Op weg naar Lake Erie
Op een gegeven moment was het toch wat afgekoeld en sliepen we in. Nog een beetje onwennig en daardoor onrustig brachten we de nacht door. Om half negen werden we wakker van de zon die al flink op het tentje stond te schijnen. Met een tentje heb je toch wat meer werk dan met een camper en daarom was het al tien uur geweest voordat we alles hadden ingepakt en weg konden rijden. Eerst moesten er wat dingen worden geregeld. Tanken was het snelst gebeurd. Gelukkig gebruikte onze Jetta niet zoveel benzine als de camper. Voor CAD 40,- zat de tank weer vol. Daarna belde Ron met Owasco om het probleem met de ontbrekende regulator te bespreken. Bij Owasco deed men gelukkig niet zo moeilijk. We konden een regulator kopen en als dat niet lukte zelfs een nieuw fornuisje. De kunst was echter om zo’n regulator te vinden. We probeerden een bouwmarkt, maar daar had men dat soort dingen niet. Uiteindelijk vonden we na lang rijden en op aangeven van Owasco een vestiging van “Canadian Tire”, een grote keten waar ze zo ongeveer alles verkopen. Daar vonden we ook een regulator die op ons fornuisje moest passen. Voor CAD 34 dachten we klaar te zijn. Voor de zekerheid probeerde Ron op de parkeerplaats of het ding wel paste en dat was maar goed ook. Met geen mogelijkheid kregen we de regulator op het fornuis. Dan maar weer terug naar binnen, naar de klantenservice. Daar troffen we een erg behulpzame medewerker die het echter ook niet lukte om het ding op het fornuis te schroeven; het lag aan de schroefdraad in het fornuis. Ron belde weer met Owasco om te verifiëren of het inderdaad goed was dat we een nieuw fornuis kochten. Dat was geen probleem, dus even later liepen we met een gloednieuw fornuis de winkel uit. Dit hele grapje had ons wel een halve dag en 20 extra kilometers gekost. Nu we er toch waren, deden we maar meteen boodschappen in de Canadese Aldi. Vanavond moest er immers gekookt worden.
Nu we eindelijk weer verder konden, reden we in de richting van Lake Erie. Daar wilden we overnachten in Port Burwell. Het landschap waar we doorheen reden, was mooi, maar niet bijzonder. We zagen vooral veel maïsvelden en tabak en lelijke dorpjes zonder middenstand. Echt in de middle of nowhere, in Vienna, bezochten we het Edison museum. We waren in de veronderstelling dat Thomas Alva Edison hier had gewoond en gewerkt, maar dat bleek een misverstand. Een nicht van de beroemde uitvinder had hier gewoond en het huis was volgestouwd met allerlei dingen uit het einde van de 19e eeuw, waaronder ook veel Edison-dingen zoals grammofoons, cilindergrammofoons en gloeilampen. Heel veel van deze dingen kregen we niet te zien, want de jongen die ons rondleidde vroeg zoveel over Nederland en had zoveel te vertellen over het leven in Canada, dat we maar bleven kletsen en het museum aan ons voorbij lieten gaan. Wel leuk.
Om een uur of vijf, reden we Port Burwell binnen, een plaatsje van niks, aan Lake Erie. Het meest bijzondere gebouwtje was een houten vuurtoren uit het midden van de 19e eeuw. Dat moest natuurlijk op de foto. Zonder al te veel moeite vonden we de camping in het plaatsje en voor CAD 25,- mochten we daar een plaatsje uitzoeken. Wijs geworden van de dag ervoor, vroegen we om een schaduwrijke plek vlakbij de douches. Die was er gelukkig nog eentje.
Nadat het kamp was opgebouwd, kon er voor het eerst gekookt worden. Dat ging wonderbaarlijk goed en het duurde niet lang voordat we voor het eerst in drie dagen weer een warme maaltijd hadden. Nadat het kamp was opgeruimd voor de nacht, begon het al donker te worden. In dit deel van Canada is het om negen uur al donker. Vanwege het warme, drukkende weer, voelden we ons alle twee erg vies en een douche was welkom. Gelukkig waren die op deze camping wel gratis en konden we alle zweet en vuil van ons afwassen. Na nog wat spelletjes Yahtzee bij kaarslicht, kropen we al om tien uur ons tentje in.
Reacties