Een dag in Reykjavik

Allebei sliepen we afgelopen nacht als een os. Maar goed ook want daardoor waren we ’s morgens helemaal klaar voor een dagje Reykjavik. Eerst moest er natuurlijk een ontbijt genuttigd worden want een hoofdstad bekijken op een lege maag, is geen goed idee. Gelukkig hadden we gisteren inkopen kunnen doen in een supermarkt waardoor we een prima ontbijtje naar binnen konden werken.
Tegen half tien waren we klaar op de kamer en trokken we er op uit. Buiten was de lucht zwaar bewolkt, maar het was wel droog. Koud was het helemaal niet met 15 graden en weinig wind.
Onze eerste bestemming was het Höfði house. In dit houten huis vond in 1986 de top tussen de presidenten Reagan en Gorbatsjov plaats. Net toen we er aan kwamen, vertrok een grote tourbus met toeristen waardoor we het hele terrein voor ons zelf hadden. Het beroemde huis is niet te bezoeken, dus het bleef bij wat rondkijken nabij het pand.
Achter het Höfði house vonden we een knalgele vuurtoren die natuurlijk even op de foto moest. Langs de boulevard liepen we weer naar Sólfarið, de zonnereiziger. Dit kunstwerk hadden we gisteren ook al bezocht maar toen vonden we het licht niet zo mooi. Vandaag was dat licht trouwens niet veel beter. Dat kwam door de zware bewolking. Toch werden weer de nodige foto’s gemaakt.

Het meest opvallende gebouw aan de boulevard is ongetwijfeld concertgebouw Harpa met z’n moderne architectuur. Net toen we binnen een kijkje wilden gaan nemen, werd het gebouw voor de duur van anderhalf uur gesloten. Waarom weten we niet. We besloten later op de dag om terug te komen voor de binnenkant.
Nadat we een deel van de haven hadden bekeken, liepen we de stad weer in. Via allerlei straatjes kwamen we uit bij een grote vijver met aan één van de oevers, het stadhuis van de stad. Reykjavik is een rare stad. Enerzijds de hoofdstad van een welvarend land met tal van monumenten, aan de andere kant een groot dorp zonder veel hoogbouw maar wel met straatjes, midden in het centrum, met huizen die dringend aan een opknapbeurt toe zijn. Kennelijk is verf heel erg duur in IJsland, want het ontbreekt veel woningen aan een fatsoenlijk laagje van dat spul. Wel jammer, want de huizen zijn mooi genoeg, maar slecht onderhouden. Het stadhuis echter stond er mooi bij. We keken even binnen zodat Nicky een sanitaire stop kon maken.
Naast het stadhuis vonden we het parlementsgebouw van IJsland. Als je had gedacht dat dat een groot complex was, vergis je je. Wij stonden versteld van de bescheiden omvang van de Althing, zoals het parlement hier heet. Het zou ook zo maar een schooltje kunnen zijn geweest. Op één van de foto’s zie het het gebouwtje staan.
De Laugavegur is de belangrijkste winkelstraat van de stad. Hier bezochten we diverse winkels, op zoek naar een leuk souvenir voor in ons WC-museum. Het was echter allemaal bras wat we troffen en we kochten dus niks.
Tegen lunchtijd kwam de zon door de wolken heen en werd het heerlijk weer. Eigenlijk te warm voor een jas. Daardoor konden we ook buiten eten, op één van de vele terrassen. Het was wel een eenvoudige lunch want voor twee koffie, een wafel met wat aardbeien met slagroom en een ham-kaas tosti waren we ruim 20 euro kwijt.

Het meest opvallende gebouw in Reykjavik is toch wel de Hallgrímskirkja. De kerk met z’n toren van 74,5 meter hoog lijkt op een grote basaltmuur. Het duurde 41 jaar voordat de kerk af was. Voor de kerk staat het standbeeld van Leif Eriksson, zoon van Erik de Rode, de vermoedelijke eerste Europese kolonist van Noord-Amerika. Van binnen is het de meest saaie kerk die je je kan voorstellen. Er zit nergens ook maar één versierseltje. Alles is even strak, kaal en koud afgewerkt. Niks kan je er afleiden van de preek van de dominee. Wel weer mooi was dat je voor een bedrag van 7 euro naar de top van de toren kon gaan. Gelukkig met een lift en niet met een trap. Vanaf de toren hadden we een prachtig uitzicht over de stad die toen net lekker in het zonnetje lag. 
Weer terug op de grond, slenterden we door de stad op zoek naar kleurrijke pandjes en gebouwen met muurschilderingen waarvan er veel staan in de stad. Ook liepen we terug naar Harpa waar we nu wel naar binnen konden. Dat was wel de moeite waard. Vooral de plafonds waren prachtig.
Van al dat geslenter werden de beentjes wel aardig moe. Nadat we in een leuke boekenzaak koffie hadden gedronken liepen we het centrum uit een liepen we naar IJslands grootste winkelcentrum, Kringlan genaamd. Hier liepen we wat rond en troffen veel winkels die we in Nederland ook kennen. Omdat we al meer dan 20 kilometer hadden gelopen en best wel moe waren, besloten we om niet meer terug naar het centrum te lopen voor het diner maar wat te kopen in een luxe supermarkt en dat eten op onze hotelkamer te verorberen. Zo gezegd, zo gedaan. We hadden gedurende de dag zoveel gefotografeerd dat het heel wat tijd kostte om alles een te bekijken. Dat, en met de voorbereidingen voor morgen, zorgden dat we ons niet verveelden. Morgen verlaten we Reykjavik en gaan we beginnen aan de zogenaamde ringroad, de weg rondom IJsland.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23