Varen naar Cambodja
Het moet niet gekker worden, op vakantie zijn en om half zes uit je bed moeten. Al om half acht vertrok onze snelboot voor de tocht over de Mekong naar de Cambodiaanse hoofdstad Phnom Penh. We werden naar de vertreksteiger gebracht door cyclorijders. De cyclo's hier in Chau Doc zijn onmogelijk klein en helemaal opgevouwen in zo'n ding was het niet zo heel comfortabele rit. De boot zat wat dat betreft wel goed. Maar goed ook want we zouden er vijf uur in door moeten brengen. We konden alleen binnen zitten. Op het dak was geen optie. Daar was de boot niet op gebouwd. Gelukkig konden de raampjes open zodat we toch wat vaarwind kregen, anders was het heel benauwd geweest.
Na een dik uur varen, stopten we bij een kantoortje van de Vietnamese douane. We hadden onze paspoorten in moeten leveren en moesten van boord een wachtruimte in. Na een tijdje wachten waarin we niet wisten wat er gebeurde, konden we weer in de boot die na een paar minuten stopte aan de Cambodiaanse kant van de grens. Hier kregen we ons visum (na betaling uiteraard, want hier is niks voor niks) en wel zes of zeven stempels. Onze paspoorten worden met de dag interessanter vanwege al die stempels. Al met al waren we een uur bezig om de grens over te komen.
In Cambodja was het zitten en varen. Onderweg deden we een dutje of luisterden we naar muziek. Iets over twaalven voeren we Phnom Penh binnen en zodra we van boord sprongen werden we belaagd door taxichauffeurs en cyclorijders. We wisten een tuktukrijder te strikken die ons voor $2 naar ons hotel bracht. De Kambuja Inn bleek een heel leuk hotelletje in een oud Frans koloniaal pand. We werden uitermate vriendelijk ontvangen en onze kamer voor de komende twee nachten was de plezantste verrassing. Wat een gigakamer! Op het vloeroppervlak van deze kamer hadden makkelijk drie hotelkamers gemaakt kunnen worden.
Voordat we de stad in gingen kregen we bezoek van een vertegenwoordiger van de firma die ons arrangement hier verzorgde. Hij gaf uitleg over de komende dagen en we konden bij hem terecht met onze vragen over Cambodja.
Aan de rivierboulevard gingen we eerst iets eten en drinken. We zijn nu twee en een halve maand op reis, maar de temperatuur hier is het hoogste van al onze bestemmingen. Het ijskoude Angkhor bier ging er dan ook in als koek.
We liepen over de boulevard naar de Wat Phnom, een grote stupa. De beelden in deze tempel waren toch weer anders dan die in de andere landen in Zuidoost Azië. Daarna liepen we naar de centrale markt die net is gerenoveerd. Hier troffen we de gebruikelijke T-shirts en nephorloges.
Omdat het zo gruwelijk warm was kozen we op tijd een restaurant om iets te drinken. We gingen naar de Foreign Correspondents Club, het beroemdste restaurant van de stad. Hier kwamen we terecht tijdens happy hour. De drankjes waren hierdoor lekker goedkoop. Dat mocht ook wel want het prijspeil hier in Phnom Penh is bijzonder hoog.
Terug op de kamer waren we druk om de boel koel te krijgen, maar de airco kon de grote ruimte niet goed koel krijgen. Een warme nacht volgde daarom.
Na een dik uur varen, stopten we bij een kantoortje van de Vietnamese douane. We hadden onze paspoorten in moeten leveren en moesten van boord een wachtruimte in. Na een tijdje wachten waarin we niet wisten wat er gebeurde, konden we weer in de boot die na een paar minuten stopte aan de Cambodiaanse kant van de grens. Hier kregen we ons visum (na betaling uiteraard, want hier is niks voor niks) en wel zes of zeven stempels. Onze paspoorten worden met de dag interessanter vanwege al die stempels. Al met al waren we een uur bezig om de grens over te komen.
In Cambodja was het zitten en varen. Onderweg deden we een dutje of luisterden we naar muziek. Iets over twaalven voeren we Phnom Penh binnen en zodra we van boord sprongen werden we belaagd door taxichauffeurs en cyclorijders. We wisten een tuktukrijder te strikken die ons voor $2 naar ons hotel bracht. De Kambuja Inn bleek een heel leuk hotelletje in een oud Frans koloniaal pand. We werden uitermate vriendelijk ontvangen en onze kamer voor de komende twee nachten was de plezantste verrassing. Wat een gigakamer! Op het vloeroppervlak van deze kamer hadden makkelijk drie hotelkamers gemaakt kunnen worden.
Voordat we de stad in gingen kregen we bezoek van een vertegenwoordiger van de firma die ons arrangement hier verzorgde. Hij gaf uitleg over de komende dagen en we konden bij hem terecht met onze vragen over Cambodja.
Aan de rivierboulevard gingen we eerst iets eten en drinken. We zijn nu twee en een halve maand op reis, maar de temperatuur hier is het hoogste van al onze bestemmingen. Het ijskoude Angkhor bier ging er dan ook in als koek.
We liepen over de boulevard naar de Wat Phnom, een grote stupa. De beelden in deze tempel waren toch weer anders dan die in de andere landen in Zuidoost Azië. Daarna liepen we naar de centrale markt die net is gerenoveerd. Hier troffen we de gebruikelijke T-shirts en nephorloges.
Omdat het zo gruwelijk warm was kozen we op tijd een restaurant om iets te drinken. We gingen naar de Foreign Correspondents Club, het beroemdste restaurant van de stad. Hier kwamen we terecht tijdens happy hour. De drankjes waren hierdoor lekker goedkoop. Dat mocht ook wel want het prijspeil hier in Phnom Penh is bijzonder hoog.
Terug op de kamer waren we druk om de boel koel te krijgen, maar de airco kon de grote ruimte niet goed koel krijgen. Een warme nacht volgde daarom.
Reacties