Verder naar Halls Creek
Afgelopen nacht goed geslapen want voor de eerste keer was het niet zo warm. Wel waren we vroeg wakker omdat we op tijd moesten vertrekken voor de lange tocht over een gravelroad naar Halls Creek. We waren om kwart voor acht op weg nadat Ron eerst nog het staangeld voor de kampeerplaats had voldaan.
De gravelweg naar Halls Creek is 420 kilometer lang. We hadden er schrik voor gehad omdat we geen reserveband hadden, maar de weg viel reuze mee. Op de meeste stukken konden we 100 kilometer per uur rijden hoewel Nicky het daar niet altijd mee eens was. Gelukkig weet Ron wanneer hij niet moet luisteren en gas moet geven. Het landschap onderweg was gruwelijk eentonig. Alleen maar grasland met af en toe wat bomen en heel af en toe wat koeien. Het spannendste was nog de grens tussen de deelstaten North Territories en West Australië. Verkeer was er nauwelijks. Gedurende de eerste 350 kilometer kwamen ons drie voertuigen tegemoet gereden.
Op zo’n 50 kilometer voor Halls Creek veranderde het landschap en werd het heel erg mooi. We reden door heuvels van grove stenen en we reden zelfs voorbij aan wat palmbomen bij een watertje. Nu zetten we de auto geregeld aan de kant voor wat foto’s. Prachtig was ook de zogenaamde “Chinese Wall”. Dat waren witte stenen in de vorm van een muur die uit de bergwand staken. We bleven even genieten van het uitzicht.
Door al dat sightseeing waren we in Halls Creek nog maar net op tijd bij een bandenhandel voor een nieuwe reserveband. Om twaalf uur sluit hier alles en wij kwamen vijf minuten voor die tijd aan. De vrouw van de bandenhandel was dan ook helemaal niet blij met ons. Een nieuwe reserveband had ze ook niet, wel een tweedehandse. Die lieten we er maar onder leggen zodat we tenminste een reserveband hadden. Met een telefoontje naar het verhuurbedrijf was alles geregeld en hoefden wij niks te betalen. Echt blij zijn we echter niet met deze band.
Daarna was het tijd voor wat boodschappen. De supermarkt was wel de hele dag open. De prijzen voor levensmiddelen zijn hier torenhoog omdat alles van ver moet worden gehaald. We kochten daarom alleen het hoognodige.
Ons doel van deze dag was het nationaal park Purnullullu met daarin de Bungles. Dat was nog 170 kilometer rijden. Gelukkig waren de eerste 120 kilometer over een goede verharde weg maar de laatste 50 km nekten ons. Het zandpad was zo slecht en hobbelig dat we het gevoel hadden dat onze 4WD camper het niet zou trekken of anders wij niet. Op zeer dringend aanraden van Nicky draaiden we om en reden we terug naar Halls Creek. Ron baalde flink want hij had zich flink verheugd op de Bundles.
Weer terug in Halls Creek reden we weer naar de Chinese Wall. Nu namen we ook de drone mee en stuurden die de lucht in voor extra mooie beelden van de muur.
Om half vijf zochten we een plekje op de plaatselijke camping. Daar rustten we uit van de vele kilometers van vandaag en sprongen we onder de douche.
Toen we ’s avonds wilden gaan koken konden we met geen macht de klep van het gasfornuis open krijgen. Ook andere campinggasten die het probeerden lukte het niet. Dat betekende dus niks koken en moest het gekochte vlees worden weg gegooid. Gelukkig hadden we ook spullen voor een salade gekocht zodat we geen honger hoefden te lijden. Als we in Broome zijn gaan we maar eens langs bij Apollo om meerdere gebreken aan de camper te laten maken.
We staan niet echt op een veilige camping. De eigenaar kwam ons waarschuwen voor Aboriginals die in het donker aan de voertuigen komen voelen en even later kwam ook de politie de camping op gereden voor een patrouille rondje. Vannacht dus alles maar goed afsluiten.
Reacties
Groetjes Frans en Han