Luik dag 2

Na een prima nacht slapen deden we zo rond acht uur een lodderig oog open. In de prachtige ontbijtzaal met een gewelfd plafond was het een drukte van belang. In het hotel verbleven de passagiers van twee Engelse bussen en die mensen zaten allemaal te ontbijten. Het leek daarom wel of we in Engeland waren. Het ontbijt was uitgebreid en smaakte ons heerlijk.
Met een meer dan volle maag togen we iets na tienen de stad in. Eerst bezochten we de grote markt in La Batte. De markt was groot maar het bleek een gewone weekmarkt te zijn en geen rommelmarkt zoals wij hadden gedacht. We waren er dan ook snel weer weg. Veel leuker was het in een straat die door het leven gaat als Hors-Chateau. Dit is de mooiste straat van het oude Luik. Hier staan nog huizen van enkele honderden jaren oud. Ook leuk waren de smalle tot zeer smalle steegjes die op Hors Chateau uitkwamen, de zogenaamde impasses.

Druk fotograferend kwamen we uit bij de Montagne de Bueren. Hier heb je een trap met maar liefst 374 treden die je naar de citadel leiden. Aan weerszijden van de trap staan woonhuizen. Wij beklommen de traptreden en vroegen ons af waarom je hier zou willen wonen. We moeten er niet aan denken om elke dag een paar honderd traptreden te moeten lopen om van of naar je huis te kunnen. Laat staan wanneer je een bank bij Ikea hebt gekocht en die je die trappen op moet zeulen, of erger nog, een wasmachine. Zwaar hijgend van de inspanning hadden we boven wel een mooi uitzicht over Luik dat langzaam wakker werd.
Na een bezoekje aan een monument voor gevallen soldaten, liepen we via een andere weg weer naar beneden. Ook hier traptreden, maar je kon hier tenminste ook met een auto komen. Via allerlei smalle straatjes kwamen we bij het grote bisschoppelijke paleis uit. Tegenwoordig zijn hier een aantal rechtbanken gevestigd en kun je het gebouw verder niet bezoeken, maar één van de twee binnenplaatsen bleek wel toegankelijk en dus bezochten we die. Nadat we wat foto’s hadden genomen van de galerijen slenterden we wat over de gigantische kerstmarkt die ook langzaam weer tot leven kwam.
In de binnenstad kwamen we uit bij de Collegialekerk Saint Denis. Deze meer dan duizend jaar oude kerk heeft meerdere stijlen en is van buiten niet bepaald aantrekkelijk te noemen. Van binnen was het wel mooi met alle barok en rococo. Vervolgens slenterden we door de straatjes van de wijk Le Carré met z’n vele winkels om uit te komen bij de Saint Paul kathedraal. Deze stond helemaal in de stijgers maar was verder wel toegankelijk. Ook dit bouwsel is al vele eeuwen oud. Ook hier was het interieur prachtig.
Nadat we de kathedraal hadden bekeken, gingen we op zoek naar een plek voor de lunch. Die vonden we op de Place Saint Etienne bij een Delifrance. Even zitten deed onze zere ruggen goed. Toen we uit gegeten waren was het twee uur geweest en konden we weer terug naar de kathedraal omdat nu de schatkamer open was. Hier troffen we een uitzonderlijke verzameling kunstwerken uit twee andere kathedralen. Het was vooral veel goud en zilver wat er blonk in het oude roomse leven.
Op de kerstmarkt voor de kathedraal aten en dronken we nog wat en bekeken wat winkels op zoek naar een vervanger voor Ron z’n vervallen muts. We vonden echter geen waardige opvolger. Aan het einde van de middag bezochten we nog wat bezienswaardigheden die in onze gidsjes stonden voordat we naar de Collegiale kerk Saint Barthelemy liepen. In deze Romaanse kerk uit de 12e eeuw staat een gouden doopvont die tot de zeven wonderen van België behoort.
Tegen de tijd dat we in deze kerk klaar waren hadden we genoeg kerken gezien voor een dag en liepen we terug naar ons hotel om bij te komen van alle indrukken en om onze voeten maar vooral ruggen wat rust te gunnen. Nicky wilde ‘s avonds in het hotel eten, maar het restaurant was redelijk verlaten en de ober had niet veel zin om ons een tafeltje toe te wijzen. Voor ons reden om te vertrekken waarna we de stad weer inliepen op zoek naar een leuk restaurant. Dat viel nog niet mee. Bij het eerste restaurant dat ons wel wat leek konden we alleen met contant geld afrekenen en dat hadden we niet. Bij het tweede tentje was het bloedheet binnen en bleek de menukaart toch niet helemaal je dat. Gevolg was dat we weer bij Pizza Hut uitkwamen. Deze keer namen we echter geen pizza maar spareribs. Die smaakten in principe goed maar waren nauwelijks warm genoeg.
Tegen negenen waren we weer terug in het hotel alwaar dit stukje proza werd opgetekend. Morgen gaan we al weer richting huis.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Pieterpad, etappes 22 en 23

Zondag in München

Zondag in Oslo