Dag 05 - De zuidkust
Toen we wakker werden en naar de ontbijtruimte liepen, zagen we het al. Het weer was aanmerkelijk opgeknapt. De zon scheen en het was zo vroeg op de morgen al behoorlijk warm. Ron had een Sri Lankaans ontbijt besteld, maar dat was niet goed doorgekomen. Kennelijk hadden ze niet alle ingrediënten in huis want een mannetje werd op uit gestuurd om één en ander te gaan halen. Daarom viel het nog mee dat na een kwartier het ontbijt toch werd geserveerd. Het bleek een viscurry te zijn die heerlijk smaakte. Nicky deed het deze morgen met een Engels ontbijt.
Hamit was er op tijd en we reden volgens afspraak naar een gehuchtje iets voorbij Dikwella waar je de Hoo-Amaniya blowhole hebt. Het eerste deel van de reis ging over de snelweg. Die was erg rustig maar bij de stad Matara moesten we verder door de steden en dorpjes. Het verkeer was weer net zo chaotisch als anders. Nieuw was dat Hamit veel harder reed dan anders. Dat leverde enkele gevaarlijke situaties op. Na anderhalf uur waren we in het plaatsje voor de blowhole. Al die tijd had de zon fel geschenen. We waren echter net, na betaling van 250 rupees, bij de blowhole, toen de hemelsluizen plotseling open gingen. Het regende niet langer dan vijf minuten maar we waren door en door nat. Daarna scheen de zon weer vrolijk verder. Lekker was anders maar gelukkig droogde alles weer snel in de zon. De blowhole was aardig om te zien. Op onregelmatige ogenblikken werd het zeewater hoog de lucht in geblazen wat wij dan probeerde te fotograferen of filmen.
De tweede stop voor deze dag was bij de Wewurukannala Vihara tempel. Na betaling van 200 rupees elk mochten we de tempel bekijken. Die bleek prachtig. Binnen stonden tientallen kleurrijke beelden en stonden en lagen diverse metershoge Buddha’s. Het meest opvallende aan de tempel was het 50 meter hoge Buddhabeeld welke tegen een gebouw van acht verdiepingen was gemaakt. Verder zagen we er een olifant en kregen we ook te zien hoe de Boeddhistische hel er uit ziet. Middels beelden zagen we hoe het je vergaat als je in die hel komt en dat was bepaald afschrikwekkend. Mensen werden op hun hoofd gezet en met een grote zaag vanaf het kruis naar beneden toe open gezaagd. Anderen werden gespietst en zo waren er nog wat gruwelijkheden te aanschouwen.
Hamit reed ons vervolgens weer in de richting van Unawatuna. Deze keer geen snelweg maar overal lokale wegen dwars door de bebouwing. Het leek wel of het verkeer steeds chaotischer werd. Iedereen deed maar wat. Hamit reageerde daarop door nog gevaarlijker te gaan rijden. Eén keer kon hij ternauwernood een aanrijding met een tuktuk voorkomen. Kennelijk was hij er wel van geschrokken, want daarna reed gelukkig hij een stuk rustiger.
Laatste stop was in het dorpje Ahangama. Hier heb je de beroemde “steltvissers”. Dat zijn vissers die op een wankele stok in het zeewater zitten te vissen. Ze zijn er beroemd mee geworden. Zo beroemd dat ze tegenwoordig alleen nog voor een aanzienlijk bedrag gefotografeerd willen worden. Wij wilden er best voor betalen maar nergens zagen we een visser op z’n stok zitten. De opmerkelijke stoken zagen we genoeg maar nergens eentje met een visser erop. Hamit wist raad. Hij sprak gewoon een visser aan, sprak met hem een prijs van 1500 rupees af en de visser kroop op z’n stok zodat we in alle rust foto’s konden maken. Later kregen we nog 500 rupees terug van Hamit die hij van de visser als commissie had ontvangen.
Om kwart over twee waren we terug in Unawatuna. Daar stuurden we Hamit naar z’n vrouw en gingen wij lunchen in een strandtent. Daarna liepen we naar ons hotel waar we de drone de lucht in stuurde, gade geslagen door het voltallige hotelpersoneel die het allemaal wel interessant vonden. Vervolgens liepen we nog een eindje over het strand en door het stadje en kochten water in.
’s Avonds aten we weer op het strand, pal aan het water. We aten er weer prima in een gezellige sfeer. Daarna was het tijd voor een douche, de foto’s en dit verhaal.
Reacties