Olympic NP en Port Townsend

Het kan dus wel, mooi weer op het Olympic Peninsula. Toen we wakker werden scheen er al een zonnetje en was de hemel blauw. We zouden ’s morgens nog een trail gaan lopen in het park. Daarvoor moesten we terug naar Port Angeles alwaar een weg ruim 27 kilometer omhoog het park in liep naar het bezoekerscentrum van Hurricane Ridge. Het was lekker rijden op die weg als je van bochtjes houd. Eenmaal boven op een hoogte van 1600 meter namen we eerst een kijkje in het bezoekerscentrum en dronken er, bij gebrek aan cappuccino, eerst een beker warme chocolademelk. Vanaf het terras bij het bezoekerscentrum hadden we voor het eerst een onbelemmerd zicht op de Mount Olympus en een paar andere hoge bergen. Het was een prachtig gezicht, die bergrange.
We begonnen met een ultra korte trail die in de buurt van het bezoekerscentrum liep en vanaf een lookout uitzicht bood op Port Angeles. De stad lag wel erg ver weg. Vanaf de lookout konden we ook Vancouver Island in Canada zien liggen en konden we zelfs Victoria onderscheiden. De trail die we gingen lopen betrof de Hurricane Hill trail en beloofde fraaie uitzichten op de baai van Juan de la Fuka. Onze camper moesten we achterlaten op het parkeerterrein van het bezoekerscentrum. Het begin van de trail lag echter nog zo’n anderhalve mijl verderop. Alleen met een personenauto mocht je er komen of je moest lopen. Dat betekende dus lopen voor ons. De weg liep behoorlijk steil omlaag. Niet fijn want dat betekende straks, aan het einde van de trail, weer flink klimmen. En we moesten al aardig klimmen om op de heuveltop te kunnen geraken, zo’n 300 meter.
De trail was in het begin verhard en goed te doen, maar gaandeweg werd het pad steiler en moesten we aan de bak. Zo met een zonnetje erbij werd het warm en gingen de jassen uit. Op het bord bij het begin van de trail stond dat de gemiddelde wandelaar zo’n anderhalf uur nodig had om op de top te komen. Wij stonden er na veertig minuten al. Dat zegt iets over ons of over de gemiddelde Amerikaan. Zeg het maar. We hadden bovenop inderdaad een mooi uitzicht maar er stond wel wat wind. Omdat we bezweet waren, bleven we niet al te lang in de wind staan.
In circa 20 minuten waren we weer bij het begin van de trail, maar moesten nog wel die anderhalve mijl naar de camper omhoog lopen. Onderweg zagen we nog wel een aantal herten.
Tegen enen waren we bij de camper en lunchten op de parkeerplaats voordat we de berg afreden, terug naar Port Angeles. Na een tankbeurt waarbij er 31 gallons aan benzine in de tank gingen, reden we naar het havenstadje Port Townsend op de uiterste noordoost hoek van het schiereiland. We stopten er eerst bij het bezoekerscentrum om daar twee oude, maar zeer vriendelijke dames te ontmoetten die maar niet wilden stoppen met het geven van informatie. We mochten zelfs gratis op het parkeerterrein bij het centrum overnachten als we dat wilden. In het stadje was ruim voldoende gratis parkeergelegenheid dus het campertje stond zo geparkeerd. We namen eerst een kijkje in het haventje, maar we waren gekomen voor de historische binnenstad. Nu zijn we deze reis wel vaker teleurgesteld als het ging om „historische”binnensteden, maar Port Townsend bleek een positieve uitzondering. Op Washington Street stonden tal van prachtige Victoriaanse gebouwen uit het einde van de 19e eeuw toen het er even op leek dat Port Townsend een grote stad zou worden. Er hing een heel relaxt sfeertje en op verschillende plaatsen speelden straatmuzikanten. In de oude gebouwen zaten allerlei leuke winkeltjes en er waren tal van restaurantjes, barretjes en cafeetjes. In een onooglijk uitziend pandje vonden we een koffiebarretje waar het heel erg druk was. Da’s meestal een goed teken en dat bleek ook wel. We moesten er even op wachten, maar even later zaten we met een lekkere beker koffie op een boomstam op het strand naar de Pugit Sound te staren.
Niet alleen „downtown" bleek erg leuk, ook de vele Victoriaanse huizen in de bovenstad waren de moeite van het bezichtigen waard. Er stonden ware paleisjes tussen alsmede diverse Pippi Langkous villa’s. Het meest opvallend was het Jefferson County Courthouse, een gigantisch Romaans gebouw, compleet met toren. Zo met het licht van de zakkende zon was het echt een plaatje. We besloten dat, als we dan toch in de Verenigde Staten moesten wonen, we Port Townsend uit zouden kiezen. Wel in zo’n Victoriaanse villa natuurlijk.
We hadden besloten om toch maar niet op de parkeerplaats bij het bezoekerscentrum te overnachten en omdat de camping in het centrum vol was, moesten we op zoek naar een alternatief. Dat viel even tegen omdat er verder in de stad niks was wat ons aanstond. Daarom reden we door naar Port Ludlow. Daar vonden we een prima RV-park. Het kantoor was al gesloten toen we er om 6 uur aankwamen, zodat we een leeg plekje uitzochten om te gaan staan. Morgen regelen we e.e.a. wel met de eigenaren.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23