Dwars door Engeland naar huis

Vandaag veel kilometers voor de boeg. Voordat onze boot naar Hoek van Holland ’s avonds om elf uur vanuit Harwich zou vertrekken, moesten we heel Engeland door. Toch hadden we daar tijd genoeg voor. We stonden om half acht op en maakten daarmee de complete verdieping in het hotel wakker. De douche in onze kamer maakte namelijk zoveel herrie dat iedereen wakker schoot.  De waterleidingen floten namelijk gruwelijk. Na het ontbijt vertrokken we uit Llandudno. Het was bewolkt maar droog. We zouden niet in één keer naar Harwich rijden maar onderweg stoppen in Cambridge. Vanuit Llandudno waren dat 375 kilometers. Om daar te komen moesten we via de M6 om Birmingham heen. Op de heenweg hadden we hier al lang in de file gestaan en ook nu was het gruwelijk druk. We reden wel maar slechts met een gangetje van zo’n 70 à 80 kilometer per uur op z’n hoogst. De schrik sloeg ons om de oren toen al zo’n 150 kilometer voor Birmingham vertraging werd aangekondigd. 150 kilometer van tevoren! Het was al die tijd aansluiten maar we bleven gelukkig rijden. Toch hadden we geluk. Om Birmingham heen loopt namelijk een tolweg en die was vrij van opstoppingen. Het kostte ons wel 5,50 pond maar we bespaarden ons lange files en vooral veel ergernis. 
De rest van de rit verliep redelijk rustig. Natuurlijk waren daar de vele wegwerkzaamheden en ook hier, net als in Nederland, worden er dan kilometerslange stukken snelweg afgezet en wordt er niet gewerkt. 
In Cambridge aangekomen was het even zoeken naar een parkeerplek. De stad trekt nogal wat bezoekers en een hoop daarvan waren ook met een auto, net als wij. Uiteindelijk vonden we een plek in een parkeergarage in het centrum. Tegen die tijd was het tijd om wat te eten. Dat bleek in Cambridge niet zo moeilijk. Al snel hadden we iets gevonden en na het eten konden we zo de stad in lopen. Tegen die tijd was de meeste bewolking opgetrokken en scheen er een lekker zonnetje.
Het centrum van Cambridge imponeerde. Midden in het centrum staan de beroemde colleges zoals St. John’s, Kings en Trinity maar er zijn er nog veel meer. De beroemdste collega’s zijn gehuisvest in prachtige, eeuwenoude gebouwen. In Cambridge zijn al colleges vanaf de 12e eeuw, dus de geschiedenis spatte van deze stad. De meeste colleges waren gesloten vanwege examens. Anderen konden wel bezocht worden maar daar moest dan flink voor worden betaald. We besloten eerst door de stad te lopen en eventueel later een college te bezoeken. Op straat werden we diverse keren aangesproken door studenten die kaartjes verkochten voor een tochtje over de rivier de Cam in een punterbootje. Dat zagen we echter niet zitten. Wij liepen veel liever. Toch wilden we het riviertje de Cam wel zien en met name de verschillende bruggen over het water zoals de beroemde Bridge of Sighs. Het viel nog niet mee om al die bruggen te zien omdat de cam over de terreinen van de verschillende colleges loopt. De Bridge of Sighs die op het terrein van St. John’s college staat, hebben we helemaal niet gezien.
Ons plan om een college te bezoeken viel in het water omdat we te laat waren. Kennelijk kun je maar tot een uur of drie zo’n college bezoeken. Wel jammer.
Nadat we Cambridge hadden gezien werd de auto uit de parkeergarage gereden en werd het navigatiesysteem op Harwich ingesteld. Dat werden nog zo’n 135 kilometers. Om iets voor zessen reden we het terrein van Stena Line in Harwich op. We waren veel te vroeg. We konden pas om half acht inchecken. Behalve wat WC’s en een paar drankautomaten was er niets. Wachten in de auto dus maar. Hoewel we om half acht inderdaad konden inchecken duurde het nog gruwelijk lang voordat we met de auto de boot konden oprijden. We stonden een uur lang te wachten en keken naar de eindeloze rij vrachtwagens die nog van de boot gereden moesten worden. Wij baalden nogal want we hadden ondertussen behoorlijk wat honger. Toen we tegen negenen eindelijk aan boord waren gingen we dan ook meteen eten.
Toen de boot om elf uur vertrok lagen wij al te slapen in onze hut. We sliepen weer heerlijk in het stapelbed en schrokken wakker toen om half zeven in de morgen de lichten aangingen en er veel te vrolijke muziek uit de luidsprekers klonk. Een cappuccino en een bekertje yoghurt was het ontbijt.
Rond een uur of acht meerde het schip aan in Hoek van Holland. Nu was het tijd om te kijken of Ron nog rechts kon rijden. Dat viel gelukkig reuze mee en al om kwart over tien werd het Peugeootje in de garage thuis gereden. We hebben er 3900 kilometers mee gereden.

We hebben een prachtige reis achter de rug. Hoewel het best een tour is om met je eigen auto in Ierland te komen heeft het ook wel wat. Met name de ferryboten waren ons goed bevallen en de mogelijkheid om in Engeland nog een stad te bezoeken waren een leuke bonus. Het weer in Ierland was af en toe wel een beetje te Iers maar we hebben wel alles kunnen doen wat we wilden gaan doen al was het wel met een jas aan. De hotels waren, op een uitzondering na, prima en we zijn grote fans geworden van het Ierse pub-eten. Ook het bier is prima weg te werken. Het Ierse landschap is adembenemend. Lekker groen maar dat kan ook niet anders met zoveel regen. We weggetjes in Ierland zijn heerlijk om te berijden. Smal en bochtig. De maximumsnelheid kan er niet overschreden worden. Je kunt domweg geen 100 km per uur over die weggetjes rijden hoewel sommige Ieren daar wel pogingen toe ondernamen. Bijna elk dorp heeft z’n kasteelruïne en de helft van alle gebouwen in zo’n dorp zijn pubs die in de meest felle kleuren zijn geschilderd. Er zijn echter ook lelijke, grauwe rijtjeshuizen waar we echt niet zouden willen wonen. Het meest hebben we genoten van de ruige kusten met z’n hoge rotsen en woeste golven. Ook de Ieren zelf mogen er zijn. Vrijwel zonder uitzondering waren ze reuze aardig maar af en toe wel moeilijk te verstaan. Al met al kunnen we Ierland van harte aanbevelen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23