Naar Crystal River
Vandaag was het al weer tijd om St. Petersburg te verlaten. Wij vonden dat niet zo erg want de stad was ons wat tegen gevallen. Toch wilden we nog wat van het strand gedeelte van de stad mee krijgen. Daarvoor moesten we naar de St. Pete’s Beaches. Dat bleek nog een aardig eindje van ons hotel te liggen. Wat dat betreft was de ligging van ons hotel maar slecht. Eerst maar eens getankt. Tanken is één van de weinige nog goedkope dingen in de Verenigde Staten. $2,45 voor een gallon is een lachertje. Voor $20 zat de tank weer vol en konden we weer zo’n 500 kilometer rijden. Dat rijden naar het strand viel echter niet mee. Heel Florida, maar zeker hier, is vergeven van de stoplichten. Op elke kruising staan die krengen en bijna altijd zijn ze rood of worden ze dat als je aan komt rijden. Het idee van brede, lege rijbanen waar je lekker door kunt rijden, is wat veel mensen hebben als ze denken aan rijden in Amerika. Nou, niet in Florida. Hier is het wachten tot het ooit een keer groen wordt om vervolgens 500 meter weer een paar minuten te moeten wachten op zo’n stom stoplicht.
Afijn, eindelijk bij de stranden aangekomen konden we onze auto nergens fatsoenlijk kwijt. Uiteindelijk vonden we een parkeermeter maar daar konden we niet parkeren omdat het apparaat niet werkte. Ron had er helemaal genoeg van en wilde weg. Nicky heeft snel wat foto’s gemaakt terwijl Ron bij de auto bleef. Daarna reden we de stad uit richting het noorden. In ons boek over Florida hadden we gelezen over het plaatsje Dunedin. Dat Zou een historisch centrum hebben en dat wilden we gaan bekijken. 682.000 stoplichten verder kwamen we daar aan en we werden niet teleurgesteld. Het stadje kent een leuke Main Street met leuke winkeltjes en restaurantjes en het was er levendig. Dat kwam wellicht ook door een markt die er gehouden werd maar zo ’s morgens zaten ook de eettentjes al vol en liepen we veel mensen op straat. We zagen een paar mooie muurschilderingen die natuurlijk op de foto moesten. We liepen dwars door het centrum naar het haventje en hingen daar een tijdje rond. Via de markt liepen we terug naar de auto. Inmiddels was het zwaar bewolkt en af toe voelden we een druppel, maar veel had dat niet om het lijf.
Volgende bestemming was het plaatsje Tarpon Springs. Volgens ons boek moest dat de sponshoofdstad van de wereld zijn en moest er een voelbare Griekse sfeer heersen. Wij wisten niet precies waar we moesten zijn en tikten daarom het adres van het bezoekerscentrum in. Dan moesten we wel goed zitten, dachten we. De rit van Dunedin naar Tarpon Springs was er weer eentje met veel stoppen en optrekken. Tegen twaalven kwamen we aan. We konden de auto makkelijk kwijt en liepen daarop de hoofdstraat door. Wij konden echter niks Grieks aan de stad ontdekken. Veel vonden we er niet aan en nadat we bij onze auto hadden geluncht reden we verder. Pas ’s avonds kwamen we er achter dat we in het verkeerde deel van de stad waren geweest en dus wel wat hadden gemist.
Na Tarpon Springs wilden we rechtstreeks naar onze eindbestemming van deze dag, Crystal River, rijden. Deze keer kozen we voor de tolweg in de hoop zo minder stoplichten te moeten doorstaan. Dat lukte goed. Wel moesten we drie keer $1,25 tol betalen. We waren vlakbij onze bestemming toen we voorbij reden aan het Homosassa Springs Wildlife State Park. Nicky had in het boek gelezen dat dit één van de beste plekken in Florida was om lamantijnen te kunnen zien. Daar konden we natuurlijk niet zomaar aan voorbij rijden. Dat deden we dan ook niet. Vanaf het bezoekerscentrum konden we met een bootje naar het eigenlijke park varen. Het tochtje van zo’n 20 minuten door een prachtig natuurgebied was leuk. We zagen al meteen een alligator in het water liggen en we spotten diverse schildpadden. Voor $13 per persoon mochten we het park in en waren we net op tijd voor het voeren van de lamantijnen. In een prachtig gigantisch groot bassin met heel helder water zwommen vier van die grote beesten. Toe we daar aankwamen deden de beesten zich te goed aan gras dat in een soort van voederbak was gegooid. Bij die voederbak was een observatieplatform waar je de beesten niet alleen van boven maar ook van onder water kon bekijken. En dat was pas leuk. De beesten zwommen pal voor onze neus terwijl ze aten en we konden ze goed zien en fotograferen. Toen de lamantijnen kroppen sla te eten kregen was het helemaal een mooi gezicht. Met hun voorvinnen pakten ze de sla vast en aten er van. Echt geinig.
Na de lamantijnen bekeken we de rest van het park. Het bleek een soort van dierenpark te zijn. Echter alle beesten hier mankeren iets waardoor ze niet terug de natuur in kunnen. Het mooiste vonden wij het ontbreken van gillende kinderen en bijbehorende kinderwagens. Het was er sowieso niet erg druk wat ons de gelegenheid gaf om alle beesten eens goed en rustig te bekijken. We vermaakten ons tot sluitingstijd goed in het park en werden met een soort van trammetje naar onze auto terug gereden.
Ons hotel voor deze dag was daarna niet ver meer. Het bleek een sjiek hotel waar het erg druk was. Onze kamer was groot en luxe. Nadeeltje was wel dat tegenover onze kamer er een bijeenkomst was van oud brandweerlieden en die hadden aanvankelijk best een hoop herrie. Later op de avond hadden we er echter weinig last meer van. Ons diner kwam deze dag van een Subway vestiging. Vanwege de vele foto’s die we in het dierenpark hadden gemaakt hadden we ’s avonds veel werk met al die meesterstukjes. We gingen op tijd slapen want morgen heel vroeg gaan we snorkelen met lamantijnen.
Reacties