Kinsale
Tegen half elf waren we er klaar voor. Buiten was het zwaar bewolkt en er stond een stevige wind maar het was gelukkig wel droog. We begonnen met een tochtje van drie kilometer langs de oevers van de baai op weg naar Fort James. Dit fort, of wat er nog van over is, stamt uit 1601. Toen we daar aankwamen, bleek dat we niet in het fort konden omdat alles was afgesloten. Wel konden we er om heen lopen waarbij we tevens een mooi uitzicht op de baai en op Kinsale hadden.
Via dezelfde route liepen we terug naar het stadje. Dat moesten we ook nog bekijken en er was voldoende moois te vinden volgens de boeken. Het centrum van Kinsale bestaat uit smalle straatjes met kleurrijke gebouwen waarin opvallend veel pubs zijn gevestigd. In het stadje zijn maar liefst 20 pubs! We bezochten alle dingen die we op een plattegrondje hadden aangemerkt. Zo bezochten we een kerk uit de 12e eeuw die daarmee de oudste protestantse kerk van Ierland is en een oud kasteeltje waar nu een wijnmuseum in was gevestigd. Verder liepen we rond op de markt waar de muren van de huisjes wel heel erg bont waren geschilderd. Een zuurstok was er niks bij.
In één zo’n bont huisje waarin een leuk kroegje was gevestigd, aten en dronken we wat bij wijze van lunch. Na het eten liepen we nog geruime tijd rond door het stadje en gedroegen ons als echte toeristen; camera in de hand en maar kijken en foto’s nemen. We waren echter niet de enigen want op deze zondag waren er veel bezoekers.
Toen we het stadje hadden gezien gingen we weer een eind lopen. Dit keer liepen we langs de andere kant van de baai naar het Charles Fort. Dit fort volgde het James Fort op als verdedigingsmiddel tegen vijandige buitenlandse mogendheden en was veel beter behouden dan het eerste fort. De buitenkant van het fort is een vijfhoek en binnenin was een compleet dorp gebouwd. Het fort is tot 1922 in gebruik geweest en behalve een garnizoen soldaten woonden er ook hun families. De buitenmuren waren nog volledig intact, iets dat niet gezegd kon worden van de meeste gebouwen binnenin. Van zowat alle gebouwen ontbrak het dak en het meeste was in verre staat van verval. Dat maakte het wel weer mooi. Het gaf het fort iets spookachtigs en dat paste wel bij het gehele plaatje.
Na het fort moesten we zo’n drie kilometer teruglopen naar Kinsale. Onderweg stopten we echter bij een typisch Ierse pub die gevestigd was in een knal oranje geschilderd pand. Het bleek een bekende pub te zijn. Hij was in 2004 benoemd tot beste pub en zelfs John Lennon was er eens op bezoek geweest. Wat goed is voor John Lennon is ook goed genoeg voor ons, dus we gingen aan de bar zitten voor een pint van het meest bekende Ierse bier; Guinness. Het was er druk en gezellig. Jammer dat er geen live muziek was, maar je kan niet alles hebben. Net toen we binnen zaten viel er een buitje, maar daar hebben wij niks van gemerkt.
Terug in Kinsale deden we wat boodschappen voor de komende dagen en liepen daarna terug naar het hotel. In totaal hadden we deze dag toch nog 18 kilometer gelopen. Op onze kamer met weids uitzicht waren we tot aan het diner druk met alle foto’s. Dineren deden we deze dag in de pub bij het hotel. Nicky at een salade en Ron mosselen. Echter de helft van alle mosselschelpen waren leeg. Enig commentaar van Ron leverde een tweede bord van dat lekkere eten op waardoor hij toch voldoende had gegeten. Na een toetje zaten we vol en zochten we onze kamer weer op om ons voor te bereiden op morgen. Dan beginnen we aan de Wild Atlantic Way, een kustweg van maar liefst 2500 kilometer. Die gaan we niet helemaal doen, maar wel flinke stukken er van.
Reacties