Snotverkouden naar Molinaseca

Over de 19e oktober kunnen we kort zijn. We liepen een lange etappe van Astorga naar Foncebadón, een afstand van meer dan 25 kilometer. Ron z'n verkoudheid was er niet bepaald minder op geworden en volgestopt met paracetamol, begonnen we omstreeks kwart voor acht aan de tocht. We liepen 's morgens door wat dorpjes die niet veel voorstelden. Wel ontbeten we in het eerste beste dorpje en dronken we halverwege de ochtend een drankje op een terrasje van een volgend dorpje.
Het was nog maar net middag geweest toen we in Rabanal aan kwamen. Dat zou eigenlijk onze bestemming voor deze dag zijn, maar dat vonden we allebei toch wel wat vroeg. Ondanks dat Ron zich steeds minder goed voelde, besloten we na de lunch toch zo'n 6 kilometer door te lopen om zo ook de etappe van morgen wat minder lang te maken. Die 6 kilometer gingen wel omhoog, maar op zich viel het allemaal mee. Het landschap was prachtig met veel bomen in hun herfsttooi en hoge bergen op de achtergrond. De ondergrond was slecht met veel losliggende keien.
Al om kwart over twee waren we in Foncebadón. We besloten om niet naar een albergue te gaan maar naar een hostel waar het een stuk rustiger is. Eenmaal op de tweepersoonskamer viel Ron op bed en kwam daar de hele middag niet meer vanaf.
We aten 's avonds in het hostel. Het eten was er prima. Met de gedachte dat een goeie lange nachtrust goed zou zijn voor een zware verkoudheid, lagen we al om kwart voor acht in bed.

Pas om kwart over zeven de volgende de dag werden we wakker. We hadden toen elf en een half uur aan één stuk door geslapen. Die lange nachtrust, samen met de hoge temperatuur in de kamer, had Ron goed gedaan. Het slijm in zijn luchtpijp kwam wat los te zitten zodat de constante behoefte om te hoesten veel minder was. Voordat we vertrokken ontbeten we nog in het hostel en gingen pas om tien voor half negen op pad. Buiten was het erg mistig wat het dorp een spookachtig aanzien gaf.
Twee kilometer verder kwamen we uit bij het Cruz de Ferro, Één van de bekendste, zo niet het bekendste monument op de hele Camino. Het is een houten paal van vijf meter hoog met daarop een ijzeren kruis. Onder aan die paal laten pelgrims een steentje achter wat een wens, een gebeurtenis of een last voorstelt, die ze graag achter zich willen laten. Ook wij hadden ieder uit Nederland een steentje meegebracht dat we daar achterlieten. Voor veel mensen is het achterlaten van het steentje een emotionele gebeurtenis. Er werd dan ook heel wat afgeknuffeld met mensen die het even lastig hadden. Wij waren wat nuchterder en liepen na zo'n tien minuten weer verder. Bij het kruis zagen we ook Armand weer een keer. Hij had niet eens een steentje achter gelaten. De Cruz de Ferro is met 1530 meter ook zo'n beetje het hoogste punt op onze Camino.
Deze etappe bevatte ook de grootste afdaling van de Camino; zo'n 900 meter maar liefst. En dat ging niet over een mooie asfaltweg, maar over onverharde geitenpaden die bezaaid lagen met keien en losliggende stenen. Niet één keer kon je je voeten recht neer zetten en de lange tocht naar beneden was dan ook erg zwaar. Veelal mocht het pad, de naam "pad" eigenlijk niet hebben. Deze etappe vonden wij alletwee de zwaarste tot nu toe, zelfs zwaarder dan die op de eerste dag.
Gelukkig komt aan alle ellende een eind en omstreeks twee uur kwamen we aan in Molenaseca, onze eindbestemming voor deze dag. Qua lopen hadden we het echt wel gehad. Gelukkig vonden we heel snel een splinternieuwe albergue met bedden op ruime afstand van elkaar en brandschoon sanitair. Na de douche voelden we ons al heel wat beter. Vlakbij de albergue was een terrasje waar we lunchten.
Daarna deden we de was in de albergue en zaten wat te kijken op het internet.
Het plaatsje zelf bekeken we ook. Echter, het was zo klein dat we in 20 minuten al weer klaar waren. Buiten het hoofdstraatje was er niks te zien of beleven.
's Avonds gingen we eten in een restaurantje. Het werd weer eens een pelgrimsmenu voor welgeteld €9 per persoon. De porties waren echter zo gigantisch dat we makkelijk met één menu toe hadden gekund. Sterker, met één menu hadden we met drie of vier makkelijk kunnen eten. De rest van de avond hielden we ons gemak in de albergue.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23