Dag 08 - Ella, deel II
Ooit heb je van die onderkomens waar alles fout gaat. Het Ella Red Rock hotel is zo’n plek. De Indiërs bleken erg asociaal gezelschap te zijn. Kennelijk waren ze het dorp in geweest en net toen wij in onze eerste slaap waren, kwam het gezelschap erg luidruchtig terug bij het hotel. Ron kon daarop niet meer inslapen. Een uur later, net toen Ron wegzakte in een slaap, kwam het hele spul weer naar buiten met veel herrie. Het was toen half een en hij had nog nauwelijks geslapen. ’s Morgens om 6 uur waren die verrekte Indiërs al weer wakker en met veel herrie werd op het terras voor onze kamer het ontbijt genuttigd door dat stelletje tuig. Personeel van het hotel deed niets om het spul wat rustiger aan te laten doen.
Ons ontbijt stelde bar weinig voor. Toast met een ei of met jam. Een bordje kon er niet af. Toen we Hamit weer ontmoetten, vertelde we hem van onze niet bijster goede ervaring met dit hotel. Hamit stelde onmiddellijk voor om een ander hotel te zoeken. Ook zou hij met het management bellen. Wij vonden het eigenlijk wel goed want we zouden hier toch nog maar kort zijn.
We lieten ons afzetten bij het beginpunt van de route naar de Little Adams Peak. Het was lekker weer en we waren bijna de enigen op de route naar boven. Hamit had ons verteld dat we ongeveer een uur moesten tellen om boven te komen. Of Hamit er nu naast zat, of wij hard hadden gelopen, weten we niet, maar na een half uurtje zwoegen stonden we op de top. Dat viel dus lekker mee. Het uitzicht op de omgeving was prachtig. Behalve bergen zagen we ook veel theevelden en het plaatsje Ella natuurlijk. Nadat we uitgehijgd waren en genoeg hadden gezien, liepen we weer naar beneden. In minder dan twintig minuten waren we weer bij Hamit en z’n auto.
Daarop reden we naar onze volgende bestemming, Lipton’s Seat, een uitzichtpunt op gigantische theevelden op zo’n 20 kilometer afstand van Ella. Hamit had een toeristische route in gedachte waardoor we er best wel lang over deden. Het is wel leuk om door de drukke Sri Lankaanse dorpjes en steden te rijden waardoor je een idee krijgt van het drukke leven hier. Minder was dat we aan het stijgen waren qua hoogtemeters. Hoe hoger we kwamen hoe mistiger het werd. Toen we uiteindelijk door de theevelden reden, was er van de struiken bijna niks meer te zien.
Hamit zette ons af bij een grote theefabriek en we reden met een tuktuk nog zo’n 7,5km door naar het eigenlijke uitzichtpunt. De auto van Hamit kon niet over het smalle weggetje, hoewel we toch wel andere auto’s zagen rijden. Het ritje in de tuktuk was wel aardig. Het knetterende voertuigje kwam amper vooruit op de steile weg. Toen we er uiteindelijk waren, bleek het uitzichtpunt geen uitzichtpunt meer te zijn. Nagenoeg alle theevelden waren verdwenen in een hardnekkige mist. We bleven dan ook niet lang boven en lieten ons weer terug brengen naar Hamit en de auto. Onderweg kregen we nog een flinke stortbui te verwerken, maar in de tuktuk zaten we gelukkig droog.
Tegen half drie waren we terug in Ella waar het nog steeds lekker weer was en gingen we lunchen bij café Chill. We werden er weer als oude bekenden ontvangen. We aten er weer lekker en we bestelden meteen een extra broodje bij wijze van avondeten, want eten in het hotel deden we niet meer. Teveel heisa en veel te duur. Na nog een drankje liepen we nog wat rond in het plaatsje en kochten in een supermarkt wat drinken voor op de kamer.
Na onze klaagzang over het hotel hadden we afgesproken dat we er gewoon zouden blijven, maar Hamit had een toezegging van het personeel dat het er rustiger zou zijn, dat het eten beter zou zijn en dat we om half vijf door een tuktuk zouden worden opgepikt naar het hotel toe. En dan zijn er van die onderkomens waar alles fout gaat. Wat er ook kwam, er kwam geen tuktuk om ons naar het hotel te brengen. Nadat we een half uur hadden gewacht begonnen we in de richting van het hotel te lopen. Even later regelden we toch maar zelf een tuktuk omdat het pad nogal steil omhoog ging. We werden afgezet bij de steile trappen naar het hotel waar we om kwart over vijf hijgend als paarden en doorweekt van het zweet aankwamen. Toen we de manager aanspraken over de niet nagekomen belofte, bleef die beweren dat er wel degelijk een tuktuk naar het dorp was gereden om ons op te halen. We hadden het helemaal gehad met deze man en z’n shitty hotel en gingen naar onze kamer om te douchen. Net als gisteren hadden we geen toegang tot het internet. We gingen niet eens meer reclameren en vermaakten ons zo wel. Met onze gekochte broodjes en meegebrachte drankjes aten we veel lekkerder en goedkoper dan in het ongezellige hotelrestaurant of wat daar voor door moest gaan. Morgen gaan we een mooie treinrit maken en komen we vast terecht in een beter hotel want in niet alle onderkomens gaat alles fout.
Reacties