Naar Dunedin

We sliepen goed bij onze schapenboer. Ook wel lekker om helemaal geen geluiden van buitenaf te horen. Onze gastvrouw had voor een prima ontbijt gezorgd. Toevallig vandaag was men op de boerderij bezig met het scheren van de schapen. Leuk voor ons om eens een kijkje te gaan nemen. De boer hield zich zelf niet bezig met scheren, maar had "contractors" ingehuurd die per schaap betaald werden. De mannen werkten dan ook als bezetenen. Niet te geloven hoe snel een schaap van z'n wollen jas werd ontdaan door bezweette mannen met ontbloot bovenlijf en een ouderwets uitziend scheerapparaat.
Nadat we afscheid hadden genomen van boer en boerin, reden we de "Scenic Southern Route" verder af. We stopten als eerste bij de Tunnel Hill, een met de hand gegraven spoortunnel uit de 19e eeuw. Veel viel er niet aan te zien. Er liep ook geen spoor meer door en de tunnel lag er eigenlijk maar te liggen. Snel verder naar Nugget Point. Behalve ruige rotsen en een vuurtorentje boven op een klif, zouden hier zeehonden en de zeldzame "yellow-eyed penguin" moeten zitten.
Na zo'n acht kilometer gravelroad kwamen we bij de pinguinkolonie uit, maar die waren kennelijk op vakantie. Later lazen we dat ze overdag fourageren op zee en pas aan het eind van de middag weer aan land komen. De vuurtoren op de klif stond er gelukkig nog wel. Mooi om te zien hoe het water op de rotsen beukte. Het was nu mooi weer, maar met een beetje storm moet het helemaal tekeer gaan hier. Niet gek met Antarctica voor de deur.
De weg naar Dunedin was prima en tegen het middaguur parkeerden we onze Nissan midden in de stad. Dunedin is een echte Schotse stad en dat goed te zien aan de gebouwen rondom "The Octagon", het absolute centrum van de stad. Op het grasveld daar zaten mensen te lunchen in de zon. Wij deden dat bij een Subway. Gedurende enkele uren slenterden we door de stad en zetten vooral kerken op de foto. Niet omdat we zo heilig zijn, maar omdat die het meest fotogeniek waren. Eén gebouw was nog mooier dan die kerken en dat was het treinstation in Schotse stijl. Het gebouw is prachtig gerestaureerd en is nog steeds in gebruik als treinstation.
Toen we vonden dat we genoeg in Dunedin hadden gezien reden we het Otago Peninsula op naar het plaatsje Portobello. Hier zouden we de komende twee nachten verblijven. We namen onze intrek in een cabin en gingen daarna op onderzoek uit in het plaatsje zelf. Daar waren we zo mee klaar, meer dan een klein winkeltje, een café/restaurant en wat motels was er niet te vinden. 's Avonds aten we in het enige café/restaurant. De bediening was super rommelig en de helft van de kaart was er niet, maar toch aten we niet slecht daar. In de cabin leek het net een washok. We hadden de was gedaan maar de droger had onze kleren niet droog kunnen krijgen. Daarom sliepen we deze nacht onder een uitgebreide waslijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23