Nog een dagje Nagasaki

Vandaag weer een dag ter vrije besteding en weer was het prachtig buiten. De zon stond aan een strakblauwe hemel en de temperatuur was zo lekker dat we geen jas nodig hadden, ondanks dat het al eind oktober was. We hadden besloten er weer met z’n tweeën op uit te trekken. Onze eerste bestemming was het Nagasaki Peace Park, een park ter herdenking aan de atoombom die op 9 augustus 1945 boven de stad werd afgeworpen om de Japanners tot overgave te dwingen. Iets wat lukte maar wel ten koste van ruim 73.000 dodelijke slachtoffers en even zoveel gewonden. Omdat Nagasaki niet zo groot is, is alles te bewandelen en we liepen op ons gemak naar het park toe. Onderweg kwamen we aan een tatamimattenfabriekje voorbij gelopen en natuurlijk moesten we even kijken. 
In het Peace Park werden we begroet door een bijna 10 meter hoog blauw beeld van een man die met z’n ene arm omhoog wees en de andere horizontaal hield. Wij vonden het een lelijk beeld voornamelijk om z’n blauwe kleur. Verder zagen we er verschillende monumentjes en vitrines met daarin duizenden en duizenden gevlochten, kleurrijke, papieren slingers van kraanvogels. Kraanvogels zijn het symbool van de vrede en een Japanse legende zegt dat als je duizend papieren kraanvogels vouwt, je een wens mag doen. Ook was er de zogenaamde fontein van de vrede. Alles stond hier in het teken van de vrede. Vooral de Japanners hebben zoiets van: „dit nooit meer”. De prijs die zij betaald hebben voor de oorlog is dan ook hoog. Het park was onderwerp van een schooluitje voor erg veel klassen. Behalve wij waren er vele honderden schoolkinderen. Zelfs kleuters werden hier mee naartoe genomen. Natuurlijk moest elke klas weer uitgebreid op de foto. Het meest interessant vonden we het Atomic Bomb museum. Hier kregen we een indringend maar goed beeld van hetgeen de atoombom in Nagasaki heeft aangericht. Er waren veel foto’s te zien en het is altijd interessant om een zaak eens van een andere kant te kunnen bekijken. Wij leren dat de Japan een lesje moest worden geleerd, maar daar kijken ze zelf toch iets anders tegen aan.
Ons volgende doel was de Urakami kathedraal. Nadat de Japanners de ban op het christendom hadden opgeheven werd in 1914 de kathedraal naar Europees voorbeeld gebouwd. Op 9 augustus 1945 werd de kathedraal nagenoeg geheel vernietigd door de atoombom, maar later weer herbouwd in z’n originele staat. Binnen vielen de mooie glas-in-loodramen op. In de tuin bij de kathedraal zagen we een aantal heiligenbeelden die de atoombom, zij het zwaar beschadigd, wel hadden overleefd. Ook hier zagen we erg veel papieren slingers aan in elkaar gevouwen kraanvogels en natuurlijk waren er de schoolmeisjes. Waar zijn die niet in Japan?
In een winkeltje vlakbij de kathedraal haalden we wat eten en aten dat op straat op voordat we voorbij liepen aan de plek waar de atoombom daadwerkelijk viel. Nu staat er een standbeeld van een vrouw die een kind in haar armen draagt. Op de sokkel staat het exacte tijdstip dat de bom viel; 9 augustus 1945 om twee minuten over elf in de morgen.
Volgende bezichtiging was het Monument voor de 26 Japanse martelaren. Lange tijd was het christendom verboden in Japan. De vroegere shoguns zagen in dat geloof een bedreiging voor de Japanse cultuur en op het verspreiden van het christendom stond de doodstraf. Zo kwam het dat 26 monniken in 1587 aan het kruis genageld werden toen zij toch zieltjes probeerden te winnen in Japan. Later zagen de Jappen één en ander toch anders en werden de monniken martelaars en kwam er dit monument. Bij het monument is een aparte kerk gebouwd die ontworpen zou kunnen zijn door de Spaanse architect Gaudi. De torens van de kerk zijn al net zo scheef als veel van het werk van deze briljante architect. Voordat wij onze foto’s konden maken, moesten we lang wachten op allerlei Japanners die voor het monument op de foto wilde, maar dat was eigenlijk overal zo in dit land.
Vlakbij het monument voor de 26 martelaren zagen we een groot beeld van een Boeddha staan. Nader onderzoek leerde ons dat dat beeld boven op een gigantische schildpad stond. Die schildpad was een heuse tempel, de Fukasaiji tempel om precies te zijn. Nicky en ik keken vluchtig binnen en gingen weer naar buiten toen bleek dat we voor de tempel moesten betalen. Hoewel erg mooi van buiten hadden we dat er niet voor over.
We eindigden de middag met een bezoekje aan twee Chinese tempels. De eerste was de Kofukuji tempel. Bij een mooi oud mannetje die veel weg had van een monnik kochten we een kaartje om vervolgens te ontdekken dat we de enige bezoekers waren. Daardoor konden we het eeuwenoude Boeddhistische complex lekker op ons gemak bekijken. Vooral als je de enige bent voel je de serene rust van zo’n tempel op z’n best.
De tweede Chinese tempel betrof de Sofukuji tempel uit 1629. Doordat de zon al wat aan het zakken was scheen het licht heel mooi op de rode muren van de tempel. Binnen in de diverse gebouwen van het complex stonden veel beelden. De tempel was goed bewaard gebleven en het hout was kleurrijk beschilderd zoals het een mooie Chinese tempel betaamt. We genoten van de rust en het zonnetje en zaten een hele tijd maar wat te zitten op één van de binnenplaatsjes.
Tegen de tijd dat we terug waren in de ryokan waren we moe. We aten dan ook in een eenvoudig tentje in de buurt zodat we lekker vroeg onder onze futons konden kruipen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23