Met een omweg naar Dingle
Deze dag stond de trip naar het plaatsje Dingle op het programma. Daar hadden we echter de hele dag voor want dat was, als we de kortste route zouden pakken, maar zo’n 90 kilometer rijden. We namen echter de kortste route niet want we hadden nog niet alles bekeken wat we persé wilden zien op het schiereiland van Kerry. Iets over negenen reden we bij het hotel in Kenmare weg en reden een stukje in de richting van Killarney om daar op een pas de Molls Gap te kunnen bekijken. Daar waren we gisteren ook al, maar toen was het al laat en waren we daar door gereden. Nu parkeerden we er de auto en bewonderden we het uitzicht op ons gemak.
We hadden van hieruit zo naar de Gap of Dunloe kunnen rijden maar we besloten dat met een omweg te doen om ook iets van het binnenste deel van het schiereiland van Kerry te kunnen zien. Dat bleek een hele goede keuze. Aanvankelijk was de weg nog breed genoeg om lekker door te kunnen rijden, maar na een afslag reden we over smalle weggetjes die eigenlijk geen tegenliggers dulden. Toch kwamen we die enkele tegen en dan was het passen en meten en zelfs terugrijden om elkaar te kunnen passeren. Het mooie was echter het weidse landschap. De natuur is hier erg ruig. Veel kale rotsen, weinig bomen en toch heel groen. Her en der in het landschap stond een verloren boerderijtje. Al met al was het prachtig, zeker met een stralend zonnetje aan een strakblauwe hemel. Onderweg werd de auto regelmatig aan de kant gezet om te kijken en foto’s te maken. Er waren ook plekken waar je de auto niet stil wilde zetten omdat de helling te steil was. Het was in ieder geval prachtig en avontuurlijk autorijden.
Bij het dorpje Beaufort ligt de Gap of Dunloe, een prachtig dal waar je mooi kunt wandelen. Dat was ons doel voor deze morgen. Het was echter al bijna half twaalf toen we daar aan kwamen. We hadden eigenlijk geen idee wat ons te wachten stond en hoever het lopen zou zijn. Er was wel een infobord maar die vertelde geen afstanden. Wij, als ervaren wandelaars, maakten ons over de afstand echter niet druk. We namen wat mueslikoeken en wat water mee en begonnen aan de tocht. De zon scheen nog steeds en de omgeving was prachtig. Een smalle weg voerde ons langs diverse blauwe meertjes en langs rotsen en riviertjes waar tussenin gruwelijk veel schapen lagen te genieten van het leven. Wij genoten ook van het uitzicht. Af en toe was het klimmen maar nergens dusdanig dat we hijgend boven kwamen. Na anderhalf uur lopen hadden we 7 kilometer afgelegd en besloten we terug te lopen. De terugreis was naar beneden zodat de snelheid wat hoger lag.
Het was tegen half drie toen we weer op de parkeerplaats terug waren. In een cafeetje kochten we twee cappuccino’s en gingen buiten op het terras in de zon zitten waar we eindelijk aan onze lunch konden beginnen.
Nadat we uitgegeten waren reden we in de richting van Dingle op een ander schiereiland in het zuidwesten van Ierland. Behalve het plaatsje Dingle heb je weinig andere plaatsjes van betekenis hier. Het was dan ook meteen een stuk relaxter autorijden hier. Op de enige weg die we hoefden te volgen was weinig verkeer en dat reed goed door. Onderweg stopten we nog wel een paar keer. Zoals bij Inch waar je een heel groot en breed zandstrand hebt. Op het strand lagen zelfs enkele mensen te zonnen of waren bezig met een raar balspel. Het was dan ook 21 graden Celsius, een record voor ons qua temperatuur in dit land. Ook stopten we op een soort van bergpas waar we een prachtig uitzicht hadden over groene weiden die van elkaar gescheiden waren door stenen muurtjes, precies zoals we ons Ierland hadden voor gesteld.
Om iets over vieren parkeerden we in Dingle onze auto bij een groot hotel waar we de komende 2 nachten zouden verblijven. Het lag iets buiten het stadje maar het tochtje naar het centrum was goed te belopen. We kregen een prima kamer maar bleven daar niet lang. We wilden Dingle zelf nog gaan bekijken nu de zon nog scheen. De vooruitzichten voor het weer voor de komende dagen is een stuk minder, dus we moesten er van profiteren nu het nog zonnig was. Langs de baai waar de beroemde dolfijn Fungi woont, liepen we naar het haventje waar de vissersboten terugkeerden van hun tocht op zee.
Wij zochten eerst een pub op en gingen met ons drankje buiten zitten. Daarna gingen we op souvenirjacht. Zo’n jacht is hier in Dingle goed te doen want het stikt er van de souvenirswinkeltjes. Toch moesten we goed zoeken voordat we een beeldje van een Iers kruis vonden dat goed genoeg was voor ons WC-museum.
Deze avond aten we in de pub van het hotel. Niet zo gezellig als de pubs in het stadje maar we hadden geen zin gehad om weer naar Dingle terug te lopen. Het eten was hier trouwens heerlijk. Daarna konden we op de kamer bijkomen van de dag. Morgen gaan we de Ring of Dingle rijden.
Reacties