Van Mount Aso naar Beppu

We begonnen deze dag met een traditioneel ontbijt in de ryokan in Aso. Gezeten op stoeltjes zonder pootjes aan een laag tafeltje kregen we een keur aan gerechtjes voor geschoteld. Natuurlijk was er rijst en misosoep, maar er waren ook heel onbestendige gerechten die niet allemaal even lekker waren. Wel leuk om eens traditioneel Japans te eten.
Vandaag stond een bezoek aan de grootste actieve vulkaan van Japan op het programma; Mount Aso. De Aso heeft één van de grootste caldera’s ter wereld, zo’n 25 kilometer in doorsnee. In de caldera van de Aso liggen vijf kleinere vulkanen en er wonen ook mensen in een paar verstilde dorpjes. Met de bus reden we vanuit het dorp waar we hadden overnacht de helling van de vulkaan op. Het was schitterend weer waardoor je erg ver kon wegkijken. Daardoor konden we zowat de hele caldera zien met daarin de kleinere vulkanen en de dorpjes. De Komezuka is een 954 meter hoge vulkaan met een bijna perfecte symmetrische vorm en helemaal begroeid met gras. Een legende vertelt dat God hier rijst opstapelde om arme mensen te kunnen voorzien van eten. Of dat waar is, betwijfel ik, maar dat de heuvel mensen van eten voorziet kan wel kloppen aangezien op de Komezuka een in werking zijnde boerderij huist.
Wat hoger op de helling stopte de bus bij een kabelbaanstation. We zouden namelijk het laatste stuk naar boven met een kabelbaan gaan afleggen. Eerst keken we echter wat rond bij de diverse souvenirsstalletjes die er stonden. Daar werden kleurrijke stenen verkocht maar vooral veel, felgele, zwavelstenen. Die vonden we toch iets te zwaar om mee naar huis te nemen, dus het bleef bij wat rondkijken.
De Mount Aso kent vijf kegels waarvan de Nakadate krater de meest actieve is. De krater braakt constant rook uit en overal in de krater staat meetapparatuur opgesteld om het zwavelgehalte te meten. Als het niveau van de zwaveldioxide te hoog is, kun je niet naar boven. Wij hadden geluk; de vulkaan gedroeg zich vandaag. De hele groep paste makkelijk in één van de bakken en in 4 minuten tijd werden we naar een hoogte van iets meer dan 1400 meter gehesen. Nadat we waren uitgestapt konden we rondlopen over houten vlonders die op het zwarte lava waren gebouwd. Natuurlijk liepen we meteen naar de Nakadate krater om te zien wat die allemaal uitbraakte. Dat bleek deze dag alleen maar rook te zijn, maar het zag er evenmin spectaculair uit. Als echte Japannertjes lieten we ons fotograferen, staande voor de krater.
Nadat we een half uur boven waren geweest, lieten we ons met de kabelbaan weer naar beneden brengen en stapten we weer in de bus. De rit van vandaag zou naar Beppu gaan, maar zover was het nog niet. Onderweg stopten we namelijk in het plaatsje Kurokawa. Kurokawa is een traditioneel Japans dorpje met tal van onsen. Overal in het dorpje borrelt warm water naar boven en de Japanners hebben er een groot aantal baden van gemaakt. Dat badderen in Japan populair is zagen we aan het grote aantal toeristenbussen aan de rand van het dorp. De straatjes zijn er zo nauw dat er geen voertuigen het dorp in kunnen en daarom stond alles geparkeerd aan de rand van het dorp. We zouden zelf ook gaan badderen aar voor het zover was, moesten we eerst wat te eten vinden voor de lunch. We kwamen uit bij een bakkertje die ook westerse broodjes en gebak verkocht. Wel lekker als afwisseling voor al het Japanse eten, hoewel dat voortreffelijk smaakt. Met de broodjes in de hand verkenden we het dorpje en keken bij diverse van de vele souvenirswinkeltjes rond voordat we gingen badderen. Het viel op dat er veel Japanners waren die in badjas en op slippers over straat liepen. De onsen waar wij terecht kwamen was een hele mooie met baden in diverse grotten. Helaas werden de heren weer van de dames gescheiden, maar het luieren in het warme water was heerlijk. Gedurende een uurtje waren we zoet met schoonweken waarbij het weer opviel dat, zodra wij als westerlingen een bad instapten, de Japanners eruit gingen. Zo hadden we steeds de baden voor onszelf.
Toen iedereen was uitgebadderd ging het met de bus verder in de richting van Beppu. Onderweg maakten we nog een stop toen we voorbijreden aan een soort van Japanse Malle Pietje. Langs de weg was een grote winkel maar nog meer spullen stonden buiten op straat uitgestald. Het betrof voornamelijk aardewerk maar ook houten beelden etc. Reden om te stoppen en is rond te neuzen tussen al die spullen. Dat bleek niet voor niks want Ron stuitte op een paar mooie kleine beeldjes. Het leek alsof ze van ivoor waren gemaakt, maar het was gewoon plastic. Voor een zacht prijsje werden de beeldjes in een krant gerold en hadden we een mooi souvenir voor thuis.
Aan het eind van de middag reden we Beppu binnen en kregen een kleine kamer in een onpersoonlijk zakenhotel, genaamd Matsumi. Hoewel alle kamers netjes zijn, is het formaat niet om over naar huis te schrijven. In onze kamer pasten amper twee bedden. Wel hadden we weer een badkamer met zo’n futuristisch toilet met tal van sproeiertjes die reageerden als je op de knoppen naast te pot drukte. Om een schoon achterwerk zit je in Japan niet gauw verlegen.
’s Avonds nam Remco ons mee de stad in. Daar liet hij ons de Takegawara-onsen zien. Het betrof een prachtig houten gebouw uit 1879. Behalve badderen in water, kon je hier ook genieten van zogenaamde zandbaden. Bezoekers worden tot aan hun nek in heet zand begraven. Wij vonden dat we genoeg gebadderd hadden voor een dag en gingen na de rondleiding naar een yakitori restaurant. Het was er druk op deze zaterdagavond maar ze vonden nog een tafeltje voor ons. Yakitori is vlees aan  een stokje en we namen een grote schotel met allemaal verschillende soorten yakitori. Eén en ander smaakte heerlijk en werd weggespoeld met een lekker Japans pilsje. Voldaan liepen we daarna naar het hotel voor een welverdiende nachtrust.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23