Pieterpad, etappes 18 en 19
Omdat we met het Pieterpad zo ver gevorderd zijn dat we in het zuiden van het land zijn aanbeland, hoeven we niet steeds een hotelletje of bed and breakfast meer te boeken. Voordeel hiervan is dat we het weer kunnen afwachten vooraleer we besluiten te gaan lopen. Daarom verklaarden we onszelf deze ochtend voor gek toen we besloten om maar liefst twee etappes op één dag te gaan lopen terwijl het buiten regende. De lente laat lang op zich wachten dit jaar maar zo slecht als het deze morgen was, was niet voorspeld door de weermannen en -vrouwen. Na een blik op Buienradar namen we de gok, stapten vroeg uit ons bed en reden om half acht naar Vierlingsbeek, de finishplaats van etappe 19. Daar werd het autootje geparkeerd bij het treinstation. Wachtend op de trein naar Nijmegen hadden we spijt van onze beslissing om te gaan lopen. Het regende nog steeds en het was koud, echt koud. Ook in Nijmegen regende het nog steeds een beetje maar toen we omstreeks half tien in Groesbeek uit de bus stapten was het zowaar droog. We wilden beginnen met een bak koffie maar op dit vroege uur was er in het hele dorp nog niks open. Er zat niks anders op dan beginnen aan de 18e etappe naar Gennep. We maakten wat foto’s van een nat Groesbeek en verdwenen al snel in een groot bosperceel dat weldra geen bosperceel meer zal zijn als men door gaat met het kappen van alle bomen. Aan weerszijde van het drassige pad lagen de omgezaagde boomstammen metershoog opgestapeld.
Na het bosperceel liepen we langs een heuse wijngaard af en door grote aspergevelden. De aspergebedden waren al wel te zien maar het witte goud was in geen velden of wegen te bekennen. Die stengels vonden het boven de grond nog veel te koud natuurlijk. Nadat we langs een aantal grote keien waren gelopen, naderden we de Sint Jansberg. De Sint Jansberg ligt tussen Groesbeek en Milsbeek en is de meest zuidelijk gelegen stuwwal in Nederland. Die berg moesten wij over. Het klimmen was niet het ergste. Dat was de ondergrond. Door de overvloedige regenval van de afgelopen weken was de grond al behoorlijk nat maar het pad was helemaal onbegaanbaar geworden doordat het helemaal aan gort was gereden door mountainbikers, motorcrossers en tractoren. Bijna de gehele Sint Jansberg moesten we een pad zoeken door de bomen of een zeldzaam droog plekje op het pad zoeken. We zigzagden voortdurend om onze schoenen nog een beetje droog en schoon te kunnen houden maar dat lukte voor geen meter. Het was jammer dat we voortdurend omlaag moesten kijken om ons pad te kunnen vinden omdat de omgeving wel erg mooi was. We liepen door loofbossen en langs stuwmeertjes en over zogenaamde holle wegen. Die holle wegen waren helemaal onbegaanbaar. Omdat ze zo diep liggen stroomt alle water naar die paden toe waardoor we tot over onze enkels in de modder ploegden. De lol was ver te zoeken op die berg en we waren erg opgelucht toen we in de buurt van Milsbeek op vlakke en verharde ondergrond kwamen te lopen.
De volgende kilometers liepen we op de grens tussen Nederland en Duitsland. Links van ons lag Duitsland en lagen de heuvels. Rechts van ons was Nederlands grondgebied en was het één en al laag gelegen weiland. Vervolgens sloegen we rechts af in de richting van Gennep. We liepen over een landbouwweg waaraan slechts een paar boerderijen lagen. Toch reed er veel verkeer over de weg. Zoveel zelfs dat we besloten om achter elkaar te gaan lopen zodat we niet steeds de berm in hoefden als er weer eens een auto aan gescheurd kwam.
Tegen enen liepen we in Gennep het bruggetje over de Niers over. De Niers was buiten haar oevers getreden en de bomen in de kleine uiterwaarden stonden met hun wortels in het water. Bij het mooie stadhuis op de Markt in Gennep kwam er een einde aan deze etappe. We hadden de provincie Gelderland achter ons gelaten en bevonden ons in inmiddels in Limburg. In Gennep vonden we een gezellige lunchroom waar we onder het genot van wat eten en drinken bij kwamen van de 15 gelopen en gekluunde kilometers.
Na de lunch begonnen we aan de 19e etappe die ons in ruim 17 kilometers naar Vierlingsbeek zou brengen. De zon was inmiddels door gebroken en het was heerlijk wandelweer geworden. In Gennep was het druk op straat. Het was nog iets te koud voor de terrasjes maar toch lekker genoeg om buiten te kunnen zijn. Langs allerlei winkels en eettentjes liepen we het centrum uit en kwamen uit bij een oude stoomlocomotief die er werkeloos op een stukje spoor stond. Natuurlijk moest die op de foto. Dwars door een uitgestrekte woonwijk liepen we Gennep uit en kwamen we weer door bossen te lopen. Gelukkig was de ondergrond hier iets minder drassig dan in de vorige etappe. We hoefden hierdoor niet steeds naar beneden te kijken en konden genieten van de omgeving. Nadat we de A77 onderdoor waren gelopen en we langs een groot bedrijventerrein waren gegaan, kwamen we weer door uitgestrekte bossen te lopen. Ook hier was het af en toe zoeken naar een begaanbaar pad. Overal lag modder en de rijsporen van mountainbikes en crossmotors maakten het alleen nog maar erger.
We waren dan ook blij toen we de bossen achter ons konden laten en we uit kwamen in een heidegebied dat onder de naam Maasdal door het leven gaat. De zon scheen lekker het het uitzicht over de vennetjes tussen de heide was prachtig. Hier kwamen we ook andere wandelaars tegen. Al lopend onder Hollandse luchten naderden we het dorpje Afferden. Erg spannend was het hier niet. In Afferden moesten we de Maas over. En omdat hier geen brug over die rivier ligt, waren we aangewezen op het pontje dat hier de hele dag heen en weer vaart. Anders dan het pontje in Millingen, hoefden we hier nauwelijks te wachten. Voor 80 cent werden we keurig over gezet en kwamen in Nederlands mooiste provincie met de aardigste mensen van het land; Noord Brabant. Een bord heette ons welkom in de gemeente Boxmeer. Die plaats was echter in geen velden of wegen te bekennen en wij werden door de GPS parallel aan de Maas gestuurd. Hier zagen we de beroemde maasheggen, bomen en takken die heggen vormden langs het pad waarover we liepen. Langzaam werden ze groen.
We liepen enkele kilometers over een pad met die masseren toen we een paar andere Pieterpadwandelaars ontmoetten. Na een geanimeerd gesprekje liepen die verder en wij volgden op korte afstand totdat we tegen de klok van vijf uur in Vierlingsbeek aan kwamen. Hier eindigde deze etappe in het centrum bij de veel te grote kerk. Op een bankje op het dorpsplein aten we onze overgebleven boterhammen op voordat we nog ruim een kilometer verder moesten lopen voordat we weer bij het treinstation waren waar onze auto keurig op ons stond te wachten. In ruim een half uur reden we naar huis en blijven er nog zeven etappes van het Pieterpad over. Dat moet dit jaar nog lukken.
Reacties