Naar Queenstown
Voordat we deze dag begonnen aan de lange rit naar Queenstown, reden we na het uitchecken eerst naar Lake Matheson. Bij mooi weer en geen wind, spiegelen Mount Tasman en Mount Cook mooi in dit meertje. Omdat het mooi weer was besloten we te gaan kijken. Rond het meertje loopt een wandelroute met daarin diverse uitzichtspunten. Wij liepen deze route maar zagen dat het niet helemaal windstil was. Dat betekende kleine golfjes op het water en geen spiegeling. Achterin het meer stond veel minder wind en was het water grotendeels glad. Daardoor kregen we toch het uitzicht te zien waar zoveel mensen voor hier komen. De hemel was dan wel niet blauw, de spiegeling was er eventjes wel.
De rit naar Queenstown loopt dwars door de Southern Alps en was prachtig. We kwamen hoegenaamd geen plaatsjes tegen maar de natuur daarentegen was prachtig. Door de vele regen die hier normaal gesproken valt, groeien er veel mossen en varens en is alles erg groen, maar er groeien ook palmen wat een apart gezicht oplevert. Regelmatig stopten we dan ook voor wat foto's. Wat een makke is van de Nieuw Zeelanders is hun gebrek aan parkeerplaatsen langs de wegen. Het ene uitzicht is nog mooier dan het andere, maar bijna nergens kan je fatsoenlijk stoppen en effe kijken. Als ze dan al een picknickplaats maken, dan is deze op een oninteressant stukje gelegen. Zo zochten wij een tijdje naar een lunchplek en toen we die uiteindelijk hadden gevonden, was die druk omdat meer mensen moesten eten langs de weg.Uiteindelijk zijn we gevlucht voor de zandvliegen die ons helemaal lek staken.
Toen we langs Lake Wanaka en Lake Hawea reden waren we onder de indruk van het felblauwe water in de meren. Met al die stops schoot de tocht niet echt op. Toch lieten we ons niet haasten. Toen we zo'n 20 kilometer voor Queenstown voorbij kwamen gereden aan een brug waar men bezig was met bungy spingen, parkeerden we onze auto weer en keken een tijdje naar mensen met meer lef dan wij die zich 43 meter de diepte in stortten.
Ook toen we de afslag naar het historische plaatsje Arrowtown zagen, sloegen we die in. Arrowtown is één van de mooiste plaatsjes in Nieuw Zeeland. De gebouwen in de hoofdstraat lijken op pandjes uit de 19e eeuw. Alles is natuurlijk gruwelijk nep en gebouwd voor toeristen maar niettemin erg gezellig. We keken er dan ook geruime tijd rond.
Pas laat in de middag checkten we in bij ons hotel in Queenstown. We kregen een zeer ruime kamer met plaats voor vier personen. 's Avonds aten we lekker in het restaurant van het hotel waar we in het Nederlands werden begroet en bediend; de ober woonde al 18 jaar in Queenstown. Morgen gaan we Queenstown eens bekijken voordat we naar Te Anau door reizen.
De rit naar Queenstown loopt dwars door de Southern Alps en was prachtig. We kwamen hoegenaamd geen plaatsjes tegen maar de natuur daarentegen was prachtig. Door de vele regen die hier normaal gesproken valt, groeien er veel mossen en varens en is alles erg groen, maar er groeien ook palmen wat een apart gezicht oplevert. Regelmatig stopten we dan ook voor wat foto's. Wat een makke is van de Nieuw Zeelanders is hun gebrek aan parkeerplaatsen langs de wegen. Het ene uitzicht is nog mooier dan het andere, maar bijna nergens kan je fatsoenlijk stoppen en effe kijken. Als ze dan al een picknickplaats maken, dan is deze op een oninteressant stukje gelegen. Zo zochten wij een tijdje naar een lunchplek en toen we die uiteindelijk hadden gevonden, was die druk omdat meer mensen moesten eten langs de weg.Uiteindelijk zijn we gevlucht voor de zandvliegen die ons helemaal lek staken.
Toen we langs Lake Wanaka en Lake Hawea reden waren we onder de indruk van het felblauwe water in de meren. Met al die stops schoot de tocht niet echt op. Toch lieten we ons niet haasten. Toen we zo'n 20 kilometer voor Queenstown voorbij kwamen gereden aan een brug waar men bezig was met bungy spingen, parkeerden we onze auto weer en keken een tijdje naar mensen met meer lef dan wij die zich 43 meter de diepte in stortten.
Ook toen we de afslag naar het historische plaatsje Arrowtown zagen, sloegen we die in. Arrowtown is één van de mooiste plaatsjes in Nieuw Zeeland. De gebouwen in de hoofdstraat lijken op pandjes uit de 19e eeuw. Alles is natuurlijk gruwelijk nep en gebouwd voor toeristen maar niettemin erg gezellig. We keken er dan ook geruime tijd rond.
Pas laat in de middag checkten we in bij ons hotel in Queenstown. We kregen een zeer ruime kamer met plaats voor vier personen. 's Avonds aten we lekker in het restaurant van het hotel waar we in het Nederlands werden begroet en bediend; de ober woonde al 18 jaar in Queenstown. Morgen gaan we Queenstown eens bekijken voordat we naar Te Anau door reizen.
Reacties