Baie Sainte Catharine – Rivière-du-Loup
We sliepen prima in ons motelbed. Alleen bleken de muren van papier. Zo konden we de buurman horen snurken. Wat zouden de buren van ons hebben gehoord? We hadden een wekkertje gezet omdat we om kwart voor tien bij de pier in Baie Sainte Catharine moesten zijn voor een cruise naar de walvissen en het Sagounay fjord. Toen we opstonden was het erg mistig maar het leek op te klaren. We waren ruim op tijd en het zag er naar uit dat maar weinig mensen met de cruise mee zouden gaan. Dat leek ons mooi, maar dat had wellicht ook een reden. De mist klaarde namelijk helemaal niet op en werd zelfs dikker. Vurig hoopten we dat het weer zou opklaren, maar het weer was erg raar. Het ene moment kon je enkele honderden meters ver kijken, een paar minuten later kon je amper een hand voor ogen zien.
Toen om tien uur de boot vertrok, hadden we nog de hoop dat het later in de morgen wat zou opklaren. Ondertussen voer de boot de Sint Lawrence rivier op in haar zoektocht naar walvissen. Wat we zagen was een grote grijze muur van mist. De jongeman die het commentaar bij de tocht verzorgde, bleef maar zeggen dat we goed moesten kijken of we walvissen zagen, maar de mist was gewoon te dik. Het eerste uur van de excursie deden we nog ons best om walvissen in de mist te ontwaren. Ze moesten er immers zitten, maar daarna vonden we het wel goed, en vertrouwden we op anderen dat zij zouden aangeven als er walvissen te zien zouden zijn.
Ook toen de boot het Sagounay fjord invoer, was de mist nog zo dik dat we geen van de oevers konden zien die toch maar een paar honderd meter van de boot verwijderd waren. Deze excursie was daarmee een totale mislukking. De maatschappij waarmee we voeren, bood iedereen aan om gratis aan boord te blijven voor de excursie van één uur en het leek er even op dat het weer zo verbeteren. Maar toen we in het haventje van Tadoussac lagen, trok de hemel weer helemaal dicht en besloten we geen gebruik te maken van het aanbod en verder te reizen.
We reden naar Saint Simèon om daar de pont naar Rivière-du-Loup te nemen. We waren echter twee uur te vroeg en dat betekende dus wachten. De tijd doodden we met wat rondwandelen en bij lezen over onze bestemming.
Om iets voor half vijf mochten we de ferry oprijden en moest Ron de auto steil omhoog een helling oprijden omdat onze auto op een tussenverdieping kwam te staan. De ferry was duur; CAD 58,- maar bespaarde ons een rit van een paar honderd kilometer. Eenmaal aan boord aten we wat en zaten op een buitendek. Opnieuw was de mist zo dik dat we niks zagen dan een grijze muur.
Om kwart voor zes reden we de auto van de ferry en reden we Rivière-du-Loup binnen op zoek naar een motelletje. Het weer was te slecht om te kamperen, hoewel op dat moment wel de zon even scheen. Uit de Lonely Planet hadden we een adresje gekozen en dat bleek een goede keuze. Voor CAD 65,- exclusief belastingen, namen we onze intrek in een piekfijn motelletje. We hadden al gegeten, dus koken hoefde niet meer. Bleef over; televisie kijken en computeren.
Reacties