Weer terug in wijnbouwgebied
We hadden ons deze ochtend zowaar verslapen. We werden pas om tien over half acht wakker en dat terwijl we voor achten geacht werden de albergue te verlaten. Dat lukte maar ternauwernood. Toen we buiten kwamen was het koud en zagen we een heldere lucht met sterren. Dat beloofde een stralende dag te worden.
Langs de doorgaande weg liepen we Molinaseca uit in de richting van de grote stad, Ponferrada. De weg was vlak en prima en in iets meer dan een uurtje stonden we oog in oog met het middeleeuwse kasteel dat het centrum van de stad domineert. In een cafetaria tegenover de burcht ontbeten we om daarna op zoek te gaan naar een geldautomaat. Ons contante geld was bijna op en hier gaat alles nog op de ouderwetse manier, met briefjes en muntjes dus. Gelukkig hadden we zo'n masjien snel gevonden en weer voorzien van de nodige flappen, konden we verder.
Ponferrada is een behoorlijke groene stad en oogt helemaal niet onaardig, zeker met een lekker zonnetje erbij. Het duurde wel even voordat we de stad achter ons hadden gelaten en weer over landweggetjes liepen. Af en toe kwamen we door een dorpje en in eentje dronken we wat op een terrasje.
Het aantal dorpjes waar we door heen liepen is veel groter dan pakweg een week geleden. De bevolkingsdichtheid is hier een stuk groter. Ook lijken de dorpjes wat minder primitief. We liepen ondertussen in een nieuw wijnbouwgebied, dat van de Bierzo. De wijnstruiken waren al in hun herfsttooi en samen met het flink schijnende zonnetje gaf dat een prachtig gezicht. Her en der was men nog bezig met de druivenpluk.
Om kwart voor twee kwamen we Cacabelos binnen lopen. Dit is een wat groter dorp met een gezellige hoofdstraat. Hier waren tal van barretjes en restaurantjes. Wij vonden deze dag onderdak in de gemeentelijke albergue, net buiten het dorp. Rondom een kerk waren allemaal tweepersoons hutjes gemaakt en voor €5 per persoon hadden we ieder een bed in zo'n hutje. De douches en toiletten zagen er prima uit. Er was zelfs wifi. Na de douche liepen we terug naar het dorp om daar bij een restaurantje op het terras wat te eten. Daarna zochten we ons wezenloos naar een winkeltje of supermarkt waar we wat voor het avondeten konden kopen. We speurden het hele dorp af maar nergens vonden we wat. Pas toen de plaatselijke VVV weer open was, na de siësta, konden we het vragen en vonden we er eentje. Hier deden we wat inkopen.
Zolang de temperatuur het toeliet zaten we voor ons hutje. Toen het teveel afkoelde verhuisden we naar binnen waar het best gezellig was. Toch gingen we op tijd slapen want morgen wacht een lange etappe.
Langs de doorgaande weg liepen we Molinaseca uit in de richting van de grote stad, Ponferrada. De weg was vlak en prima en in iets meer dan een uurtje stonden we oog in oog met het middeleeuwse kasteel dat het centrum van de stad domineert. In een cafetaria tegenover de burcht ontbeten we om daarna op zoek te gaan naar een geldautomaat. Ons contante geld was bijna op en hier gaat alles nog op de ouderwetse manier, met briefjes en muntjes dus. Gelukkig hadden we zo'n masjien snel gevonden en weer voorzien van de nodige flappen, konden we verder.
Ponferrada is een behoorlijke groene stad en oogt helemaal niet onaardig, zeker met een lekker zonnetje erbij. Het duurde wel even voordat we de stad achter ons hadden gelaten en weer over landweggetjes liepen. Af en toe kwamen we door een dorpje en in eentje dronken we wat op een terrasje.
Het aantal dorpjes waar we door heen liepen is veel groter dan pakweg een week geleden. De bevolkingsdichtheid is hier een stuk groter. Ook lijken de dorpjes wat minder primitief. We liepen ondertussen in een nieuw wijnbouwgebied, dat van de Bierzo. De wijnstruiken waren al in hun herfsttooi en samen met het flink schijnende zonnetje gaf dat een prachtig gezicht. Her en der was men nog bezig met de druivenpluk.
Om kwart voor twee kwamen we Cacabelos binnen lopen. Dit is een wat groter dorp met een gezellige hoofdstraat. Hier waren tal van barretjes en restaurantjes. Wij vonden deze dag onderdak in de gemeentelijke albergue, net buiten het dorp. Rondom een kerk waren allemaal tweepersoons hutjes gemaakt en voor €5 per persoon hadden we ieder een bed in zo'n hutje. De douches en toiletten zagen er prima uit. Er was zelfs wifi. Na de douche liepen we terug naar het dorp om daar bij een restaurantje op het terras wat te eten. Daarna zochten we ons wezenloos naar een winkeltje of supermarkt waar we wat voor het avondeten konden kopen. We speurden het hele dorp af maar nergens vonden we wat. Pas toen de plaatselijke VVV weer open was, na de siësta, konden we het vragen en vonden we er eentje. Hier deden we wat inkopen.
Zolang de temperatuur het toeliet zaten we voor ons hutje. Toen het teveel afkoelde verhuisden we naar binnen waar het best gezellig was. Toch gingen we op tijd slapen want morgen wacht een lange etappe.
Reacties