Naar Lake Bunyonyi

Vandaag weer een verplaatsing. Deze dag rijden we naar Lake Bunyonyi in het zuidenwesten van Uganda. Als ontbijt ging de obligate pannenkoek weer naar binnen. Als we iets niet zullen missen aan Uganda dan zijn het de ontbijten. Elke dag hebben we keus uit omelet of pannenkoek. That's it. Langzaam maar zeker gaan we verlangen naar een boterham met kaas. Het is ons een raadsel waarom ze die hier niet aanbieden. Ze hebben boterhammen en ze hebben, een soort van, kaas.
Om een uur of acht waren we op weg. Doel was om voor de lunch in de stad Kabale te zijn. Met de verharde weg waarop we reden moest dat echter geen probleem zijn. Mooier nog dan de weg was het landschap. We reden door de bergen en alles zag er even mooi groen uit. Afgezien van de bebouwing had het wel wat weg van Zwitserland. Hier stonden zelfs naaldbomen. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met de hoogte. Langzaam maar zeker stegen we. Dat was vooral 's avonds en 's nachts te merken als het toch wat frisser werd. Verder reden we voorbij aan voornamelijk theevelden en bananenplantages. Af en toe waren er stukjes “African massageweg” maar die vielen deze dag mee. Minder prettig was het laatste stuk van 70 kilometer tot aan Kabale. Hier was men bezig om een nieuwe weg aan te leggen. Overal waren kuilen of juist hobbels waardoor het niet op schoot. Het ergste was echter het stof als we weer eens achter een wegwerkmachine zaten. Alles zat onder het stof. We zullen hier niet uitweiden over de rotzooi die we in de zakdoek zagen zitten als we onze neus snoten.
Ook vandaag had de auto van James weer kuren. Zaten we eindelijk weer eens op een stuk verharde weg, kapte de auto van James er weer mee. Daar stonden we dan op zo'n tien kilometer van Kabale. De oplossing was erg Afrikaans maar wel doeltreffend. De hele groep werd gewoon in één jeep gepropt! Gelukkig was dat maar voor een korte afstand.
Eenmaal in Kabale werden we gedropt bij een uitspanning met de veelbelovende naam “The Little Ritz of Africa”. Hier zouden we gaan lunchen. Het hotel/restaurant had in de verste verste niets weg naar de beroemde luxehotels elders in de wereld, maar men had er wel een mooie veranda op de eerste verdieping waar vandaan we mooi konden kijken naar het leven op straat. Dat was erg kleurrijk en het duurde dan ook niet lang voordat iedereen met zijn of haar camera foto's stond te maken. Het eten was er niet bijzonder. De kaart vermeldde van alles, maar er kon maar weinig geserveerd worden. Ron at er kip met lauwe frietjes en Nicky hield het veilig met een groentencurry.
Aan het einde van de lunch zagen we tot onze opluchting dat men de kapotte jeep van James toch weer aan de gang had weten te krijgen. We konden echter nog niet verder omdat Vicky, onze reisbegeleidster eventjes naar het ziekenhuis moest om zich te laten testen op malaria. Zij voelde zich de laatste dagen niet zo goed. Al die tijd hebben we op straat wat rond gehangen en wat rond gelopen. Pas om vier uur reden we verder toen Vicky was terug gekomen met het goede nieuws dat ze in ieder geval geen malaria had.
Na een korte rit verder omhoog kwamen we even later aan bij onze bestemming voor vandaag; Lake Bunyonyi. Pal aan het water lag een eenvoudige maar mooie lodge. Hierin namen we onze intrek in een cottage. We keken uit over het water en de mooie tuin met veel kleurrijke bloemen. Hier kon je ook zwemmen in het meer of met een kano op pad. We dronken een biertje op het terras maar werden al snel naar binnen gedreven omdat het begon te regenen. Op het terrasje voor ons huisje genoten we van het uitzicht en werden de foto's weer eens veilig gesteld op de computer.
's Avonds was er weer een gezamenlijk diner. De specialiteit van de regio was crayfish, kleine zoetwaterkreeftjes die heerlijk waren. Had Ron tot nu toe steeds bier gedronken, hier ging hij aan de wijn. Een dure luxe hier. Een fles zeer matige witte wijn kostte hier 50.000 shilling. Dat is toch zo'n 17 à 18 euro! Dat is voor de gemiddelde Ugandees een kwart van z'n maandsalaris!
Begeleidster Vicky was deze dag jarig en voor haar hadden we een taart geregeld. Na het diner werd er voor haar gezongen we werd de taart aangesneden zodat ze toch een beetje een verjaardagsidee had. Toch was ze niet heel erg vrolijk. Wat bleek? Haar telefoon was leeg en kon niet worden opgeladen en dus kon ze niet worden gebeld door haar familie en vrienden. Omdat wij ons toestelletje toch niet gebruikten en die wel een volle accu had, werd haar simkaart in ons telefoontje gezet en was ze weer helemaal vrolijk.
In de kamers was deze dag in het geheel geen stroom en dus ook geen licht. Daarom gingen we na het diner om half tien gaan maar slapen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23