Naar Lembongan


We konden lekker uitslapen maar door de hitte waren we toch weer op tijd wakker. Na het ontbijt werden we in een minibusjes naar Sanur gereden. De rit duurde zo’n drie kwartier en liet maar weer eens zien hoe druk het verkeer in Indonesië kan zijn. Het was de hele weg aanschuiven. In Sanur werden we bij een strandje afgezet waar vandaan er boten vertrokken naar diverse bestemmingen. Een haven kon je het echter nauwelijks noemen. Er waren geen aanlegsteigers en wilde je aan boord van één van de schepen, dan moest je door het water waden. Gelukkig werden onze tassen door personeel van de bootmaatschappij aan boord gebracht en hoefden we die dus niet zelf door het water te sjouwen. Wel was het oppassen met de handbagage want daar zat een hoop elektronische apparatuur in. Ook de bronzen beelden die we gisteren hadden gekocht moesten mee, dus het was nog een heel gedoe voordat we aan boord van een snelle motorboten waren die ons in een half uur tijd naar het eiland Lembongan zou brengen. De boottocht was snel maar oncomfortabel. Door de snelheid van de boot bonkte die af en toe hard op het water en toen we het eilandje naderden, werden ook de golven hoger waardoor we blij waren toen de schipper z’n schuit in het zand van het strand liet lopen.
Lembongan is een eiland met slechts 5000 inwoners die voornamelijk leven van de teelt van zeewier. Ook hier was van een haven geen sprake. Nadat onze tassen op het strand waren gezet, werden die door een paar kruiers naar de weg gebracht. Daar werden ze in twee pick-up wagentjes geladen waarna de hele groep er ook nog bij moest. We zaten echt hutje mutje. Gelukkig duurde de rit naar het hotel niet lang.
Van buiten zag ons hotel voor de komende twee nachten er niet erg aantrekkelijk uit, maar achter een muurtje lagen hele mooie bungalowtjes rondom een fraai zwembad. Het duurde niet lang voordat iedereen uit de groep in het water lag waardoor het heel erg druk was in het niet al te grote bad. We lieten onze lunch deze dag op de veranda van ons bungalowtje bezorgen. We hadden heel wat te eten aan de club sandwich.
Na het eten besloten we naar de zee te lopen. Ons hotel ligt namelijk niet pal aan het strand. We hoefden echter maar een paar honderd meter te wandelen voordat we op het strand stonden. In het water lagen tientallen bootjes waarmee zeewier aan land werd gebracht waar het op grote zeilen te drogen werd gelegd. Anderen waren juist weer bezig om manden met daarin zeewier naar het water te brengen. Wat daarvan precies de bedoeling was werd ons niet duidelijk. Feit was wel dat iedere local druk was met zeewier en het rook ook naar dat spul.
Het was niet makkelijk wandelen op het strand. Het koraalzand was erg scherp aan de voeten en een soort van boulevard ontbrak ook. We hielden het daarom bij een korte wandeling waarbij we wel veel foto’s maakten van de zeewiervissers. Op het terras van een duur resort dronken we een paar drankjes voordat we terug slenterden naar het hotel.
Tegen zessen liepen we weer opnieuw naar het strand. Dit keer voor de zonsondergang. Hoewel we de zon niet in de zee zagen zakken vanwege wat bewolking was de zonsondergang toch mooi. Er voeren namelijk nog tal van vissersbootjes op het water en die bootjes vormden een mooi plaatje voor de steeds roder wordende zon. We dineerden bij hetzelfde resort als waar we ‘s middags zaten.
Terug in het hotel vertoonde de computer van Ron kuren. De komende dagen, totdat het apparaat in Nederland gerepareerd kan worden, moeten we het doen met een zwarte band midden op het scherm.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23