De eerste regendag van deze reis
Toen we wakker werden, merkten we dat het ’s nachts had geregend. Hoewel weer droog was alles wel nat. We wisten uit weersvoorspellingen dat er een weeromslag gaande was en dat klopte dus. De lucht was in ieder geval zwaarbewolkt dus dat beloofde nog wat regen.
Voordat we deze dag naar het Mount St Helens NP zouden rijden, moesten we nog wat boodschapjes doen. Inmiddels waren we daarin zo bedreven dat een bezoek aan Safeway, tanken en koffie halen binnen een half uur afgewerkt was.
Via de Interstate 5 reden we daarna Portland, en daarmee de staat Oregon, uit naar de staat Washington, naar het plaatsje Castle Rock. Het was onderweg niet druk, dus daar waren we zo. In Castle Rock sloegen we rechtsaf de Highway 504 in. Deze weg van 52 mijl lang voerde ons naar een observatorium waarvandaan we een mooi zicht hadden op de Mount St Helens. Op 18 mei 1980 plofte de vulkaan Mt St Helens open na een uitbarsting. Een groot deel van de noordwand van de vulkaan werd weg geblazen en het omliggende landschap werd blijvend veranderd. Zelfs 34 jaar na dato zijn de gevolgen van die eruptie nog goed te zien. Wij wilden dat met eigen ogen gaan zien, maar het weer werkte niet mee. Zelfs de lage heuvels hadden een nevel van mist om zich heen en we waren bang dat we niks van de Mt St Helens zouden zien. Gelukkig was het nog wel droog.
Bij het gehucht Silverlake was weer eens een prachtig bezoekerscentrum gebouwd en daar gingen we een kijkje nemen. Anders dan anders, moesten we voor dit centrum $5 betalen. In ruil daarvoor kregen we een film te zien en was er een uitgebreide tentoonstelling over vulkanen en over de Mt St Helens in het bijzonder. Bij het bezoekerscentrum was ook een korte trail door wat wetlands. Omdat het behalve de bewolking nog best lekker weer was, liepen we die trail.
Hoe verder we het park inreden, hoe slechter het weer werd. De wind kwam opzetten waardoor het steeds kouder aanvoelde. Onze stops bij uitzichtpunten werden steeds korter en we trokken ook maar een jas aan als we buiten de auto gingen. Na een lunch in onze camper zagen we de Mt St Helens deze dag voor het laatst. Niet helemaal compleet want de top hing in de wolken, maar de onderkant was nog goed te zien. Even later, toen we bij het meer Coldwater waren, begon het te regenen en trok de hemel helemaal dicht met mist. Van de Mt St Helens geen spoor meer. Toch reden we door naar het Johnston Observatorium in de hoop dat het wat zou opklaren. Dat gebeurde niet. Sterker, de wind wakkerde alleen nog maar meer aan toen we op de top op een hoogte van 4000 voet waren. De regen striemde tegen ons aan en het was allesbehalve een pretje om buiten te zijn. Om het observatorium binnen te mogen moesten we $8 betalen. Maar binnen was de vulkaan echt niet beter te zien dan buiten en omdat er verder weinig te zien was, gingen we niet naar binnen. We keken buiten even rond en sprongen snel ons campertje weer in.
Omdat we wat sneller klaar waren bij de vulkaan besloten we door te rijden naar de kust in de hoop dat het weer daar beter zou zijn. Dat betekende wel een extra afstand van 125 kilometer, maar dat was te hebben. Nadat we de Highway 504 weer helemaal terug hadden gereden tot aan de Interstate 5, volgden we die een poosje om bij het stadje Kelso naar het westen, naar de kust te rijden. Al die tijd regende het. Soms hard, soms nauwelijks. De regen was jammer want het landschap was zeer zeker mooi. Aan de ene kant beboste bergen en aan de andere kant van de weg stroomde de Columbia rivier. We reden dwars door de stad Astoria. Daar stopten we niet omdat we van plan waren deze de volgende dag te gaan bekijken. Bovendien, wat is er aan om in de regen door een Amerikaanse stad te lopen
Onze camping lag op zo’n 10 kilometer ten westen van Astoria in het plaatsje Hammond. Er was plaats genoeg voor ons op de grote camping. Sterker, we hadden een heel veld voor ons alleen. Zodra de camper op z’n plek stond, gingen de hemelsluizen pas goed open. Van vijf uur tot voorbij het moment dat we gingen slapen heeft het gehoost. Niet gewoon geregend, maar gehoost. We hopen maar dat het morgen ietsje beter is als we de kust van Oregon naar beneden toe gaan bekijken.
Reacties