Dag 16 - Anuradhapura

Toen we ’s morgens wakker werden was het buiten nat van de regen. Gelukkig klaarde het snel op  en begon de zon te schijnen. Om acht uur waren we klaar met ontbijten en sprongen we bij Hamit in de auto. De rit van deze dag zou ons naar Anuradhapura brengen, één van de oude hoofdsteden van Sri Lanka. Het is onze laatste verblijfplaats in dit land voordat we terug gaan naar Negombo en het vliegveld. Het zou een rit van zo’n twee uur worden. Onderweg stopten we nog wel bij Mihintale waar een groot tempelcomplex ligt. In Mihintale zou het boeddhisme in Sri Lanka zijn begonnen toen een koning met al z’n manschappen zich lieten bekeren door een Indiase prins. We waren de enige buitenlandse toeristen toen wij er waren en vielen daardoor nogal op. We waren ook de enigen die entree tot het complex moesten betalen want Sri Lankanen hoeven dat niet. Vanwege de zondag was het er druk.
Nadat we entree hadden betaald moesten we een flinke trap op. Daarna volgde nog een trap naar een hagelwitte pagode. Daarin was een tempel gemaakt. Verder was er een grote witte Buddha op een berg en een alleenstaande rots waar je op kon klimmen om een mooi zichtte hebben op de Pagode. Wij beklommen alle trappen behalve die van de rots. Daarop was het zo druk dat we het wel geloofde. Wat mooi was om te zien was toen wij weer naar beneden liepen. Er was een vracht zand op het terrein aangekomen die naar boven moest omdat men daar aan het werk was. Nagenoeg elke bezoeker, jong en oud, droeg een tas met daarin het zand naar boven. En omdat er nogal wat bezoekers waren, was het zand zo boven.
Na het tempelbezoek was het nog maar een kort stukje naar Anuradhapura. Al om elf uur stonden we bij ons hotel voor de komende drie nachten. Het geheel zag er niet onaardig uit met een mooie binnenplaats en groot zwembad. Ook onze kamer was prima in orde met een groot bed en mooi balkon. We aten er een vroege lunch omdat we ’s middags wat andere tempels langs gingen.
Voor de eerste tempel moesten we best een eind rijden. De tempel bleek een heel complex te zijn, maar toch waren we er maar kort. Het was veel te warm en we verbrandde onze voeten op de hete stenen en rotsen. De tweede tempel die we bezochten trok ons meer. Hier stonden vijfhonderd beelden van monniken op een slingerende rij achter elkaar. Dat was een heel mooi gezicht. Hier waren we geruime tijd te vinden.
De rest van de middag waren we in het hotel. Bij een klein winkeltje kochten we drank en we zwommen een tijdje in het zwembad. Het enige nadeel aan het hotel dat we konden vinden was dat we er de enige gasten waren. Er liep vijf keer meer personeel rond dan gasten en al dat personeel was er alleen voor ons. Keifijn, maar gezellig is anders. We houden van wat leven.
En zo kwam het dat we ’s avonds ook alleen in de dinerruimte zaten. Het eten was heerlijk maar de, weliswaar vriendelijke, ober bleef maar op ons letten. Hij had namelijk toch niks anders te doen. Hij vertelde ons wel dat morgen de bezettingsgraad verdubbeld. Dan zijn er maar liefst twee kamers bezet. Wij gaan morgen voor de laatste keer tempelruïnes bekijken.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Zondag in München

Zondag in Oslo

Pieterpad, etappes 22 en 23