Cavendish – Hopewell Cape


Vandaag onze laatste dag op P.E.I. en op naar een nieuwe provincie; New Brunswick. Eerst nog een route langs de noordkust van het eiland. Vanuit de cottage brachten we eerst een bezoekje aan het bezoekerscentrum aan de overkant van de weg. Daar konden we gratis gebruik maken van een computer met een Internetverbinding. De rest van het centrum was niet zo interessant zodat we na het mailen vlug weer verder gingen. We maakten een wandeling in de duinen bij Cavendish. Ook konden we de alom aanwezige Anne of Green Gables niet overslaan. Deze figuur uit de boeken van de uit P.E.I. afkomstige schrijfster Lucy Maud Montgomery is zo beroemd in Canada, dat men hier flink heeft uitgepakt. Er waren twee musea gewijd aan Anne of Green Gables en er was een dorpje uit de tijd van dit roodharige meisje nagebouwd. Nicky nam wat foto’s van wat gebouwen en daarmee hadden wij genoeg gezien van een verhaal dat wij toch niet kennen. Kennelijk dachten anderen daar anders over want het was druk in de musea.
Was het landschap op P.E.I. tot nu toe best mooi geweest, nu werd het eenvoudigweg prachtig. Bij French River keken we vanaf een uitzichtpunt uit op hooivelden, bossen en een haventje. Dat alles in een mooi zonlicht, maakte dat we heel wat foto’s namen. Ook onze volgende bestemming; Malpeque Harbour was schilderachtig. Hier waren het de schuurtjes en de bootjes van de vissers die het zo mooi maakten.
Om van het eiland af te komen konden we kiezen voor de boot of de brug. De boot was geen optie omdat we dan weer helemaal terug moesten naar Wood Islands en weer in Nova Scotia uit zouden komen. De brug dus. Die was bovendien goedkoper maar kostte altijd nog CAD 39,50. Maar voordat het zover was, moest de brug op de foto en brachten we een bezoekje aan het prachtige bezoekerscentrum bij de brug. Er waren winkeltjes maar ook een uitgebreide tentoonstelling over P.E.I.
Na dertien kilometer brug kwamen we aan in New Bruncwick. Ook daar stond aan het einde van de brug een bezoekerscentrum. Nicky ging er op onderzoek uit en Ron bekeek de vele foldertjes. Lunchen deden we op de parkeerplaats voordat we verder reden.
Het deel van New Brunswick vanaf de brug naar de eerste grote plaats Moncton was zo goed als verlaten. Langs de weg zagen we alleen maar bomen en heel af en toe een eenzaam huisje. Niet echt een aantrekkelijk landschap. Pas bij Moncton kregen we de indruk dat er toch mensen woonden in New Brunswick.
Na Moncton werd het wat beter met het landschap. Nu was er regelmatig bebouwing en hadden we af en toe uitzicht op de rivier de Petitcadiac. Het water in deze rivier is hartstikke bruin vandaar de bijnaam Chocolate River. Ook bijzonder hier zijn de getijde verschillen. Die behoren tot de grootste ter wereld. Het verschil tussen eb en vloed is hier zo’n tien meter.
We stopten bij een motel in Hopewell Cape en namen daar onze intrek in een mooie kamer met uitzicht op de rivier. Voordat we de tassen op de kamer zetten, reden we naar het nabij gelegen park waar bijzondere rotsen op het strand staan. Die zijn ontstaan door erosie en doen denken aan de hoodoos die we eerder in British Columbia zagen. Het park was bijna dicht en we mochten gratis naar binnen. We mochten niet meer op het strand, maar konden de rotsen toch goed zien vanaf enkele lookoffs. We besloten morgen terug te gaan als het park weer open was zodat we dit natuurgeweld wat beter konden bekijken.
We dineerden in het restaurant bij het motel. Dat was eenvoudig maar lekker en niet duur. ’s Avonds moest er heel wat huiswerk worden gemaakt. Nu we voldoende materiaal over New Brunswick hadden, moesten we dat allemaal doornemen en natuurlijk moesten de foto’s op de laptop. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23