Madawaska – Algonquin Provincial Park - Whitney
Er was regen voorspeld, maar toen we wakker werden was het nog droog. Het was wel zwaar bewolkt en het zou niet lang duren voordat we de resten van orkaan Katrina zouden voelen. Maar eerst kregen we een uitgebreid ontbijt in de lodge, compleet met eieren, aardappelen en hashbrowns. Veel te veel voor ons, maar we deden erg ons best niet alles te laten liggen, wat goed lukte.
Omdat het wat regende toen we het park weer inreden, bezochten we eerst het logmuseum. Hier wordt de geschiedenis van de boomkap in het Algonquin Park uit de doeken gedaan. Binnen waren wat maquettes gemaakt, maar de echte tentoonstelling was buiten gebouwd langs een anderhalve kilometer lange trail. Toch weer de regen in dus. Het regende niet constant en daarom konden we tussen de buien door toch op ons gemak alles bezichtigen. Vanaf de loggers uit het midden van de 19e eeuw tot de goed georganiseerde boomkap van tegenwoordig, werd alles uitstekend uit de doeken gedaan.
We waren meer dan een uur in het museum voordat we naar het bezoekerscentrum gingen. Daar was ook een uitstekende tentoonstelling over het wildleven in het park en verder over de ontwikkeling van het toerisme in Algonquin. Nadat we alles hadden bekeken, aten we in het bezoekerscentrum wat voordat we weer naar buiten gingen. Het was inmiddels al half drie en het was eindelijk droog. We besloten nog een trail te gaan lopen. We reden naar Rock Lake op zo’n negen kilometer van de highway af en parkeerden de auto bij het begin van de Booth’s Rock trail. Deze trail was iets meer dan vijf kilometer lang en staat te boek als moeilijk. Dat viel alleszins mee. De eerste kilometers was het zelfs een makkelijke route door het bos. Daarna moesten we naar een klip klimmen die ons een prachtig uitzicht gaf over Rock Lake. Ron gleed nog uit over een gladde steen en schoof op z’n kont enkele meters omlaag. Gelukkig was er niks aan de hand behalve dan een broek vol modder. Jammer was dat de videocamera er weer eens mee ophield.
We deden 2 uur over de wandeling en al die tijd bleef het droog. In het westen scheen zelfs een flauw zonnetje door de bewolking. We reden het park uit naar Whitney waar we voor CAD 84,- een simpele maar schone motelkamer vonden. Van een vrouwtje uit de lodge van afgelopen nacht hadden we gehoord dat er ’s avonds zwarte beren zaten op de vuilnisbelt in Whitney. We hadden ’s morgens al gezocht naar deze vuilnisbelt, maar deze toen niet gevonden. Nu vroegen het wat mensen en uiteindelijk vonden we wat we zochten. We waren nog maar net op de vuilnisbelt, waar het vreselijk stonk, toen Nicky de eerste zwarte beer al spotte. In allerijl werden de camera’s uit de auto gehaald, maar die haast was nergens voor nodig want de drie beren die we zagen, waren op hun gemak tussen het vuilnis naar voedsel aan het zoeken en waren nog niet van plan om weg te gaan. Er was inmiddels ook een vierde beer aan komen lopen.
De beren zagen er allemaal erg gezond uit. Dat is ook niet gek als je elke dag je buik vol kunt eten. Onze camera’s maakten overuren en gelukkig deed ook de videocamera het weer. Van andere mensen op de vuilnisbelt hoorden we dat er gisteren maar liefst 26 beren tussen de rommel naar eten aan het zoeken waren. Wij zagen ondertussen zes beren rommelen waaronder een moederbeer met twee jongen. We vroegen ons af of deze beren vanaf morgen, als het jachtseizoen voor beren, begint zullen worden afgeschoten. Hopen van niet want het zijn en blijven prachtige beesten. Na een half uurtje verlieten we de stinkende hoop vuilnis en liepen binnen bij een pizzatent waar we twee pizza’s bestelden en meenamen naar het motel. Daar bleek dat we veel te veel pizza hadden besteld. De helft konden we niet op. Gelukkig is koude pizza ook lekker zodat we morgen ontbijt en vermoedelijk ook eten voor de lunch hebben.
De rest van de avond werden de vele beren- en andere foto’s op de laptop gezet en keken we de verslaggeving over orkaan Katerina en de US open.
Reacties