Olympic National Park


De hele nacht hoorden we de regendruppels vallen op het dak van onze camper. Ook toen we ’s morgens wakker werden, regende het nog. We baalden een beetje want vandaag wilden we een aantal trails lopen in het Olympic NP en dat is wel zo leuk als het een beetje droog is. We hadden besloten om zo’n 31 mijl terug te rijden naar een deel van  het park waar we gisteren aan voorbij gereden waren maar dat ons toch wel leuk leek; het Hoh Rain Forest. Zo vroeg op de morgen was er nauwelijks verkeer op de weg. Wel kregen we weer even een hevige hoosbui op ons dak, maar gaandeweg de rit werd het droog.
Al heel snel nadat we het regenwoud waren binnen gereden, stopten we bij een gigantische sparrenboom. De gigant, de Big Sitka Spruce Tree genaamd, was 90 meter hoog en zo’n 550 jaar oud. Toen we bij het Hoh Rain Forest bezoekerscentrum waren aangekomen moesten we eerst een bezoekerspas voor het park kopen. Er was niemand aanwezig om ons zo’n pas te verstrekken en de ranger vertelde ons dat we e.e.a. maar via een zogenaamd „self-registration-form” moesten doen. Het kwam er op neer dat we het kenteken van onze camper en het nummer van onze Visakaart op een envelop moesten schrijven en die moesten dumpen in de gleuf van een doos. Hadden we ons niet geregistreerd dan was daar niemand achter gekomen, maar eerlijk als we zijn, deden we keurig wat we moesten doen.
Bij het bezoekerscentrum vertrokken meerdere trails het regenwoud in. Van een hele korte, rolstoeltoegankelijke tot een eindeloze hike langs de Hoh-rivier, we hadden keus genoeg. We begonnen met de zogenaamde Hall of the mosses-trail. Via een goed begaanbaar pad werden we het regenwoud ingeleid en kwamen in een onwerkelijke wereld terecht. Door de gigantische hoeveelheden regen die hier valt, was elke tak van elke boom helemaal begroeid met mos die in draden naar beneden hing. Het gaf het bos een spookachtig aanzien. Ondanks dat het niet meer regende, druppelde er constant water op ons. Dat kwam van de overhangende takken. Dat deerde ons echter weinig. We waren te druk met kijken en foto’s maken.
De Hall of the mosses trail bracht ons keurig terug in de buurt van  het bezoekerscentrum waarna we de Spruce Nature Trail gingen lopen. Het bos was nu wat minder dicht begroeid waardoor de sparren hier hoger konden groeien, en dat hadden ze gedaan! Er stonden gigantische bomen in het bos. Indrukwekkend als ze waren terwijl ze rechtop stonden, we kregen nog meer een idee van hoe groot ze waren, als ze waren omgevallen. En daarvan zagen we er hier genoeg.
Na deze trails besloten we verder te rijden. Daarvoor moesten we weer terug naar het plaatsje Forks waar we hadden overnacht. Onderweg stopten we nog bij een koffietentje dat letterlijk in the middle of nowhere stond. De cappuccino was echter overheerlijk. In Forks deden we nog snel wat boodschappen in een winkel waar ze werkelijk vanalles verkochten. Het was echt zo’n winkel voor een afgelegen stadje als Forks. Klein maar wel vanalles op voorraad voor mensen uit de wijde omgeving.
We lunchten aan de oever van Lake Crescent op een picknickplaats die eigenlijk niet geschikt was voor campers. Dat bleek ook wel toen Ron de camper moest keren en daarbij een heel klein beetje een boom schampte. Gevolg was dat de dop van de watertoevoer af brak. De rekening zien we wel bij het inleveren van de camper. Lake Crescent zelf was mooi. Het water was kristalhelder en had een prachtige blauwe kleur. Vanaf een grote parkeerplaats liepen we er nog een trail naar de Marymere waterval. Het was intussen weer wat gaan regenen maar hard ging dat niet. Door de vele regenval was de grond wel erg nat en overal lagen plassen waar we omheen moesten lopen. De trail was echter mooi. We liepen onder grote sparrenbomen en over bruggetjes naar de waterval. Nu hebben we die al honderden gezien en we zijn niet snel meer onder de indruk, maar dit was een hele nette waterval. Nadat we aan de oever van Lake Crescent nog wat hadden rond gekeken, reden we naar Port Angeles, de grote stad aan de noordkant van het Olympic NP.
In ons reisboek stond het al, Port Angeles is niet bijzonder. En dat klopte. We liepen even rond in de buurt van de haven, waar vandaan schepen vertrekken naar Victoria in Canada. Veel panden stonden leeg en oogden verwaarloost. Een echt centrum ontbrak zoals in zoveel Amerikaanse steden. We hielden het dan ook al snel voor gezien. Om Port Angeles uit te komen moesten we ons in de drukke spits begeven maar dat leidde niet tot problemen.
Een paar kilometer buiten de stad vonden we de door ons uitgezochte camping voor de komende nacht. Er was plaats genoeg. Het seizoen is afgelopen en reserveren is niet meer noodzakelijk. Voorzien van alle aansluitingen en een goed werkende internetverbinding, brachten we de rest van de dag door in ons campertje. Druk met foto’s, filmpjes, verhaaltjes en de plannen voor de komende dagen. Morgen hebben we nog een dag in het Olympic NP.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23