Grand Pré - Westport
We vertrokken om een uur of half tien en reden linea recta naar Wolfsville, naar Tim Hortons voor ons ontbijt. Achter Tim hadden we een mooi uitzicht op een getijde bekken. Omdat het eb was, keken we in een kuil vol met bruine modder die een paar uur later weer gevuld zou zijn met een meters diepe laag water. Geheel tegen de voorspellingen in miezerde het. Gelukkig hield het een kwartiertje later op om zelfs ruimte te maken voor de zon. Het gebied waar we doorheen reden was erg mooi. Plaatsjes als Wolfsville en Kentville zijn prachtige oorden om te wonen. Erg rustig, grote huizen met veel groen er omheen en toch niet aan het einde van de wereld. De hele ochtend bleef het een mooie rit. We kwamen voorbij aan appelboomgaarden, pompoenvelden en kleine dorpjes die mooi lagen te zijn in het zonnetje.
Bij Annapolis Royal lunchten we bij een getijdenkrachtcentrale. Energie wordt hier opgewekt door het verschil tussen eb en vloed. Er zal heel wat energie worden opgewekt gezien de grote getijdenverschillen. In het plaatsje parkeerden we de auto en liepen door het stadje. Ook hier mooie houten huizen en leuke winkeltjes. We kwamen uit bij Fort Anne, een vesting uit de 19e eeuw. We liepen wat over het terrein en namen foto’s van de gerestaureerde gebouwen.
In de bibliotheek van Annapolis Royal mochten we gebruik maken van een computer met Internetverbinding zodat we onze mailtjes konden bijlezen en het nieuws konden volgen. Daarna stapten we weer in de auto om naar onze eindbestemming voor vandaag te rijden. Dat was Brier Island aan het einde van een lange dunne landtong. Om daar te komen moesten we met twee pontjes mee. De rit was wel mooi. We reden langs kleine, kleurrijke vissersdorpjes die stuk voor stuk een ansichtkaart waard zijn. Op het eilandje vonden we een mooie lodge waar we voor een heel redelijke prijs een kamer vonden. Het mooiste was echter nog het uitzicht over de baai.
Het was pas vijf uur dus we besloten nog wat te gaan wandelen. We liepen naar de vuurtoren op het noordelijkste puntje en vandaar uit naar Seal Cove. Op kleine eilandjes vlak voor de kust lagen veel zeehonden en een paar waren aan het dollen in het water. Een prachtig zicht zeker met het licht van de ondergaande zon.
Het diner van deze dag genoten we in het restaurant bij de lodge. Normaal sta je in Canada in een half uur weer buiten als je gaat eten in een restaurant. Nu duurde alleen het opnemen van de bestelling al 20 minuten. Na drie kwartier kwam het voorgerecht en na een uur en een kwartier het hoofdgerecht. Het was allemaal wel lekker dus dat verzachtte de pijn van het lange wachten. In totaal waren we bijna twee uur in het restaurant. Op zich geen straf gezien het uitzicht over de baai. Pas laat werden de foto’s op de laptop gezet en het dagboek bijgewerkt.
Reacties