Na een drankje en een hapje op een terras, waar we ook een stempel vonden voor in ons pelgrimspaspoort, trokken we verder. We verlieten de kustroute en namen een verbindingsroute naar de Camino Portuguès Central. Langs een drukke verkeersweg liepen we het binnenland in en passeerden we enkele oninteressante dorpjes. Op diverse plaatsen was de weg open gebroken waardoor het lastig wandelen was. Het stuk van de kustroute naar de centrale route was 7,5 kilometer, maar ons leek het een stuk langer omdat die zo saai was.
Vlakbij het dorpje Arcos kwamen we op de centrale route. We hadden gedacht wat meer pelgrims te zien, maar die ontbraken in het geheel. Het leek wel of we de enigen waren die deze Camino liepen.
Om kwart voor twee kwamen we aan in San Pedro de Rates, het dorpje waar we zouden overnachten.

Toen we bij de albergue aan kwamen, bleek deze nog gesloten. Buiten wachtten we tot het twee uur was en de albergue open ging. Daar kregen we ieder een bed op een kamer met tien bedden. Wat we daar voor over hadden, was aan ons. De albergue was een zogenaamde “donativo”. Daar bepaal je zelf wat je betaald voor je overnachting. Natuurlijk doneerden we genoeg voor onze overnachtingsplek. Immers je gunt een volgende pelgrim ook een goede nachtrust.
De mensen van de albergue waren erg aardig. Er werd dan ook alle tijd gevonden voor het inchecken. Ook bleek er een Nederlander als hospitalero in de albergue te werken. Roel, zo heette hij, vond het maar wat leuk dat hij weer even Nederlands kon praten, dus wij kregen een extra lange en goede rondleiding. Hij regelde zelfs dat onze vuile was in een wasmachine gewassen werd, daar waar alle anderen hun was met de hand moesten doen. Onze was ging zelfs in een droger.
Na een douche deden we wat inkopen in een klein winkeltje tegenover de albergue en zaten we geruime tijd te chillen op de binnenplaats van onze overnachtingsplek.
Tegen vijven werden we uitgenodigd door Roel en een Duitse pelgrim om samen uit te gaan eten in een restaurantje in de buurt. Daar werd het erg gezellig en het eten was heerlijk en kostte maar weinig. Toch leuk hoe je op een Camino andere mensen leert kennen en er meteen klik is. Natuurlijk gaan we op tijd slapen om morgenvroeg weer fris en fruitig voor etappe 3 te kunnen gaan.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23