Op naar Seattle
Al voor half acht stonden we op Schiphol bij de Albert Heijn To Go om ons ontbijt in te slaan. Met wat broodjes en twee bananen moesten we het wel redden dachten we zo. We gingen meteen door naar de incheckbalies om daar onze koffers af te gooien. Ingecheckt waren we immers al. Toch ontstond daar een probleem toen bleek dat Nicky haar Esta (een soort van visum voor de USA) niet goed was. Ze had een nul in haar paspoortnummer voor de letter „O" aangezien en dat was niet goed. Er zat niks anders op dan een nieuwe Esta aan te vragen bij de servicebalie. Dat betekende ook weer 14 dollar afrekenen. Gelukkig was een nieuwe Esta binnen 10 minuten geregeld en konden we door nadat we zelf onze koffers in een futuristische machine hadden gezet die ze opslokte. Eenmaal door de paspoortcontrole kochten we bij Starbucks ieder een cappuccino en aten we onze meegebrachte broodjes op.
Op tijd liepen we naar de gate want we verwachtten daar veel oponthoud. Amerikanen zijn nogal paniekerig als het gaat om veiligheid en aan de gate wordt een hele vragenlijst op je afgevuurd. Toch viel dat deze keer wel mee. Na een paar vragen of we alles zelf hadden ingepakt en of we spullen van iemand anders hadden meegenomen konden we verder naar de scanner die onze bagage doorlichtte. Na nog een bodyscan en een fouillering waren we klaar met de veiligheidsmaatregelen.
Mooi op tijd zaten we in het toestel, netjes langs elkaar. Toch duurde het nog zeker drie kwartier voordat we vertrokken. Was er eerst een passagier niet op komen dagen die wel z’n bagage aan boord had, later moesten we wachten op een karretje die het vliegtuig naar achteren kon duwen. Het wordt tijd dat vliegtuigen worden voorzien van een achteruit.
Over de vlucht valt niet zo heel veel te vertellen. Hij duurde negen en een half uur en dat is een lange zit. Gelukkig hadden we de beschikking over een entertainmentcentre met een hoop leuke films en documentaires. Daarmee verdeden we onze tijd. Tussen de prima maaltijden en de films door deden we een dutje. Het zou immers een lange dag worden en elk uurtje slaap was er één.
Om twaalf uur plaatselijke tijd (negen uur vroeger dan in Nederland) landden we keurig op tijd in Seattle. De piloot had de drie kwartier vertraging goed weten te maken. Tot ons groot genoegen was het in Seattle prachtig weer. De zon stond aan een strakblauwe hemel en het was er zo’n 25 graden. En dat in een stad die als de meest regenachtige van de USA bekend staat. Wat ons ook veel meeviel was de gang langs de immigratie en de douane. Waren we daar bij eerdere bezoeken een paar uur mee kwijt, nu stonden we in minder dan een uur buiten.
Thuis in Helmond hadden we uitgevogeld hoe we met het openbaar vervoer bij ons hotel in de stad konden komen. We waren daarmee wel langer onderweg, maar het scheelde ons zo’n 40 dollar. Het eerste stuk van het vliegveld naar het centrum van Seattle ging vlotjes. Voor $2,75 pp waren we daar zo met de zogenaamde Light Rail. Bij Chinatown moesten we overstappen op een bus en daar hadden we een beetje pech. Net toen we aan kwamen lopen met onze tassen, zagen we de bus die we moesten hebben wegrijden. Dat betekende een half uur wachten in de brandende zon. Wat ook tegenviel was dat de bus een heel eind van het hotel stopte. Daarin hadden we ons verkeken. Gevolg was dat we een tijdje naar ons hotel moesten zoeken en ongeveer een kilometer met onze tassen moesten lopen, maar eindelijk, rond de klok van drie uur, konden we in het Maxwell hotel inchecken.
We kregen een mooie en vooral ruime kamer toebedeeld met twee queensize bedden. Hoewel het voor ons zeker tijd was om te gaan slapen, deden we dat niet en gingen meteen op pad. Seattle’s beroemdste attractie, de Space Needle, was namelijk vlakbij het hotel en we moesten sowieso proberen op te blijven tot een uur of negen ’s avonds zodat we meteen in het goede ritme dan dag en nacht zouden komen. Voordat we ons in de Space Needle naar boven lieten hijsen, dronken we eerst een heerlijke, ijskoude frappuccino bij Starbucks. Seattle is de thuishaven van deze koffieketen en hier kan je echt niet om dit bedrijf heen.
Om in de Space Needle te komen moet je geduld hebben. Eerst is er de rij bij de ticketbalie. Nadat we $44 hadden afgerekend voor twee kaartjes, moet je weer in een rij voordat je de toren binnen mag. Eenmaal in de toren moet je in de rij voor een veiligheidscontrole waarna je mag aansluiten voor de lift die je in 30 seconden naar een hoogte van zo’n 175 meter brengt. Maar dan heb je ook wel wat. Vanaf het uitzichtsplatform hadden we een schitterend zicht op de wijde omgeving. Door het mooie weer konden we in het noorden tot in Canada kijken en in het zuiden tot aan Mount Rainier. Maar het leukst was de bebouwing van de stad zelf. Vooral de wolkenkrabbers in het zakencentrum van Seattle waren imposant. Meer dan een uur keken we vanaf die 175 meter hoogte naar de stad en haar wijde omgeving.
Weer met beide voeten op de grond en na en bezoek aan de grote souvenirsshop van de toren kochten we bij restaurantje een grote, hele gezonde salade. We hadden er met ons tweeën flink aan te eten, maar hij ging helemaal op. We maakten dankbaar gebruik van het gratis refill principe met onze drankjes en voor minder dan $15 hadden we allebei heerlijk en vooral goedkoop gegeten en gedronken.
Rond een uur of zeven waren we terug op onze hotelkamer. We hadden met elkaar afgesproken dat we tot minstens negen uur wakker zouden blijven. Dat lukte ons prima doordat we druk waren met de foto’s, de filmpjes en dit verhaal. Morgen gaan we de hele dag de stad in. Hopelijk zitten we dan al in het goeie dagritme.
Reacties