Forillon NP – Gaspesie Provincial Park
Ondanks dat het afgelopen nacht behoorlijk koud was geweest, hadden we redelijk geslapen. Om een uur of acht werden we wakker van de herrie op de camping. Zoals verwacht, was het mooi weer hoewel de zon nog door de bewolking moest breken. Deze keer konden de spullen in ieder geval droog worden ingepakt. We hadden vlakbij Cap Bon Ami gekampeerd en dus reden we nog even naar deze kaap omdat het deze keer wel mooi weer was. We zagen nu vier harbour seals op een rots liggen zonnen. De zee was niet half zo ruw als eergisteren. We namen een kijkje op het strand wat toegankelijk was gemaakt door een lange steile trap.
Weer in de auto reden we naar de zuidkant van het park om daar een trail te gaan lopen. We wilden helemaal naar het uiterste puntje van het park lopen waar een vuurtoren staat. Dat betekende een wandeling van in totaal iets meer als negen kilometer. We parkeerden de auto aan het einde van de weg en begonnen aan de wandeling over een pad dat meteen omhoog liep. Pas na een tijdje kwamen we aan de kust te lopen. Daar was het wel prachtig. We liepen boven op de steile klippen en de zee lag tientallen meters onder ons. Vanaf het goed begaanbare pad zagen we regelmatig een prachtig baaitje waar je alleen vanuit zee kon komen. In het water zagen we kayakkers die deze strandjes zonder problemen op konden. Op een gegeven moment liep het pad van de kust af, de bergen in. Naar ons gevoel bleef het pad stijgen totdat we boven op de bergrug kwamen te lopen. Inmiddels waren we allebei kletsnat van het zweet. Toen het pad eindelijk teneinde was, stonden op de Cap Gaspé bij de vuurtoren. Gebouwd in de jaren vijftig, stelde het niet zo heel veel voor. De toren was wel met z’n tijd meegegaan want nu hingen er zonnecollectoren aan het torentje. We genoten van het uitzicht over zee en probeerden wat walvissen te spotten. Die beesten zouden hier moeten zwemmen. Nicky zag elke meeuw voor een walvis aan, maar helaas; we zagen er geen.
De auto had dringend behoefte aan benzine en het oranje lampje brandde al. We hadden gedacht in Cap de Rossiers te kunnen tanken, maar in dit dorp was geen pomp te vinden. Ook in het volgende dorp moesten de inwoners en wij het zonder benzine doen. Net toen we dachten dat de auto er mee zou stoppen, vonden we eindelijk een benzinepomp en konden we de tank laten vullen.
We hadden het plan opgevat om naar het Gaspesie park te rijden en daar nog te gaan wandelen, maar dat park lag nog wel 200 kilometer van waar we nu waren. Onderweg lunchten we op een parkeerplaats die ondanks het mooie weer toch winderig was. De rit naar Gaspesie duurde lang door tal van wegwerkzaamheden en een enkele kloothommel die dacht dat de maximumsnelheid hier 40 kilometer per uur was. Inhalen op de smalle en bochtige weg is niet gemakkelijk, dus Ron ergerde zich bijkans dood.
Pas rond half zes kwamen we aan bij de camping, midden in het park. We kregen een mooi plaatsje vlakbij de WC’s toegewezen. Nadat de tent was opgezet zaten we een tijdje aan de chips en hadden we bezoek van een eekhoorn die ook wel wat lustte.
Het was deze dag al vroeg koud en na het eten zat er niet veel anders op dan lezen in de auto en douchen voordat we al vroeg in bed doken.
Reacties