Otago Peninsula

Ons eerste uitstapje voor deze dag was het enige kasteel op het zuidereiland van Nieuw Zeeland. Rond 1870 liet de rijke Australische bankier William Larnach. Hij liet het aparte gebouw bouwen boven op een heuvel met fantastisch uitzicht over de wijde omgeving, inclsief Dunedin. Het kasteel was al aardig aan het vervallen toen het in 1967 door de familie Barker werd gekocht. Zij besloten het kasteel te restaureren en open te stellen voor het publiek. Rondom het kasteel is inmiddels een grote tuin aangelegd. Wij, als kasteelbewoners, bekeken de te bezichtigen kamers met interesse. Men had z'n best gedaan om alles met meubliair uit de 19e eeuw in te richten en sommige zaken waren nog origineel.
's Middags en 's avonds hadden we een tweede uitstapje. Dit keer gingen we wild spotten op het schiereiland. Dat deden we met een tour die voor ons geboekt was. Stipt op tijd werden we bij onze cabin opgepikt door een busje en werden we verwelkomt door gids John die ons meteen een verrekijker overhandigde. Op weg naar de zeehonden- en pinguinkolonie, reden we langs het water er werden alle watervogels uitvoerig bekeken en besproken. Met wat deskundig commentaar erbij is zoiets best leuk. Om bij de zeehondenkolonie te kunnen komen moesten we een berg afdalen. Afdalen betekent ook weer klimmen en dat was het zwaarste deel van deze excursie. Vanuit een schuilhut hadden we een prima zicht op de kolonie. Deze tijd van het jaar zijn er veel pups en relatief weinig mannetjes te spotten.
Weer boven op de berg moesten we die aan de andere kant weer omlaag om bij de kolonie geeloog pinguins te komen. Geeloog pinguins zijn de zeldzaamste van de 18 soorten pinguins en deze soort komt alleen in Nieuw Zeeland voor. Ze zijn nog met ongeveer 4000 exemplaren en dat aantal neemt af ondanks conservatiemaatregelen. Ze zijn zeer schuw en daarom moesten we zo onopvallend mogelijk blijven. Dat deden we door gebruik te maken van schuilhutten. Geeloog pinguins leven niet in een kolonie en daarom zagen we er steeds maar eentje tegelijk als die uit zee kwam waggelen na een dag fourageren.
De laatste kolonie dieren die we gingen spotten waren de gigantische konings albatrossen die een spanwijdte van 3,3 meter kunnen bereiken. Daarmee zijn ze de allergrootste zeevogels ter wereld. De broedkolonie die wij bezochten is de enige kolonie op het vasteland. De beesten zijn door hun grootte afhankelijk van de wind om te kunnen vliegen. Gelukkig stak er een windje op toen wij er waren, maar veel albatrossen zagen we niet. Kennelijk waren de meesten met weekendverlof.
Tegen negenen 's avonds werden we weer gedropt bij onze cabin en konden we de fotobuit nog op onze computer zetten. We gingen bijtijds naar bed want morgen moeten we onszelf en de auto naar Christchurch brengen. Daar moeten we de auto inleveren. Hopen dus dat we de laatste dag ook nog schadevrij blijven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23