Treinen naar Kutoadjo en verder naar Wonosobo
Al snel waren we Bandung uit en reden we door akkers en kleine dorpjes. Vanuit de trein zag het landschap er totaal anders uit dan vanaf de weg; lang niet zo druk en lang niet zo rommelig. Het gewas dat op de akkers verbouwd werd was steeds vaker rijst. Die akkers zagen er erg fotogeniek uit. De jonge rijst had een felgroene kleur en toen de akkers veranderden in terrassen werden de fotocamera’s en masse gebruikt, ook al viel het fotograferen vanuit een rijdende trein niet mee. Ook zagen we steeds vaker palmbomen en werd het landschap nog tropischer dan het al was. Vooral de eerste uurtjes waren we druk met naar buiten kijken en met genieten van het mooie landschap. Daarna vervielen we in wat hangen in de stoel. We speelden wat spelletjes Yahtzee en Ron luisterde een hele tijd naar muziek.
Een uur later dan gepland gingen we in het plaatsje Kutoadjo van boord. Om van het perron af te komen viel nog niet mee. Een andere trein blokkeerde het spoor en die trein kon nog niet vertrekken omdat eerst een andere trein moest binnenkomen over het enkele spoor. Pas na zo’n 10 minuten vertrok de trein en konden wij het station verlaten. Over sommige dingen moet je je niet druk maken, maar dit was wel heel erg inefficiënt ingericht allemaal. Buiten het stationsgebouw stond een bus voor ons klaar. We zouden deze nacht overnachten in Wonosobo en dat betekende nog een rit van minstens 3 uur. Daarmee zou dit zoveelste reisdag tijdens deze reis worden. Het zitten in een bus begint ons langzamerhand wel wat te vervelen. We zijn veelal bezig met ons te verplaatsen en doen te weinig actieve dingen naar onze zin. In de wetenschap dat het reistempo wat zal zakken in de komende dagen namen we plaats in het voertuig.
De weg naar Wonosobo is dwars door de bergen en erg smal en bochtig. De chauffeur van de logge bus had de grootste moeite om het gevaarte door de bergen te loodsen. Het overige verkeer hielp ook niet echt mee. We zaten meer dan een uur achter een vrachtwagentje volgeladen met hout dat we niet konden passeren. Het ding reed nog geen 30 kilometer per uur en wij dus ook niet.
Het was kwart over zes en al weer donker toen we in Wonosobo aankwamen bij ons hotel voor deze nacht. Het hotel was van het eenvoudigere soort maar voor één nacht is dat niet erg. We gingen al snel dineren in het hotel. Het eten was lekker en aan tafel was het gezellig. Toch ging iedereen weer vroeg naar bed want morgen moeten we om half zeven al weer klaar staan. Wie zegt dat vakantie vieren uitrusten is?
Reacties